Nederland tegen verbod op het verschepen van plastic afval naar buiten de EU

Nederland staat niet achter een algeheel verbod op het verschepen van plastic afval naar landen die buiten de Europese Unie vallen. Dat blijkt uit interne correspondentie van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, ingezien door NRC.

Zo’n verbod ligt deze week op tafel bij onderhandelingen in de Europese Unie. Het Europees Parlement wil een verbod op het exporteren van plastic afval naar landen die buiten de OESO vallen, en wil binnen een paar jaar ook stoppen met het exporteren van plastic afval naar alle landen buiten de EU.

Nederland is Europa’s grootste exporteur van plastic afval, zo blijkt uit onderzoek van The Plastic Soup Foundation. Het exporteert jaarlijks zo’n tweehonderd miljoen kilo plastic afval naar niet-westerse landen. Meer dan de helft daarvan gaat op schepen naar Indonesië en Vietnam. Dat Nederland zo veel plastic afval verscheept heeft vooral met de grote afvalindustrie en de haven van Rotterdam te maken: ook buurlanden varen zo hun afval naar verre landen.

Brandbrief

Verschillende milieuorganisaties riepen staatssecretaris Vivianne Heijnen (Infrastructuur, CDA) woensdag in een brandbrief op om zich uit te spreken voor een algeheel verbod op de export van plastic afval naar buiten de Europese Unie. Het gaat om onder meer Recycling Netwerk Benelux, de Plastic Soup Foundation en Natuur & Milieu.

Ze verwijzen daarbij naar het standpunt van het Europees Parlement. Dat nam eerder dit jaar met een grote meerderheid de positie in dat de export van afval naar buiten de EU binnen een paar jaar zou moeten stoppen.

De Europese Commissie had eerder voor mildere nieuwe wetgeving gepleit. Afvalexport zou daarbij niet worden verboden, maar landen zouden wel expliciet toestemming moeten geven voor het ontvangen van plastic afval en goed moeten onderbouwen dat zij het afval volgens Europese standaarden verwerken. Momenteel onderhandelen de Raad, de Commissie en het Parlement over hoe de wetgeving eruit gaat zien.

Eigenlijk is de positie van Nederland en de andere lidstaten in de Raad al bepaald. Toch hopen de ngo’s dat Nederland, net als Frankrijk vorige week, alsnog wil pleiten voor een exportverbod. „Nederland heeft een zware stem, een grotere verantwoordelijkheid omdat wij zóveel plastic afval exporteren”, zegt Janine Röling, onderzoeker bij milieuorganisatie Recycling Netwerk. „Dat specifiek Nederland geen exportverbod wil, doet vermoeden dat de belangen liggen bij de financiën en niet het beschermen van milieu en mensen in ontvangende landen. Afval eindigt vaak in het illegale circuit, het wordt gedumpt en er ontstaan branden op illegale dumps. Het komt in water en voedsel terecht. Het is een probleem waar we liever van wegkijken door het te verschepen, in plaats van dat we onze eigen zooi opruimen.”

Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat laat aan NRC weten een verbod „niet nodig” te vinden. Met de extra maatregelen waar de Europese Commissie voor pleit „kunnen we voorkomen dat we milieuproblemen exporteren, en dat is het doel.”

Het ministerie wil, aldus een woordvoerder, „niet alle landen buiten de EU bij voorbaat uitsluiten. Om voldoende recyclingcapaciteit te hebben is ook internationale samenwerking belangrijk.” Ook wil het ministerie dat „afvaltransport gaat naar de plaatsen waar het afval op hoogwaardige en milieuhygiënisch verantwoorde wijze wordt gerecycled”.

Ngo’s brengen daartegen in dat afspraken om afval netjes te verwerken in de praktijk heel lastig te controleren zijn.

Volgens het ministerie worden met aangescherpte regels voor afvalexport (in plaats van een verbod) „al de grenzen opgezocht van wat op basis van bestaande internationale handelsovereenkomsten zoals de WTO mogelijk is”. Röling is het daar niet mee eens. „In het verleden heeft China al een importverbod van plastic afval ingevoerd, en Australië een exportverbod. En ook het Europees Parlement denkt dat het juridisch haalbaar is.”

De houding van het ministerie is opvallend gezien de uitspraken van de voorganger van staatssecretaris Heijnen: Stientje van Veldhoven (D66). Ze zei in 2019 in die rol op een milieutop in Japan: „Westerse landen zouden geen plastic afval meer moeten exporteren. Niet naar Maleisië, niet naar Indonesië, nergens heen. Wij moeten ons eigen plastic afval zelf kunnen verwerken, in plaats van het per boot naar andere delen van de wereld te sturen. Hier moeten we in internationaal verband afspraken over maken.”

Eind oktober werd een Kamermotie om op Europees niveau te pleiten voor een verbod op plasticafvalexport naar alle landen buiten de EU met een kleine meerderheid verworpen. Onder andere het CDA en de VVD stemden tegen.