Eline Bosman heeft lang nagedacht of ze met de pers zou praten. Gevraagd naar haar analyse van het Nederlandse Israël-beleid, laat de voormalig ambtenaar van het ministerie van Buitenlandse Zaken regelmatig een korte stilte vallen. „Dat vind ik best lastig”, zegt Bosman dan. En: „Dit interview loopt enigszins anders dan ik had gedacht.”
Achter de bescheiden houding schuilen echter heldere principes. Bosman velt een hard oordeel over de rol die Nederland heeft gespeeld sinds de aanslagen van Hamas en het uitbreken van de Gaza-oorlog op 7 oktober 2023. Nederland, zo zegt Bosman, is door het ijs gezakt als internationale voorvechter van de mensenrechten. Het feit dat de bloedige oorlog (ruim 1.200 Israeliërs en meer dan 46.000 Palestijnen kwamen om) tot een einde lijkt te komen, doet daar niets aan af. „We kunnen niet zeggen: laten we vooruit kijken. Iemand zal hier toch rekenschap over moeten afleggen.”
Tien jaar en vier maanden werkte Eline Bosman (42) als ambtenaar bij ‘Buza’. Ze was politiek assistent van voormalig minister Bert Koenders (PvdA) en teamleider van de ‘Mashreq-regio’ (Irak, Syrië, Jordanië en Libanon) op de Directie Noord-Afrika en Midden-Oosten. Daarna was ze plaatsvervangend afdelingshoofd bij de directie integratie Europese Integratie.
Afgelopen december was het genoeg en nam ze ontslag, maar niet voordat ze een kort briefje had geschreven aan minister Caspar Veldkamp. Bosman wenste de minister toe dat hij zou worden herinnerd als iemand die „ondanks grote druk” van de coalitiepartners zich „helder en krachtig” had uitgesproken „tegen oorlogsmisdaden en genocide”. Met het briefje stuurde ze een pot zuurtjes mee in de kleuren van de Palestijnse vlag: groen, wit, rood. Een foto daarvan plaatste ze – met het briefje – op LinkedIn.
„Er pasten geen 42.000 snoepjes in deze pot, maar ik hoop dat ze u helpen herinneren aan het feit dat er 67 kinderen per dag sterven in Gaza”, schreef ze eronder.
U bent erg streng voor minister Veldkamp.
„Ja. Hij had zich uit moeten spreken als minister van Buitenlandse Zaken. Hij is diplomaat geweest in de regio (Veldkamp was ambassadeur in Tel Aviv, red.), hij kent de situatie als geen ander.”
Maar wat had hij kunnen doen?
„Ik heb lang genoeg als politiek assistent gewerkt om te weten dat als je minister van Buitenlandse Zaken invloed hebt. Hij had bondgenoten in Europa kunnen bellen om samen op te trekken. In plaats daarvan zei hij in de Tweede Kamer dat Israël geen rode lijnen had overschreden, terwijl het Internationaal Gerechtshof zegt dat genocide plausibel is en het Internationaal Strafhof Netanyahu beschuldigt van oorlogsmisdrijven.”
Het argument van Veldkamp, maar ook van zijn voorgangers in het kabinet Rutte IV was: het veroordelen van Israël heeft geen zin, achter de schermen kunnen we proberen hen aan te spreken op schendingen van het humanitair oorlogsrecht bij de bombardementen op Gaza.
„Je kunt wel blijven praten, maar als dat geen resultaat heeft, houdt het op een moment op toch?”
Het Israëlisch-Palestijnse conflict was altijd al een gevoelig dossier, zegt Bosman, maar het Nederlandse standpunt was het resultaat van wikken en wegen. „Ik weet nog dat Koenders zei dat de Palestijnse Staat zou kunnen worden erkend voordat er een definitieve vredesregeling zou zijn bereikt. Dat was destijds een majeure verandering in het beleid, die meteen is teruggedraaid door minister Zijlstra (VVD).”
Is dat beleid nu fundamenteel veranderd, of is de realiteit ‘op de grond’ een andere? De terroristische aanval van Hamas was ongekend. En de regering-Netanyahu bestaat inmiddels voor een groot deel uit extremisten. Het Nederlandse Israël-beleid werd onderworpen aan een stress-test.
„Ik mag toch hopen dat dat geen reden is om je aan te passen, als in de Grondwet staat dat Nederland de internationale rechtsorde wil bevorderen. Ik dacht altijd: ik werk voor Nederland, ik weet waar dit land voor staat. Als we nu worden getest dan is mijn conclusie: we falen.”
Waarom?
„We hebben ons in VN-verband enorm ingezet voor een resolutie die het gebruik van honger als wapen veroordeelt. Dat heeft Israël gedaan door het afsluiten van de Gaza-strook, maar we hebben er niets van gezegd. De Nederlandse staat wil de export van onderdelen voor Israëlische F-35’s doorzetten, terwijl er aanwijzingen zijn dat daarmee oorlogsmisdaden worden gepleegd. Het Nederlandse buitenlandse beleid is waardenvrij geworden.”
Buitenlandse politiek is Realpolitik toch? Uiteindelijk geeft het nationale belang de doorslag.
„Als collega’s op posten in het buitenland mensenrechten aan de orde willen stellen, dan werden ze al tijdens hun betoog onderbroken: maar waarom zeggen jullie niets over Gaza? Nederland is een klein land, het handhaven van de internationale rechtsorde is een vitaal belang voor ons land.”
U schreef op LinkedIn dat u buikpijn kreeg van uw werk op BZ.
„Niet elke dag, maar wel vaak, als ik ‘s ochtend het departement betrad.”
Na het uitbreken van de oorlog in Gaza stuurden ambtenaren een brief aan (demissionair) minister van Buitenlandse Zaken Hanke Bruins Slot over het Israël-beleid. Objectieve ambtelijke advisering was niet meer mogelijk, schreven de ambtenaren – waaronder u.
„Op BZ adviseren ambtenaren vaak ‘in de geest’ van de minister – op het departement geldt dat als een deugd. Maar ik vind dat het niet de taak is van de ambtenaar om de minister uit de wind te houden, daar heeft hij zijn politiek adviseur voor.”
Voormalig secretaris-generaal Huijts vond u en uw collega’s ‘oncollegiaal’: ambtenaren moeten zich voegen naar de politieke leiding.
„Ik heb als ambtenaar de eed afgelegd aan de grondwet. Voor mij betekent dat: een waardengedreven buitenlandse politiek.”
Hoeveel ambtenaren zijn er vertrokken vanwege het Nederlandse Israël-beleid?
„Dat weet ik niet precies.”
Niet veel, gezien het aantal ambtenaren dat wekelijks protesteert tegen de Gaza-oorlog.
„Ik kan me goed voorstellen dat ambtenaren zeggen: ik vind het belangrijk om te blijven adviseren.”
Sommige ambtenaren besloten te lekken naar de pers.
„Dat vind ik echt niet oké.”
Hoe kijken we over tien jaar terug naar het Nederlandse beleid denkt u?
„Ik zie dit als een belangrijke periode in het Nederlandse buitenlandse beleid, waarbij we naar mijn weten nog nooit zo diep door het ijs zijn gezakt.”
U stond bij de laatste Kamerverkiezingen op de lijst voor GroenLinks-PvdA. Maar een grote meerderheid in de Tweede Kamer staat onvoorwaardelijk achter Israël.
„Het gaat niet om mijn politieke kleur. Als ambtenaar heb ik een eed afgelegd aan de grondwet. Daarin staat dat Nederland het internationale recht bevordert.”