Een medewerker van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) wordt verdacht van het lekken van staatsgeheimen aan Marokko. Dat bevestigt het Openbaar Ministerie (OM) na berichtgeving van NOS. Bij de 64-jarige man thuis werden ruim negenhonderd staatsgeheime documenten aangetroffen, zo meldde het OM woensdag op een pro-formazitting.
Bijna 350 documenten waren afkomstig van de inlichtingendienst AIVD, 65 documenten kwamen van de militaire inlichtingendienst MIVD. Ab el M. werd in oktober vorig jaar opgepakt op Schiphol, toen hij op het punt stond naar Marokko te reizen. Hij had op dat moment een grote hoeveelheid harde schijven en usb-sticks bij zich, met daarop ruim twintig staatsgeheimen en ruim honderd andere geheime documenten, daterend van 2007 tot 2023.
El M., die vijftien jaar celstraf kan krijgen, was eerder in beeld gekomen nadat het AIVD hem had aangemerkt als mogelijke spion voor Marokko. Zo zou hij tweemaal staatsgeheimen hebben geprint en deze informatie thuis bewaren. Sinds 2020 zou hij in contact hebben gestaan met hooggeplaatste ambtenaren van de Marokkaanse inlichtingendienst, die ook zijn reizen naar Marokko regelde. Mogelijk zou de man al sinds 1995 in contact hebben gestaan met Marokkaanse inlichtingendiensten.
Volgens het OM kan het onderzoek naar de man, die zich op zijn zwijgrecht beroept en niet verscheen op de zitting, nog zeker een jaar duren vanwege de grote hoeveelheid data die moet worden doorzocht. De man blijft voorlopig in preventieve hechtenis vastzitten.
Het draaide deze week om drie vrouwen: Femke Halsema, Judith Uitermark en Eva Jinek. Ieder van hen had een eigen, belangrijke rol in de spanningen rond de 7 oktober-herdenking op de Dam. Burgemeester Halsema was, zoals gebruikelijk, het mikpunt van rechtse kritiek, Jinek verwoordde die kritiek als tv-interviewer en Uitermark nam als NSC-minister van Binnenlandse Zaken Halsema in bescherming.
Vooral die laatste ontwikkeling is buitengewoon interessant. Uitermark wilde geen gehoor geven aan de oproep van de PVV om Halsema als burgemeester te ontslaan. „Mijn antwoord is ‘nee’, geen haar op mijn hoofd die eraan denkt.” Andere citaten: „Ik sta voor en ik sta achter mijn burgemeester.” „Zo’n doorgewinterde politica als onze Amsterdamse burgemeester, die zal een zorgvuldig besluit hebben genomen.”
Hier hoor ik de tanden knarsen van PVV-leider Wilders die Halsema liever naar het buitenland ziet vertrekken. Van Sigrid Kaag is hij al af, nu Halsema nog. In feite is de houding van Uitermark een onomwonden, zelfs felle afwijzing van het standpunt van Wilders. Dat is hem nog niet eerder overkomen vanuit de moeizaam voortsukkelende regeringsploeg. Het is alsof Uitermark wil zeggen: „Tot hier – en niet verder.”
Wilders is al een poosje bezig met een soort politieke chantage van NSC. Hij dreigt met nieuwe verkiezingen als ze hem dwarszitten bij het najagen van zijn asielobsessie. In de peilingen is NSC immers van twintig naar drie zetels gedaald. Uitermark, vroeger strafrechter in Haarlem, weet dat het zinloos is om te zwichten voor chantage: de chanteur zal steeds verdergaan. Pieter Omtzigt kon niet tegen alle spanningen op en werd overspannen, maar Wilders lijkt in Uitermark een standvastiger tegenstander te treffen. Het is te hopen voor de Nederlandse politiek – en voor Nederland.
Tot Eva Jinek leek het maandag nog niet doorgedrongen dat aanvallen op Halsema vrijwel altijd een ideologische achtergrond hebben. Ze probeerde in haar programma Halsema klem te zetten door steeds te wijzen op enkele incidenten die voor de herdenking op de Dam hadden plaatsgevonden. Geduldig, en met een vloed van argumenten, weerlegde Halsema die kritiek, maar Jinek bleef koppig doorgaan en beweerde zelfs dat Wilders geen demonstraties had willen verbieden. Dat had hij juist wél gedaan, moest Halsema haar corrigeren.
Wat ik in alle commotie rond Halsema miste, was aandacht voor iets wat mij het meest verontrustte in de pro-Palestijnse betoging op maandag. ’s Middags, toen ik op het Damrak die betoging volgde, raapte ik een van hun flyers op. Ik kon mijn ogen niet geloven, maar ik moest wel. Op de voorkant stond een tekening van paragliders die neerdalen op gebouwen om verwoestingen aan te richten. ‘Resistance til liberation’ was de kop. Op de achterkant werd verwezen naar de „freedom fighters” die op 7 oktober „our Palestinian prisoners, armed with the spirit of the martyrs” hadden bevrijd. Erboven stond: „The Zionist enemy’s end was written the day it began.”
Dit verspreiden op de dag dat even verderop de moord in Israël door Hamas op 1.200 mensen zou worden herdacht – het was je reinste antisemitisme. Iedereen die in die betoging meeliep, mag zich dat aantrekken.
Eens had ik een collega die van hardlopen hield, een doorgewinterde langeafstandsloper. Zijn beste tijd op de marathon was onder de tweeënhalf uur, zeer indrukwekkend. Maar de man had daarbij een probleem. Wat je ook probeerde, ieder babbeltje met hem liep uit op een gesprek over lopen. Lopen, lopen, lopen. Ik heb het eens geprobeerd via zijn dochtertje. „Zeg”, vroeg ik, „hoe oud is je dochter inmiddels?”
Zijn gezicht betrok: „Veertien maanden”, zuchtte hij, „en nog kan ze niet lopen.”
Lezers zijn de auteurs van deze rubriek. Een Ikje is een persoonlijke ervaring of anekdote in maximaal 120 woorden. Insturen via [email protected]
Opnieuw spant ExxonMobil een arbitragezaak aan tegen de Nederlandse staat vanwege onenigheid over het beëindigen van de Groningse gaswinning. Het bedrijf is van oordeel dat de Nederlandse overheid contractuele afspraken over het sluiten van het gasveld niet nakomt en dient daarom een claim in. Pogingen om tot een schikking te komen hebben volgens ExxonMobil tot niks geleid, daarom moet een onafhankelijke partij het geschil beslechten.
De discussie tussen de staat en ExxonMobil draait om in 2018 gesloten afspraken over het Groningergasveld. Toen maakte het kabinet bekend om de gaskraan in 2030 dicht te draaien en sloot het een akkoord met ExxonMobil over de afwikkeling. Veel Groningers gingen echter gebukt onder de aardbevingsschade die de gaswinning veroorzaakte. Onder politieke en maatschappelijke druk haalde het kabinet de einddatum daarom naar voren.
Dat is volgens het Amerikaanse ExxonMobil niet in lijn met de contractuele afspraken die in 2018 werden gesloten. Gesprekken daarover met het vorige kabinet liepen op niets uit. ,,Het is onze mening dat de vorige regering niet de intentie had om tot een minnelijke schikking te komen”, schrijft het bedrijf in een verklaring. ,,Wij vragen de nieuwe regering om wél in dialoog te gaan om tot een voor beide partijen aanvaardbare oplossing te komen.”
Lees ook
Arbitragezaak van Shell en Exxon tegen de staat kan miljarden kosten
Eerdere zaken
ExxonMobil heeft het arbitrageverzoek ingediend onder het zogeheten Energie Handvest Verdrag bij het het Internationale centrum voor Beslechting van Investeringsgeschillen (ICBI). Het is niet de eerste arbitragezaak van het bedrijf tegen de Nederlandse staat. In februari werd bekend dat ExxonMobil samen met Shell een soortgelijke zaak tegen de Nederlandse staat aanspande, alleen toen bij het Nederlands Arbitrage Instituut (NAI).
Wel was de financiële afwikkeling van de sluiting van Groningse velden de aanleiding. ExxonMobil en Shell claimden dat zij miljarden zagen verdampen omdat het kabinet besloot de gaskraan eerder dan afgesproken dicht te draaien, volgens de bedrijven zat er nog ruim 450 miljard kuub gas in het Groninger gasveld.
Naast een financiële compensatie eisten Shell en ExxonMobil uitsluitsel over de vergoeding van de kosten die zij maakten voor de gasopslag in Norg. Ook de kosten die de NAM (eigendom van de staat, Shell en ExxonMobil) heeft gemaakt voor de schadeafhandeling en versteviging van de Groningse huizen, waren onderdeel van de arbitragezaak. Al die afspraken komen uit het akkoord dat in 2018 werd gesloten.
Sinds januari 2022 lopen er nog twee arbitragezaken over de (schade)afwikkeling van de Groningse gasafbouw. Hoe de financiële verantwoordelijkheden exact zijn vastgelegd van de partijen is nog steeds onduidelijk, temeer omdat de behandeling van dat soort zaken kan jaren duren en de procedure voornamelijk achter gesloten deuren plaatsvindt. Anders dan bij rechtszaken zijn arbitragezaken over het algemeen niet publiekelijk te volgen.