Na de rouw om de massaschietpartijen volgt in Servië nu de woede

Reportage

Protest in Servië Servië treurt om de zeventien doden die vielen bij twee massaschietpartijen. Maar na de tranen is een strijd losgebarsten waarin de regering en haar critici elkaar beschuldigen van ‘politieke spelletjes’.

In Belgrado werd maandag gedemonstreerd tegen geweld, na twee massaschietpartijen waarbij zeventien doden vielen. Veel demonstranten richtten hun woede op de regering van president Aleksander Vucic.
In Belgrado werd maandag gedemonstreerd tegen geweld, na twee massaschietpartijen waarbij zeventien doden vielen. Veel demonstranten richtten hun woede op de regering van president Aleksander Vucic.

Foto Zorana Jevtic/Reuters

‘Ik protesteer omdat de mensen nu al zo verdrietig zijn. Ze moeten zich nu niet ook zorgen gaan maken over het systematisch falen van de overheid”, zegt Ana Pavić (33). Met haar echtgenoot en twee kleine kinderen neemt ze deel aan de demonstatie voor het parlement in Belgrado, de hoofdstad van Servië, naar aanleiding van twee bloedige schietpartijen die vorige week zeventien mensen, onder wie veel kinderen, het leven kostten. „Alles faalde: het rechtssysteem, empathie! We moeten nu eindelijk iets doen”, zegt ze.

De demonstranten, samengebracht door de belangrijkste linkse en rechtse oppositiepartijen, willen koppen zien rollen, die ze verantwoordelijk houden voor de tragedie. Woensdag schoot een 13-jarige jongen acht leerlingen en een bewaker dood op een basisschool in Belgrado, twee dagen later doodde een 21-jarige man vanuit een rijdende auto acht mensen in drie dorpen.

De demonstratie verloopt voor het grootste gedeelte in stilte – uit respect voor de slachtoffers en hun nabestaanden. Er is maar een korte openingsspeech en geen muziek. De rauwe pijn is te voelen. Een meisje verbergt haar betraande gezicht in de armen van haar vader, en veel mensen hebben bloemen vast. „Weg met Vucic! De overheid moet aftreden!”, schreeuwt een man, die zijn emoties niet langer kan bedwingen. Om hem beginnen tientallen mensen instemmend te klappen.

Want voor veel demonstranten is het protest ook gericht tegen het steeds repressievere bewind van president Aleksander Vucic. Sinds de Servische Progressieve Partij (SNS) in 2012 aan de macht kwam, heeft Vucic diverse mediakanalen naar zich toegetrokken. Het is een van de manieren waarop de autocraat, die nauwe banden onderhoudt met de Russische president Vladimir Poetin, steeds meer macht naar zich toe trekt.


Lees ook Russen die hun land zijn ontvlucht en naar Servië zijn gegaan, zitten daar weer tussen de Poetin-fans

In Belgrado wordt ook tegen de door Vucic gecontroleerde media geprotesteerd. De tv-zenders zouden ook schuld dragen aan de schietpartijen door gewelddadige en propagandistische programma’s uit te zenden. Op Pink TV werd vorig jaar in een realityshow bijvoorbeeld in een 17-jarig meisje fysiek wordt aangevallen door een 25-jarige man. Na de schietpartij op school liet Happy TV de veroordeelde oorlogsmisdadiger Vojislav Seselj zijn gedachten over de tragedie te delen.

„De schietpartij was de aanleiding”, zegt Dorde Pavicevic van Ne Davimo Beograd, een groen-liberale, pro-Europese oppositiepartij die bij het protest aanwezig was. Maar er speelt meer: „Mensen hebben genoeg van de leugenachtige controle van het publieke debat dat Servië verdeelt in ‘patriotten’ en ‘verraders die voor buitenlanders zijn’. Het is bemoedigend dat mensen nu voelen dat Servië de verkeerde kant opgaat”, zegt de parlementariër. Een groot deel van de regering en het publiek steunt Poetin en Rusland. Pro-Europese burgers en politieke partijen worden vaak weggezet als landsverraders.

„Vucic is zeer succesvol in het controleren van de grootste media in Servië. De bevolking ziet geen alternatief. En dan zijn de schietpartijen de druppel die de emmer doet overlopen. Nu geloven mensen eindelijk dat het genoeg is”, zegt Pavicevic.

Slecht voor het land

De demonstraties volgen op drie dagen nationale rouw. De eerste begrafenissen van slachtoffers van de schietpartijen werden dit weekend gehouden. De vlaggen van de kantoren van overheidsinstanties hangen halfstok. De anders kleurrijke kranten en tabloids in de vele kiosken die Belgrado’s straten sieren zijn zwart en grijs gedrukt.

Volgens officiële cijfers van de Servische politie waren er ongeveer vijftigduizend mensen bij de demonstratie, maar volgens Vucic waren het er minder. „Ze zeggen dat er niet meer dan zesduizend mensen buiten het parlement waren, en hoogstens negenduizend bij de protestmars”, zei de president op televisie. Zelf liet hij zijn gezicht niet zijn bij de demonstratie.

Integendeel: Vucic benadrukte dat hij de oppositie had gevraagd het protest te annuleren: „niet omdat ik op enigerlei wijze bang was of me bedreigd voelde, maar omdat ik denk dat het slecht was voor het land.” Eerder gaf hij op de staatstelevisiezender RTS af op de organisatoren van het protest, die volgens hem „het bloed van onschuldige kinderen als politiek wapen gebruiken”.

Bij de basisschool in Belgrado waar een 13-jarige jongen woensdag acht leerlingen en een bewaker doodschoot, ligt een condoleanceregister.
Foto Armin Durgut/AP

Hoewel Vucic de afgelopen dagen zinspeelde op vervroegde verkiezingen, en beloofde onderzoek te doen naar het optreden van de overheid rond de schietpartijen, heeft het land volgens hem vooral strenge maatregelen nodig. Zo wil hij illegaal wapenbezit beteugelen. Ook moet elke school een politieagent krijgen, en wil hij de strafbare leeftijd verlagen van 14 naar 12 jaar.

Volgens Tamara Dzamonja-Ignjatovic, professor psychologie aan de Universiteit van Belgrado, maakt de overheid grote fouten. „Vanaf het begin was onze president bezig de jongen [de schutter van het eerste incident] te kwalificeren als psychopaat en monster. Ook heeft hij zijn medisch dossier publiekelijk voorgelezen. De regering stelt maatregelen voor die nergens op slaan. We hebben geen twaalfhonderd nieuwe politieagenten nodig maar twaalfhonderd schoolpsychologen.”

De maatregelen hebben volgens de psycholoog „ alleen maar voor extra woede en onrust onder de bevolking” gezorgd. „Het is absoluut ontoelaatbaar om deze situatie te gebruiken voor politieke spelletjes, want dat overschaduwt de echte behoeften en gevoelens van slachtoffers en families.”

Pislink op Vucic

Bij de Vladislav Ribnikar-basisschool in Belgrado is het een dag eerder doodstil. Rond de lege basketbalvelden, normaal vol met spelende kinderen, is alleen gefluister te horen. Een man veegt de tranen uit zijn ogen en steekt een kaars aan. Naast de ingang van de school is nu een condoleanceregister, en al dagen staat er een rij met honderden mensen die hun steun betuigen aan nabestaanden en getroffenen.

Buiten de Vladislav Ribnikar-basisschool staan rijen voor het condoleanceregister.
Foto Andrej Cucic/EPA

„Het is verschrikkelijk wat hier is gebeurd”, zegt de vader van twee meisjes. Zijn 13-jarige dochter legt met trillende handen een witte lelie neer op de zee van bloemen en knuffels die voor de school zijn geplaatst. Haar jongere zusje zat in de getroffen klas, maar overleefde het bloedbad. Ze is getraumatiseerd thuis achtergebleven.

De lessen zullen woensdag weer beginnen. Sommige ouders vragen om online onderwijs, andere zien hun kinderen liever weer naar school gaan.

„Als ze geen ander gebouw gebruiken zal mijn zoon hier niet terugkomen. Als je de school binnen loopt, is het eerste lokaal daar waar het verschrikkelijke bloedbad plaatsvond. Veel ouders zullen hetzelfde doen”, zegt een vader van twee leerlingen, die anoniem wil blijven. Zijn zoon zat in groep zeven en was bevriend met een paar slachtoffers. Toch protesteert hij niet: „Ik ben pislink op Vucic maar dit staat ver boven de politiek.”.