Opnieuw, zes jaar na de moord op onderzoekjournalist Jan Kuciak, wordt Slowakije opgeschud door een aanslag met mogelijk verstrekkende politieke gevolgen. De Slowaakse premier Robert Fico is woensdagmiddag neergeschoten op straat in de stad Handlová in het midden van Slowakije. Na afloop van een vergadering schudde Fico toegestroomde toeschouwers de hand, waarna vanuit de menigte enkele schoten werden gelost. Fico werd geraakt en per helikopter naar een nabijgelegen ziekenhuis gebracht in Banská Bystrica. Hij verkeert in levensgevaar, aldus een bericht op zijn eigen Facebook-pagina.
Een mogelijke schutter is direct ter plaatste aangehouden door de politie. Het zou gaan om een amateur-schrijver, de 71-jarige Juraj C., aldus Slowaakse media. In een filmpje, opgenomen na zijn aanhouding, zegt hij het „niet eens te zijn met het beleid van de regering”. Voor zijn wapen zou hij over een vergunning hebben beschikt.
Er is nog veel onduidelijk over de precieze ernst van de verwondingen. De Slowaakse minister van Defensie Robert Kaliňák noemt Fico’s toestand „buitengewoon serieus”. Woensdag werd hij aan het begin van de avond nog steeds geopereerd.
In het al gespannen politieke klimaat in Slowakije leidde de aanslag meteen tot beschuldigingen over en weer. Leden van Fico’s Smer-partij gaven direct de oppositie de schuld van het geweld. Andrej Danko, oud-parlementsvoorzitter en partijleider van de ultranationalistische en coalitiepartij SNS legde de schuld bij journalisten die hij „walgelijke klootzakken” noemde, aldus de Slowaakse krant Denník N. Ook kondigde hij een „politieke oorlog” aan met gevolgen voor journalisten en politici van de vorige regering. Oppositieleider Mical Simecka, leider van Progressief Slowakije (PS), riep politici op om „zich te onthouden van alle uitingen die zouden kunnen bijdragen aan het verder vergroten van de spanning”.
Vijf schoten
Op beelden van de aanslag is te zien hoe Fico vanachter een dranghek, op enkele meters afstand wordt neergeschoten door een man die tussen het publiek staat. Vijf schoten klinken, waarna de premier inzakt. Zijn beveiligers weten de schutter tegen de grond te werken. Fico zou in zijn buik en ledematen zijn geraakt, melden Slowaakse media.
Zes jaar geleden werd het land opgeschrikt door de moord op onderzoeksjournalist Kuciak en zijn verloofde. Die gebeurtenis leidde tot felle protesten en uiteindelijk het aftreden van Fico, die Slowakije sinds 2006 vrijwel onafgebroken had geregeerd.
Kuciak deed onderzoek naar corruptie onder het bewind van de premier en ontdekte dat de regering nauwe banden had met de Italiaanse maffiaorganisatie ‘ndrangheta. Na de moord lieten tienduizenden Slowaken hun woede horen op straat, stapte Fico onder druk op en leek zijn politieke carrière voorbij.
Afgelopen najaar maakte Fico echter een spectaculaire comeback. Hij kon weer aantreden als premier nadat zijn – op papier – sociaaldemocratische Smer-partij de verkiezingen won met een populistische en op desinformatie gebaseerde campagne. Slowakije is een enorm gepolariseerd land, waarbij meer dan de helft van de bevolking in zekere mate in complottheorieën gelooft. Grofweg is het politieke landschap in twee kampen te verdelen: de pro-Europese oppositie en de nationalistische en steeds vaker pro-Russische regeringsgezinde partijen.
Na zijn terugkeer als premier begon de regering van Fico met een reeks controversiële hervormingen, die tot grote protesten leidden. Zo werd het bureau van de speciaal openbaar aanklager, die onderzoek deed naar corruptie onder Fico’s partijgenoten en bevriende zakenmensen, meteen opgedoekt. Kritische maatschappelijke organisaties worden onder druk gezet en ook de Slowaakse publieke omroep staat aan de vooravond van een ingrijpende hervorming. De regering van Fico vindt de huidige publieke omroep „niet objectief genoeg” en wil daarom meer grip krijgen op benoemingen in het bestuur.
Maffiastaat
Vanwege de nauwe banden tussen Slowaakse oligarchen en de Smer-partij van Fico hebben verschillende Slowaakse critici het land onder de leiding van Fico „een maffiastaat” genoemd. Fico is al heel lang een bekend gezicht in de Slowaakse politiek. Hij was tweemaal eerder premier van het land (2006-2010 en 2012-2018). In Brussel was er de afgelopen maanden grote bezorgdheid over Fico’s verkiezingsbelofte om niet langer steun te verlenen aan Oekraïne, in de verdediging tegen Rusland.
Aftredend president Zuzana Caputova sprak in een reactie „geschokt” te zijn door „allereerst een aanval op een mens, maar ook een aanval op de democratie”. Volgens haar heeft de samenleving te maken met „haat en retoriek vol haat die leidt tot haatdragende daden. Laten we hier alsjeblieft een einde aan maken.” Eerder besloot Caputova zelf om niet mee te doen aan een presidentiële herverkiezing vanwege continue bedreigingen aan haar en haar familie.
Vanuit de hele wereld is geschokt gereageerd op de aanslag. De Amerikaanse president Joe Biden, voorzitter Ursula von der Leyen, de Poolse premier Donald Tusk: allemaal brachten ze woensdag hun medeleven over. De Hongaarse premier Viktor Orbán sprak van „een gruwelijke aanval op mijn vriend”. Ook de Russische president Vladimir Poetin reageerde. Volgens hem „kan deze gruwelijke misdaad niet worden gerechtvaardigd”.
Lees ook
Er is een politieke aardverschuiving gaande in Slowakije.