N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Toen Mohamed Fayed in 1929 in een arme wijk van de Egyptische stad Alexandrië geboren werd, lag een carrière als steenrijke zakenman en dwarsligger voor de Britse elite niet voor de hand. Een kleine eeuw later is dat wel hoe de flamboyante Al-Fayed – inmiddels met het voorvoegsel ‘al’ in de achternaam – de geschiedenisboeken in zal gaan. Afgelopen woensdag overleed hij op 94-jarige leeftijd, zo maakte de voetbalclub Fulham vrijdag bekend. Al-Fayed was tussen 1997 en 2013 eigenaar van de club uit Londen.
Naast dat hij eigenaar was van het Ritz Hotel in Parijs en van het Britse luxewarenhuis Harrods, zal hij vooral herinnerd worden als vader van Dodi, de liefdespartner van Prinses Diana. Filmproducent Dodi en Diana kwamen in 1997 bij een auto-ongeluk in Parijs om het leven, achtervolgd door paparazzi. Zijn hele leven zou Mohamed al-Fayed volhouden dat Dodi en Diana bewust om het leven zijn gebracht door wat hij „het establishment” noemde, omdat de Britse koninklijke familie tegen hun verhouding zou zijn geweest.
Limonade en naaimachines
Het verhaal van de zakenman Al-Fayed begon op de straten van Egypte, eerst met de verkoop van limonade en later naaimachines. Maar zijn belangrijkste stap naar roem en geld had hij vooral te danken aan zijn eerste huwelijk met Samira Khashoggi in 1954. Haar broer was miljonair en wapenhandelaar Adnan Khashoggi. Het huwelijk met Samira duurde slechts twee jaar maar zijn schoonbroer introduceerde hem in die tijd bij zakenrelaties in de Golfstaten en in Londen.
Niet lang daarna zette Al-Fayed zijn eigen transportbedrijf op in Egypte en deed zaken met de groten der aarde, van Arabische sjeiks tot de Haïtiaanse dictator François ‘Papa Doc’ Duvalier. Met zijn geld probeerde Al-Fayed de Britse koninklijke familie het hof te maken, onder meer via de sponsoring van de koninklijke Windsor-paardenshow.
Aankoop van Harrods
Al-Fayed probeerde zijn leven lang aanlsuiting te vinden bij de Britse elite, maar in de hoogste Britse kringen bleef Al-Fayed altijd een buitenstaander. Die positie werd onderstreept door het feit dat hem tot tweemaal toe een Brits paspoort werd geweigerd. Al-Fayed zag de afwijzingen als een affront en vermoedde dat de aankoop van het warenhuis Harrods met de tegenwerking te maken had. Hij weet de afwijzing eind jaren negentig aan de „onzichtbare macht” achter de Britse regering.
Al-Fayed had de multinational Lonrho in 1985 afgetroefd bij de koop van Harrods. Uit onderzoek van de Britse overheid bleek later dat de deal met geld van de sultan van Brunei tot stand was gekomen – iets dat Al-Fayed bij de overname had verzwegen. In het onderzoek van de Britse overheid bleek dat Al-Fayed bij de koop van Harrods over meer dingen geen open kaart had gespeeld of zelfs ronduit had gelogen. De zogenaamde Britse achtergrond van Al-Fayed en zijn broers en zakenpartners Ali en Salah bleek verzonnen en zijn vermogen had hij aangedikt.
Tiny Rowland, eigenaar van de Lonrho group kon het niet verkroppen dat hij naast het warenhuis had gegrepen en spendeerde een fortuin aan onderzoek naar Al-Fayed, onder meer via privé-detectives. Rowland was ook de eigenaar van de weekendkrant The Observer, die hij voor één keer op donderdag liet uitkomen, puur om Al-Fayed zwart te maken. The Phoney Pharaoh, kopte de krant: de valse farao. Al-Fayed zelf weet de aanvallen aan het feit dat de Britten er niet tegen konden dat hun iconische warenhuis in Egyptische handen was gevallen.
Niet verkochte documentaire
De relatie van zijn zoon Dodi met Diana leek voor Mohamed Al-Fayed de gewenste deur naar de Britse elite te openen. Met de dood van Dodi en Diana werd die deur definitief gesloten voor Al-Fayed, zeker omdat hij niet stopte met zijn publieke beschuldigingen dat Prins Philip en de MI6 achter het ongeluk zaten. Hij wilde zijn theorie met een groter publiek delen en financierde een documentaire, Unlawful Killing, maar die sloeg internationaal niet aan. Potentiële afnemers vreesden voor smaad te worden aangeklaagd.
In de jaren na de dood van Dodi en Diana verloor Harrods zijn status als hofleverancier van de Britse koninklijke familie. Prins Philip had al vilein laten vallen dat hij zijn pakken al lang niet meer bij Harrods kocht. Al-Fayed verkocht het warenhuis in 2010 aan voor 1,5 miljard pond (omgerekend 1,7 miljard euro) aan het investeringsfonds van de koninklijke familie van Qatar.
Eigenlijk had Al-Fayed de wens zich gemummificeerd als een farao in Harrods te laten opbaren „zodat mijn klanten mij altijd kunnen zien”, maar daar kwam het door de Qatarese overname niet van. Afgelopen week werd hij begraven in het familiemausoleum in het plaatsje Oxted, buiten Londen. Hij ligt er naast zijn zoon Dodi, wiens dood hij nooit leek te hebben verwerkt. Mohamed al-Fayed laat zijn vrouw Heini Wathén en vier kinderen achter.