Minister Bruins (Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, NSC) heeft de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) gevraagd zo snel mogelijk een fonds op te zetten voor buitenlandse wetenschappers die onder druk van de geopolitieke spanningen hun werk in Nederland willen voortzetten.
Dat schrijft de minister in een brief aan de Tweede Kamer. „De wereld verandert. Spanningen nemen toe. We zien dat steeds meer wetenschappers op zoek gaan naar een andere plek om hun werk te kunnen doen”, aldus de minister.
Hoe het fonds er precies gaat uitzien en om welk bedrag het gaat is onduidelijk. Bruins wilde het besluit nu alvast bekend maken omdat „op dit moment wetenschappers nadenken waar zij hun carrière willen vervolgen”. Hij verwijst naar soortgelijke initiatieven in Frankrijk, Duitsland, Spanje en België.
Woensdag berichtte NRC dat Amerikaanse wetenschappers onder druk staan van maatregelen van de regering-Trump gericht tegen met name onderzoek naar ‘gevoelige’ onderwerpen als gender en klimaat. Aan universiteiten in de VS is daarover grote onrust ontstaan. Hoogleraar Herman Russchenberg van de TU Delft pleitte voor een fonds van ten minste vijf miljoen om Amerikaanse wetenschappers aan te trekken.
Europese initiatieven
De huidige politieke situatie in de VS wordt niet apart genoemd in de bekendmaking. Een woordvoerder van het ministerie noemt de „geopolitieke situatie” als achtergrond voor het besluit het fonds op te richten.
Premier Schoof zei gisteren dat het kabinet geen plan wil dat speciaal mikt op Amerikaanse wetenschappers, wat wel de inzet is van andere Europese initiatieven. D66 en Volt drongen daar op aan.
Het nieuwe fonds, dat „zo snel mogelijk” van start moet gaan, is bedoeld voor „internationaal talent van topniveau” maar ook voor Nederlandse wetenschappers die nu in het buitenland werken. Streven is om „enkele tientallen” topwetenschappers naar Nederland te halen.
Gevluchte wetenschappers uit Oekraïne, Wit-Rusland en Rusland kunnen nu al onder meer terecht bij het Netherlands Institute for Advanced Studies dat een Safe Haven-programma heeft ingericht, dat sinds vorig jaar ook openstaat voor academici uit de VS en andere landen.
Minister Bruins verwacht „in de komende weken” duidelijkheid te kunnen geven over opzet en financiering van het fonds.
Lees ook
Gevluchte Oekraïense wetenschappers over de toekomst van hun land: ‘Waarden tellen ineens niet meer’
Een Kamermeerderheid wil de circa 75 miljoen, die gereserveerd was voor een toekomstig constitutioneel hof, gebruiken voor het gevangeniswezen. Tussen 2025 en 2027 wordt er jaarlijks 25 miljoen euro vrijgemaakt voor extra cellen, renovaties en cipiers.
Opvallend genoeg stemde ook NSC donderdag in met het voorstel. Oud-NSC-leider Pieter Omtzigt was een groot voorstander van een grondwettelijk hof. Mede dankzij de inmiddels gestopte fractievoorzitter werd het plan in het coalitieakkoord opgenomen.
De Nederlandse grondwet schrijft voor dat niet rechters, maar de regering en de Staten-Generaal (de Eerste en Tweede Kamer) mogen beoordelen of een wet al dan niet strijdig is met de grondwet. Van alle Europese landen heeft Nederland als enige zo’n zogeheten toetsingsverbod. Volgens het kabinet-Schoof moest een grondwettelijk hof zorgen voor een betere bescherming van grondrechten, en dat er sneller uitspraak kon worden gedaan over zaken die met deze rechten te maken hadden. Leden van het hof zouden voor maximaal één termijn van negen jaar benoemd worden, was het idee.
Ziekte
In een stemverklaring in de Tweede Kamer somde NSC’er Willem Koops donderdag de problemen in het gevangeniswezen op: „Het is niet acceptabel dat cipiers zo hard moeten werken dat inmiddels meer dan twaalf procent [van het totale aantal gevangenisbewakers] inmiddels ziek is.” Ook noemde hij het onacceptabel dat veroordeelden jaren moeten wachten voordat ze hun straf ‘mogen’ uitzitten, aldus Knoops.
Ruim vierduizend veroordeelden lopen momenteel vrij rond in afwachting van het ondergaan van hun celstraf. Ook voor duizenden mensen die naar de gevangenis moeten omdat ze bijvoorbeeld een boete niet betaalden is geen plek. Door tekorten mogen gedetineerden ook al maximaal weken eerder worden vrijgelaten.
De opgestapte staatssecretaris Ingrid Coenradie (Justitie en Veiligheid, PVV) vroeg voor de kabinetsval aan minister Eelco Heinen (Financiën, VVD) tevergeefs om 500 miljoen extra extra uit te trekken voor het cellentekort. NSC’er Teun Struycken volgde Coenradie op.
Lees ook
‘Rotmaatregel’ die niemand wil kan nu toch worden doorgevoerd: gevangenen eerder vrij
Het Britse muziekfestival Glastonbury toonde zich geschokt, hier hadden ze geen ruimte aan willen geven. Omroep BBC bood excuses aan voor het uitzenden van het bewuste fragment en verklaarde donderdag optredens met „een hoog risico” niet meer te zullen livestreamen. En premier Keir Starmer zei: „Er is geen excuus voor dit soort schokkende haatzaaiende uitlatingen.”
De controverse draait om punkband Bob Vylan, die het Glastonbury-publiek, dat massaal met Palestijnse vlaggen zwaaide, afgelopen weekend „Death to the IDF”, dood aan het Israëlische leger, liet scanderen.
Festivals en concertorganisatoren liggen in toenemende mate onder een vergrootglas. De buitenwereld spreekt hen aan op de statements die artiesten op ‘hun’ podia maken. Hoe gaan festivals daarmee om?
Op zichzelf is het niets nieuws dat bij popfestivals ruimte wordt geboden aan een waaier van meningen, vaak van de linkse kant van het politieke spectrum. Popfestivals zijn van oudsher het territorium van jongeren en hun progressieve activisme. Denk maar aan Woodstock in 1969: één lange bijeenkomst voor de tegenculturele hippiecommunity. Of neem het driedaagse Holland Festival in het Kralingse Bos in Rotterdam een jaar later, waar tienduizenden bezoekers het gedoogbeleid voor wiet en hash afdwongen tijdens optredens van Pink Floyd, Jefferson Airplane, The Byrds en Santana.
Nederland, Hilvarenbeek, 14-06-2025. Politieke uitingen op Best Kept Secret. Foto Andreas Terlaak
Die sfeer bleef altijd een beetje zo. In 1993 stampte Tom Morello met Rage Against the Machine het hoofdpodium van Pinkpop op met ‘Sendero Luminoso’ (Lichtend Pad) op zijn Telecaster geschreven, verwijzend naar de maoïstische guerillabeweging uit Peru. Een jaar later had hij ‘Arm the homeless’ als boodschap op zijn gitaar geschreven – een schrikbeeld van het establishment, maar op een popfestival viel zoiets in zeer goede aarde. En zo gaat het nog altijd. In 2017 kwam Morello terug naar Landgraaf met Prophets of Rage, waar hij een A4’tje met een boodschap voor de toen net verkozen Amerikaanse president had: ‘FUCK TRUMP’.
Ook Palestijnse vlaggen en keffiyeh’s (de bekende zwart-witgeblokte sjaals) die voor vrijheid van de Palestijnen worden gedragen, zijn nooit weggeweest van de popfestivals. Net als vorig jaar waren er bijvoorbeeld op Best Kept Secret in Noord-Brabant dit jaar weer veel van die vlaggen te zien: veel artiesten hadden ze op hun shirt of over de versterker gehangen. Ook liepen veel bezoekers in rode shirts, solidair met het rode-lijn-protest in Den Haag hetzelfde weekend.
Lees ook
Britse politie doet onderzoek naar leuzen Kneecap en Bob Vylan tijdens festival Glastonbury
Hezbollah-vlag
Toch lijkt met de ophef rond Palestijns activisme op Glastonbury een bepaalde grens te zijn gevonden. In aanloop van het festival was de aandacht vooral op de Ierse rappers van Kneecap gericht. Premier Starmer had vooraf schande gesproken van hun boeking, onder meer omdat ze vorig jaar met een Hezbollah-vlag zouden hebben gezwaaid. Die politieke druk maakte ze alleen maar populairder in Somerset (net als op Best Kept Secret twee weken eerder, waar ze naar het hoofdpodium werden gepromoveerd) waar ze voor een zee van groen, wit, rood en zwart stonden.
Maar uiteindelijk deed Bob Vylan een uurtje eerder met hun „Death to IDF” het meeste stof opwaaien. De Amerikaanse tour die de punkers hadden geboekt gaat niet door, hun visa zijn door de Amerikaanse overheid ingetrokken als reactie op hun Glastonbury-concert. Hun boekingskantoor United Talent Agency heeft ze laten vallen, en nu zijn ook concerten op het Radar festival in Manchester en Kave Fest in het Noord-Franse Gisors geschrapt – die laatste onder druk van de provincie en gemeente, die Bob Vylan niet willen verwelkomen.
Er wordt veel druk op ons uitgeoefend om te besluiten Bob Vylan wel of juist niet te annuleren
Waar ze vooralsnog nog wél in de agenda staan is het Amsterdamse Paradiso, waar de band op 12 september in het voorprogramma van Gogol Bordello staat. „Er wordt veel druk op ons uitgeoefend om te besluiten hun concert wel of juist niet te annuleren”, zegt Geert van Itallie, directeur van Paradiso, „maar wij laten ons niet forceren.” Hij noemt de uitspraken van Bob Vylan op Glastonbury een „uitschieter”, waar de rechter in Engeland zich nu over gaat uitspreken. Een reden om ze zonder meer direct te annuleren is het niet: „Strikt juridisch kun je zeggen dat er termen zijn gebruikt die aanzetten tot haat of geweld. Nu hebben ze in een verklaring laten weten dat ze het niet zo letterlijk meenden, en zich niet richtten tegen een bepaalde bevolkingsgroep. Daar ben ik wel blij mee, net als met Kneecap die zeggen geen terreur te steunen. Wij kijken nu naar hoe Bob Vylan zich eerder hebben uitgelaten. Ik vind een eenmalige uitschieter wel iets anders dan een band met een structurele haat- of geweldsboodschap. Maar we onderzoeken dus nog of in het verleden vergelijkbare statements zijn gemaakt door de band.”
Heilig
De vrijheid van meningsuiting is bijna heilig voor Paradiso, waar begin september ook Kneecap twee avonden staat, zegt Van Itallie. „Maar er zijn wel grenzen aan wat je kunt zeggen.” De afweging om Bob Vylan wel of niet te laten komen is lastiger door de polarisatie in de samenleving, zegt Van Itallie. „Een groot deel van de bevolking denkt er zo over, dat er een genocide plaatsvindt en dat het leger op burgers schiet. Dan krijg je dit soort reacties als van deze band. Die heftigheid neemt toe, dat begrijp ik, en ook de harde woorden die daar nu over vallen. Aan de andere kant zie je dat Douwe Bob voor jodenhater wordt uitgemaakt, de gemoederen lopen hoog op.”
Ook bij Down The Rabbit Hole, dat komend weekend plaatsvindt in Beuningen, weten ze „dat dit onderwerp onder een vergrootglas ligt”, zegt woordvoerder Bente Bollmann. Maar „deze dingen”, verwijzend naar artiesten die zich uitspreken, „gebeuren gewoon”. Bollman: „Wij hebben als organisatie geen invloed op wat artiesten op onze podia doen, zolang het binnen de kaders van de wet is.” Bollmann ziet hoe festivals „altijd verbonden zijn geweest met politieke en maatschappelijke ontwikkelingen”. Dat komt niet alleen door artiesten. „Onze bezoekers zijn zelf heel sociaal en maatschappelijk bewust.”
Druk om voorzichtig te programmeren voelen ze bij Into The Great Wide Open, eind augustus op Vlieland, niet. „Wij willen juist een podium bieden aan activistische artiesten”, zegt Ferry Roseboom van dat festival. Hij ziet de discussie over Bob Vylan „bijna als een bliksemafleider. We maken ons daar druk om, terwijl we in eigen land bijna een wet aannemen die illegale mensen helpen strafbaar stelt.” Roseboom ziet „een glijdende schaal” en wil het festivalpubliek „prikkelen” met lezingen, onder meer van activist Jerry Afriyie. „De tijd van achterover leunen is voorbij.”
Max Verstappen herhaalde het nog maar eens. Het was eind mei, op het circuit in Barcelona. Aan een tafeltje in het houten gebouw dat Red Bull meesleept naar elke Europese grand prix, had een journalist hem gevraagd of hij een beetje genoot van het gevecht met McLaren. „Het voelt voor mij eerlijk gezegd niet als een gevecht”, antwoordde Verstappen.
In zijn stem klonk geen frustratie door, Verstappen zat er net zo ontspannen bij als altijd tijdens mediasessies. Je zou eruit kunnen opmaken dat hij zich al had neergelegd bij het verlies van de wereldtitel.
De buitenwacht had Verstappen op dat moment, vlak voor de Grand Prix van Spanje, nog zeker niet afgeschreven. Verstappen lag 25 punten achter op leider Oscar Piastri – precies één overwinning. Hij was er al twee keer in geslaagd de snellere McLarens te verslaan. Als Verstappen zijn onberekenbare Red Bull onder controle hield, was een onwaarschijnlijke vijfde titel toch mogelijk?
Een maand later moet zelfs de grootste optimist toegeven dat de kans op zo’n triomf klein is. Na een rampweekend in Oostenrijk is Verstappen nu, halverwege het seizoen, op het Britse Silverstone gearriveerd met een achterstand van 61 punten op Piastri.
Illustratief was wat er vorig weekend in Oostenrijk gebeurde, nota bene op Red Bulls eigen circuit. Verstappen kwalificeerde zich op een teleurstellende zevende positie. Een vertekend resultaat, omdat hij door gele vlaggen een snellere ronde niet kon afmaken, maar even goed zou hij ruim achter de McLarens zijn beland. Dezelfde McLarens die zondag in de race dominant waren, nadat Verstappen in de eerste ronde door Mercedes-tiener Kimi Antonelli uit de wedstrijd was gebeukt.
Not a big deal
Verstappen was er na afloop opnieuw koel onder. Hij noemde de botsing met Antonelli „not a big deal” en sprak wat pr-zinnen over „proberen te leren” en „zien wat er gebeurt”. Red Bull-kopstuk Helmut Marko was wat meer recht voor zijn raap: „Dit dwingt ons het kampioenschap af te schrijven.”
Marko zal hebben geweten: als Red Bull nú al niet bij McLarens in de buurt kan komen, zal het verderop in het seizoen waarschijnlijk ook niet lukken. Naar Oostenrijk nam Red Bull nieuwe onderdelen mee, net als deze week naar Silverstone. Maar daarna zal er aan de auto niet veel meer veranderen, omdat het team de aandacht verlegt naar de wagen voor 2026-, die vanwege een grote regelwijziging vanaf nul ontworpen moet worden.
Intussen wordt elke race duidelijker hoe problematisch Red Bulls huidige RB21 is. De auto besturen is als een turnoefening uitvoeren met een absurd hoge moeilijkheidsgraad. Verstappen kan de auto nog enigszins beheersen en er dan ook hoge scores mee halen; áls hij werkt, is de RB21 goed. Andere rijders verslikken zich simpelweg in alle race-acrobatiek die nodig is om de auto te temmen .
Neem Yuki Tsunoda, Verstappens teamgenoot sinds Liam Lawson in april werd weggestuurd. De Japanner startte in Oostenrijk vrijwel achteraan – alweer – en finishte na een rommelige race op twee ronden achterstand als laatste. „Ik probeerde van alles, maar niets werkte”, zei Tsunoda, wiens auto „de banden opvrat”, en „ronde na ronde minder grip” had.
De coureur zelf valt, zo is nu wel duidelijk, weinig te verwijten. „Hij is geen pannenkoek hè”, zei Verstappen onlangs over Tsunoda, die eerder in zijn carrière inderdaad bewees dat hij een sterke rijder is. Net zoals zijn voorgangers Sergio Pérez, Alexander Albon en Pierre Gasly, die buiten Red Bull een prima palmares hebben.
Het ontwikkelpad dat Red Bull de afgelopen jaren is ingeslagen, leidde aanvankelijk tot auto’s die – hoewel lastig te besturen – perfect aanvoelden voor Verstappen. Maar na wat verkeerde ontwerpkeuzes heeft de ingezette koers nu een model opgeleverd waarin zelfs de wereldkampioen zich niet meer op zijn gemak voelt, laat staan andere F1-rijders die zijn niveau niet halen.
Lees ook
Coureurswissel laat zien: alleen Verstappen heeft onbestuurbare Red Bull onder controle
Zo dringt zich een pijnlijke realiteit op: zonder Verstappen is Red Bull Racing een team in de achterhoede. En precies over zo’n toekomst zonder Verstappen gonsde het de afgelopen week van de geruchten. Verstappen zou op het punt staan om vanaf 2026 naar Mercedes te vertrekken, meldde de Italiaanse tak van Sky Sports.
Geflirt met Mercedes
Er is brandstof voor zulke berichten. Mercedes-teambaas Toto Wolff maakte Verstappen al eerder het hof. En nu komt daarbij dat Mercedes-rijder George Russell ondanks zijn formidabele prestaties dit seizoen nog altijd geen contractverlenging voor volgend jaar heeft gekregen. Russell zei vorige week dat dit komt doordat Mercedes de mogelijkheid wil openhouden om Verstappen vast te leggen – wat Wolff een dag later tegenover journalisten niet ontkende.
Anderzijds: in de Formule 1 zijn teams en coureurs continu in gesprek, elkaar aftastend, hun marktwaarde onderzoekend, en loerend op mogelijkheden voor toekomstige deals. Of Verstappen écht naar Mercedes wil – en kán, gezien zijn contract tot 2028 bij Red Bull – weten alleen de direct betrokkenen.
Een logisch moment om over te stappen is 2026 niet per se. Niet alleen de auto’s worden compleet anders, ook het motorreglement gaat op de schop. Wie begin volgend jaar de beste combinatie heeft, valt niet te zeggen. Wat dat betreft zou Verstappen beter nog een jaar kunnen afwachten, om te zien hoe de rangorde uitvalt.
Donderdag reageerde Verstappen tegenover journalisten op Silverstone, terug in het houten teamgebouw, kortaf op alle geruchten. „Ik praat niet over mijn contract. Er is op dit moment geen beslissing genomen.” En Russell? Die zegt zich „geen zorgen” te maken: „De kans dat ik volgend jaar niet bij Mercedes rijd, is volgens mij uitzonderlijk klein.”