Minister Eddy van Hijum (Sociale Zaken, NSC) reageert afwijzend op het pensioenvoorstel van NSC, BBB en PVV. Deze partijen willen pensioenfondsen verplichten om werknemers en gepensioneerden inspraak te geven bij het verhuizen van hun tot nu toe opgebouwde pensioengeld naar het nieuwe stelsel. Van Hijum concludeert dat de „veronderstelde voordelen niet opwegen tegen de nadelen”, zo zei hij na de wekelijkse ministerraad. Volgende week debatteert de Tweede Kamer over dit voorstel.
Dat Van Hijum het voorstel afwijst, is opvallend omdat het zo’n belangrijk standpunt is van zijn eigen NSC en in het bijzonder van partijleider Pieter Omtzigt. Bovendien keert Van Hijum zich hiermee, namens het hele kabinet, tegen een voorstel van drie van de vier coalitiepartijen. De VVD is wel een uitgesproken tegenstander van het NSC-voorstel.
Maar als minister heeft Van Hijum een „eigen rol en verantwoordelijkheid voor het stelsel en de uitvoerbaarheid”, zegt hij in een toelichting. Het voorstel van zijn partijgenoten leidt tot „grote gevolgen voor de uitvoering, vertraging en financiële gevolgen”, volgens Van Hijum. „Wij vinden dat bestuurlijk niet verstandig.”
De minister heeft geluisterd naar de brede kritiek die het voorstel kreeg vanuit de pensioensector, toezichthouders en werkgevers- en werknemersorganisaties. Pensioenfondsen schreven dat het voorstel „getuigt van onbehoorlijk bestuur”. Toezichthouder De Nederlandsche Bank waarschuwde voor „onnodig complexe uitvoering” en jarenlange vertragingen. En de Raad van State adviseerde Van Hijum om zich tegen het voorstel te keren omdat het zou leiden tot een „ernstige verstoring” van de overgang op de nieuwe regels, waar pensioenfondsen al jaren mee bezig zijn.
Van Hijum zegt dat hij ziet dat er „zorgen” leven over de overgang op nieuwe pensioenregels, en hoe die uitpakt voor mensen. Om daaraan tegemoet te komen wil hij dat pensioenfondsen „beter uitleggen” waarom hun keuze om het oude pensioengeld mee te verhuizen in hun geval voordelig is.
Nieuwe poging
NSC-leider Pieter Omtzigt probeerde al in 2022 om meer inspraak te regelen, toen de Tweede Kamer debatteerde over de nieuwe pensioenwet. Zijn voorstel de pensioenfondsen referenda te laten houden werd weggestemd en de wet trad in 2023 in werking. Pensioenfondsen hebben tot 2028 de tijd om over te stappen. Maar de partijen die het plan van Omtzigt toen steunden, hebben inmiddels een meerderheid in de Tweede Kamer. Vandaar dat hij nu een nieuwe poging doet, samen met coalitiepartners BBB en, sinds deze maand, PVV.
In hun voorstel moeten pensioenfondsen hun aangesloten werknemers en gepensioneerden vragen of ze hun tot nu toe opgebouwde pensioengeld mogen meeverhuizen naar het nieuwe stelsel. Ze moeten dan kiezen uit twee vormen van inspraak.
Fondsen kunnen mensen de kans geven om individueel bezwaar te maken. Dan wordt alleen het ‘oude’ pensioengeld van deze bezwaarmakers afgezonderd, waarvoor de oude regels blijven gelden. Een pensioenfonds mag ook een referendum organiseren. Dan moet minimaal 30 procent van de aangesloten werknemers en gepensioneerden komen stemmen én een meerderheid moet instemmen met overzetten van ‘oud’ pensioengeld. Anders geldt het nieuwe stelsel alleen voor nieuwe premies.
In de Tweede Kamer is het pensioenvoorstel kansrijk, maar in de Eerste Kamer lijkt er geen meerderheid voor te zijn. Toch is het voor de Eerste Kamer niet eenvoudig om er zomaar tegen te stemmen, want het NSC-plan is geen apart wetsvoorstel. Het is een voorgestelde aanpassing (‘amendement’) bij een technisch wetsvoorstel van minister Van Hijum dat pensioenfondsen een jaar langer geeft – tot januari 2028 – om over te stappen op het nieuwe stelsel. Dat uitstel heeft de sector hard nodig.
De Eerste Kamer kan de NSC-aanpassing alleen tegenhouden door tegen het volledige wetsvoorstel te stemmen. Of door dat wetsvoorstel terug te sturen naar de Tweede Kamer: dan dreigt er een patstelling.
Een andere mogelijkheid is dat Van Hijum zelf besluit om het wetsvoorstel, met de voor hem ongewenste aanpassing, niet door te zetten. Hij zal dan wel een andere manier willen zoeken om het uitstel tot 2028 te regelen.
NRC Vandaag is met vakantie, maar we zijn niet helemaal weg. Deze week hoor je de zomerselectie: vijf van onze beste afleveringen van afgelopen jaar. Deze aflevering kwam eerder uit op 12 mei.
De koffieautomaat in de supermarkt verdwijnt, boodschappen gaan via de zelfscankassa en buren zitten verborgen achter een tuinhek van twee meter. Verslaggever Freek Schravesande ziet door heel Nederland dat we de ander niet meer ontmoeten. Terwijl een gesprekje over niks die gepolariseerde maatschappij juist weer bij elkaar kan brengen.
Heb je vragen, suggesties of ideeën over onze journalistiek? Mail dan naar onze redactie via [email protected].
Groot feest op de Korenmarkt in Arnhem. Supporters omhelzen elkaar, zingen clubliederen en steken fakkels de lucht in. Het is zaterdagavond 3 augustus 2024, een kleine week voor de eerste competitiewedstrijd tegen Telstar.
Na een zomer vol onzekerheid, particuliere steuninitiatieven en haastig in elkaar geschroefde reddingsplannen heeft Vitesse de beroepscommissie van de KNVB op de valreep overtuigd: het besluit de proflicentie in te trekken, wordt ongedaan gemaakt. De club is gered, uit handen van Russische oligarchen én een Amerikaanse investeerder op wie ze nooit werkelijk grip kreeg. Dat Vitesse voor het eerst in 35 jaar is gedegradeerd, is bijzaak voor supporters. Ze kijken uit naar een nieuw seizoen, een nieuw Vitesse.
Nu, een klein jaar en talloze tamelijk onnavolgbare plotwendingen later, resten desillusie, verwarring en ongeloof. Eerder deze maand verloor Vitesse zijn proflicentie opnieuw, donderdagavond oordeelde de beroepscommissie in harde bewoordingen dat die beslissing niet wordt teruggedraaid. Definitief dit keer, zo lijkt het.
Vitesse wordt een „meerjarig patroon van misleiding, omzeiling en ondermijning van het licentiesysteem” verweten. Dat begon feitelijk al in 2010, toen Vitesse de eerste Nederlandse club werd die in buitenlandse handen kwam. De Georgische zakenman Merab Jordania kocht Vitesse destijds van de lokale ondernemer Maasbert Schouten en stelde supporters binnen drie jaar een landskampioenschap in het vooruitzicht.
Wat hij er niet bij vertelde, is dat de miljoeneninvesteringen die daarvoor nodig waren via geheime financiële constructies afkomstig waren van Roman Abramovitsj, de Russische oligarch en toenmalig Chelsea-eigenaar, die nauwe banden onderhoudt met het Kremlin. Abramovitsj bleef op de achtergrond jarenlang heimelijk de financier van Vitesse, ook nadat Jordania zijn aandelen had verkocht aan de Rus Alexander Tsjigirinski. Die deed de club op zijn beurt in 2018 weer van de hand aan de Valeriy Oyf, eveneens Rus en ook een zakenman uit het netwerk van Abramovitsj.
Russische invasie
Kampioenschappen kwamen er niet (een keer won Vitesse de beker), wel bouwde de Arnhemse club in de jacht op sportief succes een schuld op van 150 miljoen euro bij zijn Russische eigenaar. Die werd een acuut probleem toen Rusland in 2022 Oekraïne binnenviel en Abramovitsj op westerse sanctielijsten belandde.
Het geld dat Oyf in Vitesse stak, zo bleek uit onderzoek van het Britse journalistieke onderzoeksplatform TBIJ en The Guardian in samenwerking met NRC, Trouw en Het Financieele Dagblad, was via trustbedrijfjes namelijk vrijwel volledig afkomstig van de miljardair die inmiddels noodgedwongen afstand had gedaan van zijn Chelsea-aandelen.
Met de Russische invasie van Oekraïne begon de ellende voor Vitesse. Oyf wilde wel van zijn aandelen af en zelfs zijn vordering op de club wegstrepen, alleen dat ging niet zomaar. Huisbank ING en het ministerie van Economische Zaken zochten eerst opheldering over het Russische geld dat jarenlang door de club was gestroomd, de accountant weigerde de jaarrekening goed te keuren en de licentiecommissie eiste duidelijkheid over de herkomst van het vermogen van Coley Parry, de Amerikaanse durfinvesteerder die plotseling in Arnhem was verschenen om de club over te nemen.
Maar transparantie, hoe vaak ook in woord beleden, konden of wilden de verschillende directeuren en interim-bestuurders van Vitesse niet afdwingen bij de geldschieters van de club. En dus sleepten de Russische dossiers zich voort en wees de licentiecommissie de overname door Parry na maandenlang onderzoek af, omdat ze naar eigen zeggen niet kon vaststellen hoe vermogend zijn investeringsmaatschappij (Common Group) was en waar de financiering precies vandaan kwam. Ondertussen had de Amerikaan een vordering van ruim 15 miljoen euro op Vitesse opgebouwd – leningen verstrekt om tekorten af te dekken – met de garantie dat die bij wanbetaling zou worden omgezet in aandelen.
Zo stevende Vitesse vorige zomer af op een faillissement. De KNVB trok de proflicentie in, nadat de club eerder al 18 punten in mindering had gekregen en daarmee was gedegradeerd. En Vitesse had niet de inkomsten om zijn schulden te voldoen, noch de gaten in de begroting te dichten.
Lees ook
Het is in Arnhem iedere dag ‘Vitesse Vrijdag’. ‘Ik zou niet weten wat ik moet doen als de club ophoudt te bestaan’
Dat de club toch overleefde, dankte ze onder meer aan de stichting Vitesse voor Altijd, die werd opgericht om met instemming van de licentiecommissie en in afwachting van een nieuwe eigenaar de aandelen tijdelijk over te nemen van Oyf en zo een einde te maken aan de Russische invloed. Maar vooral aan een clubje lokale ondernemers, dat bereid was voor miljoenen garant te staan om het tekort op de begroting te dekken.
Die garantstelling was cruciaal, want de beoogde redder van de club, de in Zwitserland gevestigde ondernemer Guus Franke, was nog niet goedgekeurd door de licentiecommissie. En Parry? Die had ondanks zijn miljoenenvordering geen enkele zeggenschap meer bij Vitesse, beloofde de club stellig. “We kunnen eindelijk weer gaan voetballen”, zei interim-directeur Edwin Reijntjes. “Wij worden langzaam weer een voetbalclub.”
Side letter
In de euforie van het moment gaat verloren dat de licentiecommissie dan al een waarschuwende toon aanslaat. Ze kondigt een “verscherpt onderzoek” aan naar Guus Franke, omdat Vitesse onvoldoende duidelijkheid heeft gegeven over “de volledige belangen van de beoogd aandeelhouder en de herkomst van zijn vermogen”. Nauwelijks vier maanden later is het broze vertrouwen dat was opgebouwd tussen Vitesse en de KNVB verdampt. De Telegraaf onthult dat Franke en Parry een geheime afspraak hebben gemaakt, vastgelegd in een side letter, die de Amerikaan via een zogeheten pandrecht op de aandelen mogelijk tóch invloed geeft binnen de club.
Vitesse-directeur Reijntjes zegt te zijn overvallen door het nieuws, Franke trekt zich terug. Maar de vertrouwensbreuk wordt in de maanden die volgen alleen maar groter. Eerst trekt Vitesse een procedure in die in de zomer is ingesteld bij de Ondernemingskamer, met als gevolg dat twee onafhankelijke commissarissen hun positie kwijtraken. Argument: te duur. Even later kondigt Vitesse onverwachts de komst van vijf nieuwe, buitenlandse eigenaren, van wie er een in de klas heeft gezeten bij Coley Parry.
De fanshop van Vitesse
Foto Dieuwertje Bravenboer
Het Duits-Amerikaans-Italiaanse gezelschap heeft de miljoenenvordering van Parry overgenomen en omgezet in aandelen, is het verhaal. Bovendien hebben ze afzonderlijk allemaal een belang dat kleiner is dan 25 procent, dus volgens de KNVB-reglementen hoeven ze niet onderworpen te worden aan een onderzoek van de licentiecommissie.
Slim bedacht misschien, maar de licentiecommissie neemt er geen genoegen mee. Integendeel, ze voelt zich geschoffeerd en belazerd na alles wat er gebeurd is. De beloftes van beterschap, helemaal als duidelijk wordt dat het vijftal en Parry geen volledige openheid willen geven over de financiële afspraken die zijn gemaakt met betrekking tot de openstaande schuld. „Na de stellige toezeggingen van Vitesse in de zomer van 2024, toen de club ook al de licentie kwijt dreigde te raken, is de club doorgegaan met het omzeilen en ontduiken van het licentiesysteem”, concludeert de licentiecommissie in mei van dit jaar.
Reijntjes is dan al weg, zoals ook de beoogde nieuwe eigenaren het in juni voor gezien houden. Een groepje regionale ondernemers (Sterkhouders Vitesse Arnhem) werpt zich op als redders van de club. Maar hoe een overname er precies uit moet zien, blijft onduidelijk. Bovendien gaat het voor de KNVB inmiddels al lang niet meer alleen om geld en het zoeken naar een werkbare oplossing, het vertrouwen moet hersteld. En dat lukt niet meer.
De beroepscommissie van de KNVB is zich bewust van de grote impact die het besluit heeft op „de belangen van supporters, werknemers, de regio en andere stakeholders van Vitesse”, schrijft ze donderdagavond. Maar deze maatregel is volgens de voetbalbond noodzakelijk om „de geloofwaardigheid van het licentiesysteem” te beschermen. Vitesse laat via zijn website weten „verslagen” te zijn door het nieuws.
Helemaal voorbij is het nog niet. Vitesse stapt vermoedelijk naar de civiele rechter om de straf aan te vechten, maar die toetst alleen of het proces zorgvuldig is verlopen, niet inhoudelijk. Levert die route niets op, dan raakt Arnhem zijn 133 jaar oude profclub kwijt.
Op de middelbare school raakte ik in de ban van de Russische schrijver Konstantin Paustovski (1892-1968). Telkens als in Privé-domein een nieuw deel van zijn literaire autobiografie Verhaal van een leven verscheen, snelde ik naar de boekhandel om het vaak nog dezelfde avond in een ruk uit te lezen. Als gymnasiast in de roerige nadagen van het tsaristische Rusland, hospik in het Russische leger tijdens de Eerste Wereldoorlog en journalist tijdens de revolutie van 1917 trok Paustovski me zijn spannende en romantische leven binnen, zoals ik dat zelf wilde leiden.
Toen ik jaren later in Rusland woonde, leek dat verlangen te worden gerealiseerd, al liet een revolutie op zich wachten. Ik reisde Paustovski achterna waar ik kon. In Moskou liep ik dagelijks langs het imposante flatgebouw aan het einde van mijn straat waar hij als gevierd schrijver had gewoond. In Odessa bezocht ik de plaatsen waar hij als jonge journalist zijn kopij voor zeeliedenkrant Morjak schreef. In het nabijgelegen museumpje kon ik zelfs zijn blauw-witgestreepte matrozenhemd, zijn pet en een blikken bordje aanraken. Ook ging ik bezoek bij zijn stiefdochter Galina Arboesova, eerst op de familiedatsja in het schilderachtige stadje Taroesa, later in het mooie flatgebouw in mijn straat, waar alles er nog net zo uitzag als tijdens het leven van de schrijver, alsof hij ieder moment kon binnenkomen.
Mijn fascinatie voor Paustovski dankte ik geheel aan Wim Hartog, die hem in de jaren zestig voor Nederland had ontdekt en hem vertaalde. Nergens buiten Rusland zou de schrijver zo veel gelezen worden als bij ons. Allemaal dankzij Hartogs vermogen om met name Paustovski’s schitterende natuurbeschrijvingen in even mooi Nederlands om te zetten. Op 22 juli jongstleden is hij overleden, in zijn 85ste levensjaar.
Andere schrijvers heeft Hartog bij mijn weten niet vertaald. Hij zal er de tijd niet voor hebben gehad. In het dagelijks leven was hij congrestolk, wat hem bij uitstek geschikt maakte als vertaler van Paustovski, omdat hij je altijd het gevoel geeft naast je te zitten als hij je over zijn leven vertelt.
In 1985 zond de NOS-televisie een interview met Hartog uit. Daarin vertelde hij ronduit over zijn literaire held. De ene anekdote volgde op de andere. Alsof hij de reïncarnatie van de schrijver was. Zelf had hij Paustovski nooit ontmoet. Wel was hij halverwege de jaren zestig in Parijs langs een boekhandel gelopen waar de schrijver signeerde. Maar omdat hij hem toen nog niet kende, liep hij door.
In 2016 stelde Hartog een collectie verhalen, dagboeken en brieven van Paustovski samen in Goudzand. Je kunt dat boek lezen als een biografie op grond van documenten. Paustovski komt er niet altijd zo goed vanaf, vooral waar het zijn omgang met vrouwen betreft.
Een paar weken geleden verscheen Hartogs herziene vertaling van De gouden roos, Paustovski’s boek over zijn schrijverschap. Opnieuw genoot ik van zijn autobiografische verhalen en zijn opmerkingen over favoriete schrijvers als Boenin, Tsjechov en Gorki. Alleen al de door hem aangehaalde zin van Tsjechov, ‘Geef mij een asbak en ik schrijf er een verhaal over’, deed mij glimlachen. Niet alleen om Paustovski, maar ook om Wim Hartog, voor wie ik bij dezen een diepe buiging maak.