Miljoenen apparaten, waaronder 2,5 miljoen vapes, belanden bij het huisvuil. ‘Bijna wekelijks is er brand in een vuilniswagen’

De verjaardagskaart die bij het openslaan Happy Birthday to you begint te zingen. De test waar ‘zwanger’ op het display verschijnt. Het peuterboekje waarvan de koe echt loeit. Het led-waxinelichtje. De vape.

Vorig jaar belandden ongeveer 55 miljoen apparaten en kabels onterecht bij het huisvuil. Daaronder vallen ook 2,5 miljoen brandgevaarlijke vapes. Dat blijkt uit nieuwe cijfers waar de stichting OPEN maandag mee komt. OPEN regelt namens de producenten van apparaten en lampen de inzameling en recycling van deze spullen, en wil dus dat zo min mogelijk in de prullenbak verdwijnt.

De cijfers zijn een onderbouwde schatting. Een onderzoeksbureau heeft de (enigszins ondankbare taak) op zich genomen 239 ton restafval te sorteren, afkomstig uit 357 ‘steekproefmonsters’ vuilnis van door het hele land. Zij vissen handmatig alles met een batterij en snoer uit het afval, kijken naar de totale hoeveelheid vuilnis en komen op basis daarvan op deze grote getallen uit. Dit jaar werd voor het eerst vapes als aparte categorie geteld.

Bij twee derde van het immense getal van 55 miljoen gaat het om ‘kleine apparaten’. Daar zit een groot probleem. Bij een elektrisch apparaat denken mensen aan een laptop of koelkast. Maar tegenwoordig worden in zoveel spullen batterijen gestopt, dat ze bijna niet meer worden herkend als elektrisch apparaat. Net zo makkelijk als andere spullen, gaan ze in de prullenbak. Terwijl: als het warm wordt, licht geeft, geluid maakt of beweegt – dan zit er vaak een batterij in.

Als een AA-batterij in een vuilniswagen belandt, is dat niet de bedoeling, maar op zichzelf niet zo’n probleem. Maar in steeds meer spullen – en in de meeste vapes – zitten zogeheten lithiumbatterijen. Die zijn populair onder producenten omdat ze meer energie kunnen opslaan dan ‘ouderwetse’ batterijen. In de vuilniswagen wordt het afval samengeperst, zodat er zoveel mogelijk afval in kan. Lithiumbatterijen zijn brandbaar.

Brandgevaar

Harde cijfers zijn er niet. Had ze ze maar, zegt Wendy de Wild van de gemeentelijke afvalbedrijven (NVRD). „Uit een eerste inventarisatie komt de conclusie dat bijna wekelijks brand uitbreekt in een vuilniswagen.”

Voor alle duidelijkheid: lithiumbatterijen ontvlammen niet zomaar. „Mensen hoeven nu niet in paniek door hun huis te rennen op zoek naar batterijen”, zegt De Wild. „Maar als het breekt, gaat het vonken. En als het vervolgens tegen iets brandbaars aan ligt…”

Een vuilniswagen heeft sensoren die aangeven dat een lading te warm wordt. Vervolgens is het de kunst zo snel mogelijk de lading te lossen. Anders heeft de bestuurder eigen blusspullen aan boord. Maar gaat het te hard, dan brandt soms een hele vuilniswagen uit door een vape, vertelt De Wild. „En zo’n wagen kost tonnen.”

Het vapedossier kent veel parallellen met het dossier lachgascilinders, waarmee afvalbedrijven ook in hun maag zitten. Op lachgascilinders zat jarenlang statiegeld, maar nu niet meer, vanwege het lachgasverbod. Daardoor worden ze nu vaker bij het huisvuil gegooid en ontploffen ze te pas en te onpas in verbrandingsovens. Volgens Steven van Eijck, voorzitter van stichting OPEN, „gaat dat er hard aan toe”. Soms is door de schade dagenlang een oven onbruikbaar.

Inmiddels hebben onder meer de afvalverwerkers, metaalfederatie en sloopbedrijven en stichting OPEN een ‘Taskforce batterijbranden’ in het leven geroepen. Om te kijken hoe het probleem van de brandbare vapes bij het vuilnis kan worden opgelost. En om te zorgen voor betrouwbare cijfers over vape-branden.

„Wat we eigenlijk willen met die vapes, is dat ze netjes worden ingeleverd op de plek waar ze worden verkocht”, zegt Van Eijck. „Daar hebben wij een mooi hulpmiddel voor dat ze zouden kunnen gebruiken, een afgesloten metalen bus waar ze niet in kunnen ontvlammen.”

De leden van de taskforce denken bijvoorbeeld aan een statiegeldsysteem. Maar hoe dat te verplichten, is nog ingewikkeld. Ambtenaren van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport wezen er ook op dat je vapes in een campagne niet aantrekkelijk wil afbeelden, zodat het niet als reclame zou kunnen werken.


Lees ook

Hoe de moraliteit uit het kapitalisme verdween en iedereen een calculerende consument werd

Hoe de moraliteit uit het kapitalisme verdween en iedereen een calculerende consument werd

Metalen

Branden zijn niet het enige nadeel van batterijen en apparaten bij het vuilnis. Metalen die prima zouden kunnen worden hergebruikt, nemen via de prullenbak de verkeerde afslag naar de afvalverbrandingsinstallatie.

In batterijen zit vaak kobalt, nikkel, zink en mangaan. Koper zit in alles met een stekker en apparaten die een draaiende beweging kunnen maken, denk aan borsteltjes op je tandenborstel of kinderspeelgoed. Opvallend veel mensen gooien hun smartphone bij het restafval. Daar zit koper in, en zelfs een klein beetje zilver en goud.

Als die kleine apparaten op de juiste manier zijn weggegooid, worden de metalen teruggewonnen, zegt Van Eijck OPEN. „Wij [als stichting] betalen eraan mee zodat recyclingbedrijven dat doen. En we zijn enorm aan het innoveren om het steeds beter te doen.”

Zulke metalen krijgen dus een tweede leven, maar meestal niet in een batterij. Nikkel kan een nieuw leven krijgen in een brilmontuur. Staal kan in een auto. Zink in een gieter. Aluminium komt weer terug in een fietsframe.

Door de Europese Battery directive worden ook batterijproducenten komende jaren gedwongen gerecyclede metalen in hun nieuwe batterijen te gebruiken. Het is de bedoeling dat producenten hun batterijen vervolgens ook zo gaan ontwerpen, dat de metalen mooi zuiver terug te winnen zijn. Zo worden ze ook aantrekkelijker om in nieuwe batterijen te gebruiken.

Spullen met batterijen of snoeren weggooien hoeft niet ingewikkeld te zijn. Het kan in veel supermarkten, bouwmarkten, en altijd in milieustraten. Producenten en recyclingbedrijven werken ondertussen aan steeds betere recycling. Maar zelfs als niet zoveel verloren zou gaan in de afvalfase, dan nog is het de vraag of we echt zoveel apparaten met kostbare metalen moeten kopen en weggooien.

„De sector brengt jaarlijks voor 35 miljard euro aan apparaten op de Nederlandse markt”, zegt Van Eijck. Dat immense getal roept de vraag op: is het echt nodig om overal batterijen in te stoppen?

Moet een kussen op de bank warm kunnen worden, of is een dekentje genoeg? Is het zo belangrijk dat een kinderschoen licht geeft? Moet een wegwerp-zwangerschapstest een chip en display hebben? Hoeft een verjaardagskaart echt te kunnen zingen?