Gaat het over de inkomsten en uitgaven van de overheid, dan klinken vaak onheilspellende metaforen van wind en wegen. Ook dit jaar. Minister van Financiën Eelco Heinen (VVD) reed „permanent op de vluchtstrook”, schreef overheidsadviseur Raad van State op Prinsjesdag. Hij moest oppassen niet „tegen de vangrail aan te knallen”, zag de belangrijkste economische voorspeller, het Centraal Planbureau. De minister van Financiën erkende: „We varen scherp aan de wind.”
Alles droeg dezelfde analyse in zich: het verschil tussen de Rijksinkomsten en -uitgaven is zó groot, dat het tekort dicht in de buurt zou komen bij de afgesproken Brusselse grens van 3 procent van het bruto binnenlands product (bbp), alles wat er verdiend wordt. Die grens dien je niet te overschrijden, maar als je dicht langs de vangrail rijdt kun je daar al door één tegenvaller tegenaan botsen.
Deze maandag bleek juist dat de overheid voor 2024 vooralsnog niet koerst op een tekort, maar op een óverschot. De overheid ontving het eerste halfjaar 8 miljard euro meer dan het uitgeeft, meldde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) maandagochtend. De overheidsschuld daalt daardoor tot 475 miljard euro (43,2 procent van het bruto binnenlands product). Zo laag was de schuld voor het laatst eind 2007. Hoe kan dat, en waarom waarschuwen rekenmeesters alsnog?
Gestegen lonen
De belangrijkste oorzaak voor het overschot ligt aan de inkomstenkant van de overheid, zegt hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen van het CBS. De lonen van mensen zijn gestegen, de werkloosheid ligt laag, en daardoor ontvangt de overheid meer inkomstenbelasting dan verwacht.
Dankzij deze meevaller zal minister Heinen voor 2024 een stuk verder van de Europese drieprocentsnorm afliggen. In de Miljoenennota schat Heinen het tekort over heel 2024 nog op 18,5 miljard euro. Dat is 1,6 procent van het bbp. Om dat te behalen, berekende het CBS, zou hij voor de tweede helft van 2024 ruim 26 miljard euro meer moeten uitgeven dan er binnenkomt. Hoewel Heinen te maken heeft met tegenvallers die hij deels wil betalen door de schuld op te laten lopen, is het niet de verwachting dat hij op zo’n bedrag uitkomt.
Daarnaast heeft de overheid aan de uitgavenkant al langer problemen, zegt hoogleraar economie aan de Universiteit van Amsterdam en hoofdeconoom bij PwC, Barbara Baarsma. Het lukt de overheid niet om al het geld dat het van plan is uit te geven ook daadwerkelijk uit te geven. Dat bedrag lag gebruikelijk rond de 1 á 3 miljard euro. De laatste jaren liep het op tot 7 miljard euro in 2023. Doordat Heinen dat geld niet kan uitgeven, houdt hij het op zak en valt het overheidssaldo minder negatief uit.
Misschien op de korte termijn fijn, maar op de lange termijn is dat onwenselijk, zegt Baarsma. Zo behaal je gestelde beleidsdoelen niet, terwijl die doelen wel blijven staan. Dat geld moet Heinen daarom later alsnog uitgeven. Vooral het ministerie van Defensie lukt het niet om al het begrootte geld uit te geven. Deels omdat daar de afgelopen jaren in een keer véél meer geld voor gereserveerd was. Maar de belangrijkste oorzaak van niet uitgegeven geld is een combinatie van veel vacatures en weinig werklozen. Voor sommige klussen in de publieke sector zijn geen mensen om ze uit te voeren.
Het probleem van geld dat blijft liggen, maakt het voor het Centraal Planbureau ook ingewikkelder om te voorspellen hoe het met de overheidsfinanciën gaat, zegt Baarsma. „Dat ondermijnt de voorspellingen. Je hoort politieke partijen al zeggen: waarom zou ik mijn plannen nog laten doorrekenen als de voorspellingen toch niet uitkomen?”
Maar de belangrijkste reden waarom waarschuwingen voor vangrails en vluchtstroken van kracht blijven: een overschot nu wil niet zeggen dat dit in de toekomst ook zo is. Kijken we verder vooruit, zegt Baarsma, dan wordt de stand van de overheidsfinanciën zorgwekkend. Nederland kent in de toekomst steeds minder werkenden en steeds meer mensen op leeftijd. Daardoor stijgen bijvoorbeeld de zorgkosten en dalen de belastinginkomsten. En ook de kosten voor milieu- en klimaatgerelateerde problemen zullen stijgen, verwacht Baarsma. Zo loopt de schuld snel op. Zeker als het onderwijs, de gezondheidszorg en de rechtspraak van dezelfde kwaliteit moeten blijven als nu. „Tenzij de overheid de belastingen verhoogt.”