Geert Wilders zegt dat hij niet wil dreigen. Maar dat is wel wat hij deze maandag in de richting van zijn coalitiepartners en het kabinet doet, bijna twee uur lang, in een door hem georganiseerde persconferentie in Den Haag.
„De grens is bereikt”, zegt de PVV’er. Hij staat in een zaaltje in Nieuwspoort, een groot deel van de tijd met een hand in zijn broekzak. „Míjn grens is bereikt.” Omdat de PVV niet tevreden is met het asiel- en migratiebeleid van het kabinet, komt de partij met tien aanvullende maatregelen. Asieladvocaten laten in eerste reacties weten dat die juridisch onhaalbaar zijn.
Zo wil Wilders de grenzen sluiten voor asielzoekers. Daarvoor zou het leger volgens hem ingezet moeten worden. Alleenstaanden met een verblijfsvergunning zouden na veertien weken asielzoekerscentra moeten verlaten en zelf op zoek moeten gaan naar onderdak. „Bijvoorbeeld bij familie, bij landgenoten die al een woning hebben of bij Nederlanders die claimen zo begaan te zijn met het lot van deze mensen”, aldus Wilders. De PVV’er wil zo asielzoekerscentra kunnen sluiten.
Oude plannen, nieuwe poging
Het zijn merendeels geen nieuwe ideeën, maar een herhaling van het verkiezingsprogramma van de PVV. Tijdens de formatie lukte het Wilders niet om die in het hoofdlijnenakkoord te krijgen. Toch wil hij daar opnieuw over onderhandelen met coalitiepartners VVD, NSC en BBB. De leiders van die partijen zijn maandag niet van te voren op de hoogte gesteld van de inhoud van de plannen.
Die plannen zijn „niet vrijblijvend”, zegt Wilders in het perszaaltje. „Ons geduld is nu op”, zegt hij ook. „Er moet nu geleverd worden, en snel.” Hij kondigt aan dat „de handschoenen van de PVV vanaf vandaag uitgaan”.
Als er niets verandert, zegt hij, „dan zijn we weg”. Zijn ultimatum: „Een paar weken.”
Kondigt de leider van de grootste regeringspartij een kabinetsval aan?
„Nee”, zegt Wilders. Zijn plannen zijn „geen oekaze”, zegt hij een paar keer. En er is ook „geen dwang”. Hij is een „positief mens”. Om daar vervolgens steeds aan toe te voegen dat de plannen die hij presenteert „niet vrijblijvend” zijn. „We gaan niet meer eeuwig wachten, buigen, en weet ik wat nog meer.”
Het is een versie van Wilders die de afgelopen maanden vaker te zien was: eerst dreigen in de richting van coalitiepartners, vooral NSC, om vervolgens zelf een geitenpaadje te bieden uit de crisissituatie die hij zelf met zijn woorden had gecreëerd.
Dat hij daarvoor een persconferentie belegt, is wel nieuw. PVV’ers praten zelden met journalisten. Wilders is bijna alleen aanspreekbaar op dinsdagmiddag, rond het wekelijkse vragenuur in de grote zaal van de Tweede Kamer. En ook dan gaat het op zijn manier: als hij er geen zin in heeft, loopt hij door. Deze maandag is dat anders. Er is een zaaltje gereserveerd, er staat een katheder, een banner met het PVV-logo. Er zijn vooraf boekjes gedrukt voor journalisten en Wilders blijft net zolang vragen beantwoorden tot die er niet meer zijn.
Moeite doen voor kiezers
Een verklaring voor dat atypische gedrag is er ook. Al weken zakt de PVV weg in peilingen. De partij van Geert Wilders, nu nog met 37 zetels de grootste in de Tweede Kamer, houdt er virtueel nog zo’n 29 over en zou daarmee even groot zijn als de VVD en als Groen Links-PvdA. Toen journalisten Wilders een paar weken geleden vroegen hoe hij dat verklaarde, was hij begonnen over dat mensen te weinig verandering zagen.
En dat is wat Wilders deze maandag vooral lijkt te willen doen: laten zien aan zijn kiezers dat hij moeite voor ze doet, dat hij met plannen komt om zijn belofte – dat er écht iets merkbaar zou veranderen met de PVV als grootste partij – waar te maken.
In de praktijk lukt dat amper. In de Tweede Kamer leeft binnen en buiten de coalitie veel onvrede over minister Marjolein Faber (Asiel en Migratie, PVV), die nog niet veel voor elkaar heeft gekregen en weinig moeite doet om de Tweede en Eerste Kamer achter haar wetsvoorstellen te krijgen. Toch treft haar volgens Wilders geen blaam. Liever wijst hij, voor de zoveelste keer, naar NSC, die bijvoorbeeld maanden geleden niet akkoord ging met de invoering van een noodwet.
Wilders heeft het maandag ook een paar keer over premier Dick Schoof. „Ik verwijt de goede man niet zoveel”, zegt Wilders, „hij is door mij gevraagd en hij doet zijn best.” Maar hij vindt ook dat Schoof wél „moet uitstralen” dat hij hard werkt om „resultaten” te halen op „het belangrijkste punt voor de grootste partij”, asiel en migratie voor de PVV.
Schoof was vorige week te gast bij secretaris-generaal en oud-premier Mark Rutte in Brussel en Wilders begint over een foto van de twee, handenschuddend, die in de kranten had gestaan.
„Ik dacht”, zegt de PVV’er, „wat is nou eigenlijk het verschil? Het is niet goed als ik dat denk als leider van de grootste partij.” Als het kabinet-Schoof „gaat lijken op een kabinet-Rutte V, dan zijn wij weg”, zegt Wilders. „Dan doen wij niet meer mee.”
In de coalitie is er met opgetrokken wenkbrauwen naar gekeken. „We hadden al veel verder kunnen zijn als minister Faber geleverd had op de structurele oplossingen die we al hadden afgesproken”, schrijft de VVD in een reactie. „Nieuwe voorstellen doen mag, maar wij accepteren het niet als de uitvoering van onze afspraken nog meer vertraging oploopt.” Ook NSC schrijft te wachten op „daadkracht” van de minister.
Deze dinsdagochtend spreekt Wilders, zoals bijna iedere week, de partijleiders van VVD, NSC en BBB. Of hij dan al meteen wil praten over zijn plannen, is daar niet bekend.
Lees ook
Lees ook: Het Faber-effect? Zo veel impact heeft het Nederlandse beleid niet op de dalende asielcijfers, zeggen experts
