
Toen spoorwerkers in de nacht van donderdag op vrijdag bezig waren met een spoorbrug in Saint-Denis, een voorstad van Parijs, stuitten ze op een grote, blauwe cilinder, vol aangekoekte aarde – een onontplofte bom uit de Tweede Wereldoorlog. De voorzitter van een Franse spoorwerkersvakbond deelde de foto die hij ervan maakte alsof het een vis was die hij gevangen had: „Dit is dan de bom (300kg) die gisteravond werd ontdekt tijdens spoorwegwerkzaamheden.”
Het explosief is een meter lang en werd op twee meter diepte gevonden, „in een gebied waarvan bekend is dat er nog steeds resten uit de Tweede Wereldoorlog te vinden zijn”, schrijft de Franse krant Le Parisien. De ontdekking was dan ook „geen echte verrassing”, zegt SNCF, het Franse spoorwegbedrijf. Er was een pyrotechnicus aanwezig bij de werkzaamheden.
In werkelijkheid weegt de bom, die „midden onder het spoor” werd gevonden, geen 300 maar 500 kilo. De operatie om het explosief onschadelijk te maken legde het treinverkeer van en naar station Gare du Nord in Parijs plat. Vrijdag werd aan het eind van de ochtend alles binnen een kilometer rondom de plek waar de bom werd gevonden geëvacueerd – ook een deel van de autosnelweg naar het noorden van Frankrijk, richting Lille, ging dicht. Vrijdag aan het eind van de middag was de bom ontmanteld.
Megaplof
Er worden heel vaak onontplofte explosieven uit de Tweede Wereldoorlog gevonden, ook in Nederland – de Explosieven Opruimingsdienst ruimt jaarlijks wel 2.500 explosieven uit die periode. Dat zijn vooral granaten en kogels, maar ook vliegtuigbommen, zoals die bij Gare du Nord. Van de grootte van de bom die bij Parijs werd gevonden kijkt Roy Blokvoort, expert ontplofbare oorlogsresten bij adviesbureau DAGnl, wel op. „Als deze afgaat, is het een megaplof.”
Ook komt het niet vaak voor dat een ontmanteling zulke ingrijpende gevolgen heeft, zegt Blokvoort „Je zit niet zo snel in alarmfase rood: als je weet waar de bom ligt, kun je zo’n opruiming gecontroleerd doen, op een moment waarop het uitkomt. Als-ie is aangeraakt is het risico op ontploffing ineens veel groter, en moet het meteen gebeuren.”
Blokvoorts baan is om een noodingreep, zoals vrijdag rond Gare du Nord nodig was, te voorkomen: hij zoekt voor gemeenten en bedrijven als ProRail uit waar mogelijk Tweede Wereldoorlog-explosieven liggen. „Zulke bommen zitten soms wel drie tot vijf meter diep, omdat ze vanaf een grote hoogte zijn gevallen.”
Om te bepalen waar mogelijk iets ligt, zoekt hij in Britse, Amerikaanse en Duitse bronnen naar gegevens over aanvallen die hebben plaatsgevonden. Van die locaties vraagt hij luchtfoto’s op die zo kort mogelijk na de aanval gemaakt zijn, en gaat dan op zoek naar kraters.
„Het komt vaak voor dat die aanvallen in de buurt van treinstations plaatsvonden”, zegt Blokvoort. „Ik maakte een kaart van de gemeente Utrecht, en zag daarop dat het spoor de plek is waar de meeste grote bommen zijn gevallen. Zo raakte men cruciale transportroutes.” De meeste bommen die in Nederland, België en Frankrijk worden gevonden zijn van de geallieerden. „Alleen in Rotterdam vind je nog weleens een Duitse bom.”
226 miljoen reizigers
Als alles gaat zoals het hoort, worden dit soort bommen dus ‘gecontroleerd’ ontmanteld, zegt Blokvoort, op een van te voren bepaald moment. Afgelopen oktober kondigde de NS bijvoorbeeld de ontmanteling van een bom uit de Tweede Wereldoorlog aan in de buurt van het spoor tussen Utrecht en Driebergen-Zeist. Het explosief werd al in juli ontdekt. Binnen een uur was het klaar. „Op de borden stond ook: rijdt niet wegens ontmanteling WO II-bom”, zegt Blokvoort. „We gaan er in Nederland goed mee om.”
Frankrijk ook, aldus Blokvoort. „Ik kan me niet voorstellen dat ze in de buurt van Gare du Nord onvoorzichtig zijn.” Het is het een van de drukste stations van Europa, met meer dan 226 miljoen reizigers in 2023. „Misschien hebben ze die krater in het onderzoek gewoon gemist.”
