Deel ISchok
Er staan miljoenen, nee, miljarden op het spel. En dan afgeserveerd worden met een mailtje? De ambtenaren van het ministerie van Economische Zaken zijn woedend.
Al negen maanden onderhandelen ze met de top van de Nederlandse Aardolie Maatschappij. De NAM moet betalen voor de versterking van Groningse huizen die onveilig zijn geworden na aardbevingen als gevolg van gaswinning door het bedrijf. Cruciale details over deze torenhoge verrekening zijn nog niet vastgelegd. Keer op keer hebben de onderhandelaars van de NAM nieuwe punten aangedragen, keer op keer hebben ze aangekondigd dat ze daarna écht de overeenkomst zouden tekenen.
En nu? Nu schrijven Shell en Exxon, de twee oliereuzen die als aandeelhouders van de NAM uiteindelijk bepalen wat bij hun gasbedrijf gebeurt, dat ze „recentelijk” nog eens naar het conceptcontract hebben gekeken. En ze vinden dat nieuwe afspraken over de betaling van de versterking „veel verder gaan” dan nodig is. Dat contract, zo is de boodschap, is eigenlijk helemaal niet nodig. En, o ja, ze begrijpen „dat dit toch als een vrij late wijziging over zal komen bij jullie”.
De mail, die op 17 juni 2020 aan het einde van de werkdag bij Economische Zaken binnenkomt, leidt diezelfde avond al tot een barrage van boze berichten tussen de betrokken ambtenaren. Ze voelen zich overvallen: deze „U-bocht” komt niet eens van hun onderhandelingspartners bij de NAM, maar van eigenaren Shell en Exxon, die helemaal niet bij de gesprekken zaten. En ze maken zich zorgen: wat zegt dit over de altijd hechte band met de oliebedrijven? Die oogt ineens zwak.
„Grappig”, schrijft een ambtenaar aan enkele collega’s. „Waar [de vicepresident van Shell Nederland] ‘recentelijk’ schrijft, bedoelt hij ‘een half jaar te laat’… Wat een blamage.”
„Jij blijft nog netjes. Ik vind het een ongelofelijke k… reactie”, reageert een ander.
Een derde: „Mijn conclusie is dat we als Rijk gewoon uitgespeeld worden. En we kunnen niet anders omdat zij de portemonnee beheren.”
De eerste ambtenaar weer: „Waar ik ‘grappig’ schreef, bedoel ik ‘ongehoord’ […]. ‘Schandalig’, ‘bizar’ kunnen ook. Voor NAM is dit ook nogal embarrassing. Ofwel ze hebben geen support van de aandeelhouders of ze hebben ons de hele tijd lopen flessen.”
Den Haag is aan het begin van die zomer in de ban van de naderende lijsttrekkersstrijd bij het CDA en de versoepeling van coronamaatregelen: twee weken eerder hebben cafés en restaurants hun terrassen mogen heropenen. Die zullen deze woensdag leeg blijven: het is een broeierige zomerdag, het regent en het dondert.
Het contract zal er nooit komen. En terwijl de gaskraan tot opluchting van de Groningers in de jaren die volgen dichtgaat, zal de verdeling van de miljarden alleen maar onzekerder worden.
Zo ver is het dan nog niet, in juni 2020. Maar voor het eerst overheersen bij de betrokkenen de slechte voorgevoelens: ergernis, het gevoel dat ze belazerd zijn.
„Ik wil graag een passage uit een gedicht van de dichter Dio (ft. Sef) voordragen als reactie hierop”, mailt een poëtisch ingestelde ambtenaar.
Wat volgt is de tekst en een youtube-link van het rapnummer Tijdmachine, waarmee Dio en Sef in 2008 een hit scoorden:
Als ik terug kon in de tijd
Had ik niet zoveel stress
Waren dingen voorkomen
Waren dingen nu weg
En alles wat ik over heb is spijt
Want als ik terug kon in de tijd,
Ja dan was alles nu flex
Papieren oorlog
Groningers moesten verlost worden van de NAM. De gaskraan ging dicht, en het bedrijf mocht niet langer de versterking van huizen bepalen.
Vanaf 2020 voert de overheid daarom de versterking uit. Daarmee is ook de NAM verlost – de problemen die gepaard gaan met de versterking zijn voor de staat, het bedrijf krijgt alleen nog de facturen.
Op het eerste gezicht gaan de onderhandelingen, die met de aandeelhoudersmail van juni 2020 abrupt worden afgebroken, over een detail: hoe die facturering er precies uit moet zien.
Maar het blijkt de kiem voor een papieren oorlog die voortwoekert en nu, vier jaar later, is uitgemond in een breed uitwaaierende juridische twist. Die kan de staat miljarden gaan kosten, net nu de gaswinning geen cent meer oplevert.
Onlangs gaf Economische Zaken bijna tweeduizend pagina’s interne documenten over die strijd vrij, op grond van de Wet open overheid (Woo). De memo’s, mailwisselingen en gespreksverslagen geven een zeldzaam inkijkje in hoe de NAM, haar aandeelhouders Shell en Exxon en de Nederlandse overheid in een vechtscheiding terechtkwamen.
Lees ook
Hoe het einde van de gaswinning leidde tot een conflict over miljarden euro’s
De documenten, die lopen tot het najaar van 2021, laten zien hoe ambtenaren van Economische Zaken en Binnenlandse Zaken zich staande proberen te houden tegenover de groeiende onwil van NAM en beide oliebedrijven om voor de kosten van versterking op te draaien. Ze worden daarbij niet alleen op de huid gezeten door de bedrijven, maar ook door collega’s op het ministerie van Financiën.
In een schriftelijke reactie laat de NAM weten dat het beeld uit de Woo-stukken „eenzijdig is”, maar dat ze dat vanwege de vertrouwelijkheid niet publiekelijk kan toelichten.
Foto’s: Kees van de Veen
Wij zijn er bijna
Voorjaar 2020: onder ambtenaren van Binnenlandse Zaken en Economische Zaken heerst volop optimisme. Ze gaan ervan uit dat ze afstevenen op een nieuw contract met de NAM. „Er zijn geen fundamentele verschillen van inzicht meer”, mailt een montere ambtenaar op 25 maart, overtuigd dat er binnen een week getekend wordt. Ook de NAM slaat een optimistische toon aan. „We zijn er bijna”, beaamt het gasbedrijf een dag later.
Dit contract is voor beide partijen cruciaal. De afspraken die dan nog gelden, stammen uit de tijd dat de NAM de versterking regelde. Dat liep faliekant mis. Uitgangspunt van het bedrijf: hoe minder er versterkt wordt, hoe beter.
De versterkingsoperatie is de grootste kostenpost in het Groningse gasdossier. Tot 2027 gaat het om bijna 6 miljard euro, verwacht het kabinet. De belangen zijn helder. De ministeries willen zeker weten dat de NAM de versterking betaalt die zij uitvoeren. De oliebedrijven willen alléén de noodzakelijke versterkingskosten betalen en geen maatschappelijk wenselijke extra maatregelen. Daarom willen ze goed controleerbare facturen krijgen.
Vanwege de immense bedragen is het zaak de wederzijdse verplichtingen waterdicht vast te leggen. Een verkeerd woord kan honderden miljoenen euro’s kosten.
Ingewikkeld, maar goed te doen, denken de ambtenaren die over de versterking gaan. Uiteindelijk is het niet meer dan het uitwerken van een principe waarover beide partijen het eens zijn.
Zelf benadrukt de NAM ook dat het gelooft in de nieuwe orde. Sterker: Johan Atema, de directeur van de NAM, schetst graag vergezichten waarin zijn bedrijf met behulp van de Groningse ervaring leidend wordt in het opruimen van gas- en olieputten wereldwijd.
Het optimisme van de ambtenaren is niet los te zien van de lange, vruchtbare relatie tussen Economische Zaken en de oliemaatschappijen, geholpen door hun gedeelde profijt van de gasbel. Ruim een halve eeuw bepaalden de oliebedrijven samen met het ministerie de strategie rond de Groningse gaswinning. In nauwe samenwerking stuurden ze politieke ontwikkelingen zo bij, dat ongestoorde gaswinning mogelijk bleef.
Lees ook
Hoe onder druk van de oliebedrijven het Groningse gas bleef stromen
De relatie bleef goed, ook toen de onrust over aardbevingsschade in Groningen toenam, en zelfs toen minister Eric Wiebes (VVD) in het voorjaar van 2018 aankondigde de gaswinning uiterlijk in 2030 te willen beëindigen. Door toenemende maatschappelijke en politieke weerstand tegen de gaswinning wilden de oliebedrijven er immers zelf ook van af.
Er kwamen afspraken, over de verdeling van de resterende oliewinsten én nog te maken kosten. De staat zou de schadeafhandeling en versterking van Groningse huizen overnemen. De NAM (en dus ook aandeelhouders Shell en Exxon) zou de rekening betalen, in ieder geval tot de gaswinning stopte.
In deze ‘Wiebes-deal’ werd ook afgesproken dat de minister zou bepalen met welke methoden je onveilige huizen aanwijst én op basis van welke regels je die dan versterkt. Dat moest voorkomen dat de NAM zijn al te beperkte kijk op versterking bleef opdringen.
Absolute macht kreeg de minister niet. De norm waarmee huizen beoordeeld werden, moest wel „regelmatig geactualiseerd worden op basis van nieuwe bouwkundige en seismische inzichten en de laatste inzichten over toekomstige gaswinning”.
Die zin blijkt vatbaar voor interpretatie. Want wat betekent ‘regelmatig geactualiseerd’ en wat verstaan de partijen onder ‘de laatste inzichten’? Wie de mails van de NAM terugleest, ziet dat het bedrijf juist over uitleg van die termen continu vragen stelt. De NAM vindt dat bestuurders onnodig huizen voor versterking aanwijzen om onrust bij Groningers weg te nemen. Hoe krijgt het bedrijf de zekerheid dat het echt alleen opdraait voor de aanpak van onveilige huizen?
Grote zorgen maken de ‘versterkingsambtenaren’ op Economische Zaken (EZK) en Binnenlandse Zaken (BZK) zich daar voorjaar 2020 niet over. Tot hun verbijstering hebben ze vooral last van hun collega’s op Financiën. De ‘begrotingsambtenaren’ ruiken gevaar.
Deel IIVerdeeldheid
„De opstelling [van Financiën] is echt beneden de maat. […]”, schrijft een EZK’er op 17 april 2020. Zoals altijd als het om geld gaat, kijken ambtenaren van Financiën mee. In hun commentaar laten ze regelmatig doorschemeren ontevreden te zijn over het optreden van de onderhandelende collega’s. Na weer een mail met verwijtende ondertoon vindt één versterkingsambtenaar dat ze niet meer over zich heen moeten laten lopen. „De handschoenen kunnen uit.”
Binnen en tussen de ministeries gist het al een tijdje. Aan de ene kant staan de ambtenaren van Economische Zaken en Binnenlandse Zaken die de versterking van Groningse huizen in goede banen moeten leiden. Hun manoeuvreerruimte is beperkt. Ze moeten een stroef lopende versterkingsoperatie van de NAM overnemen en hebben tegelijkertijd te maken met tegenstribbelende bedrijven, diep ongelukkige bewoners, ongeduldige regionale overheden en politieke gevoeligheden in Kamer en kabinet.
Aan de andere kant staan de medewerkers van Financiën, die vooral enorme financiële en juridische risico’s zien bij de versterking van duizenden Groningse huizen. Ze eisen zekerheid dat de NAM niet onder de betaling uitkomt.
Dat deze ambtenaren zich zo druk maken, komt doordat Shell en Exxon zich aan een andere onderhandelingstafel ook tegen de versterkingskosten verzetten. Iets meer dan een jaar na de Wiebes-deal uit 2018 heeft het kabinet besloten de gaswinning nog sneller te beëindigen. Niet in 2030, maar acht jaar eerder. De oliebedrijven lopen inkomsten mis van gas dat ze in die acht jaar nog uit de grond hadden willen halen en hebben begin die maand een miljardenclaim bij de staat neergelegd. Dus moet opnieuw met Shell en Exxon onderhandeld worden.
Aan die tweede onderhandelingstafel zorgen de onduidelijke afspraken in de deal van Wiebes voor grote problemen. Nu het gasveld nog eerder dichtgaat, schrijven de ‘olies’ aan het kabinet, „is het seismisch risico zodanig klein dat versterking naar verwachting niet langer nodig is”. En, stellen de olies, „inspecties [van mogelijk onveilige huizen] uit het oogpunt van veiligheid zijn naar verwachting niet langer nodig”.
Het is een gigantisch verschil met de plannen van de overheid: die wil nog 26.000 huizen inspecteren. Duizenden woningen staan op de rol om versterkt te worden.
Foto’s: Kees van de Veen
Sabotage
Dat er geen sluitend antwoord is op de cruciale vraag welke panden onveilig zijn, is begrijpelijk. Alle Groningse huizen moeten bestand zijn tegen een aardbevingskracht die zich nog nooit heeft voorgedaan: een beving die volgens kansberekeningen eens in de paar honderd jaar voorkomt. Alleen wiskundige modellen kunnen uitsluitsel bieden. Het probleem is dat er twee rekenmethoden zijn die voorspellen hoe Groningse huizen zich bij zo’n aardbeving gedragen. Ze geven bij een en hetzelfde huis vaak een verschillend antwoord.
Volgens het ene model, de door de NAM ontwikkelde Hazard and Risk Assessment (HRA), neemt de kans op zo’n beving dusdanig af door het afbouwen van de gaswinning, dat er helemaal geen onveilige huizen meer zijn. Het andere model rekent met onafhankelijk vastgestelde bouwnormen, de NPR. Dat komt tot heel andere conclusies. Huizen die volgens de HRA veilig zijn, blijken na het toetsen aan de NPR regelmatig onveilig.
Het verschil valt te verklaren doordat het HRA-model met veel minder veiligheidsmarges rekent. Anders dan de NPR gaat het model bovendien niet uit van de echte huizen, maar van algemene gebouwentypes. Daarom is het eigenlijk helemaal niet geschikt om de veiligheid van een individueel huis te bepalen.
Shell en Exxon zien dat anders: zij willen veel minder versterken, en dus ook nog eens geld zien voor de misgelopen inkomsten. Ambtenaren van Financiën ergeren zich aan het geklaag van de oliebedrijven: „Alsof wij de olies iets verschuldigd zijn nadat ze jarenlang hebben verdiend aan Groningen en vervolgens tien jaar lang alle veiligheids- en versterkingsoperaties in de wieg hebben gesmoord met hun technische en juridische sabotage. Zij zijn in hoge mate medeverantwoordelijk voor de zooi waar we nu in zitten.”
De gesprekken met de NAM over het factuurcontract zijn volgens die ambtenaren dé kans om aan die sabotage een eind te maken en het bedrijf vast te pinnen op betaling van álle versterkingskosten. Maar ze twijfelen aan de goede afloop: hun versterkingscollega’s hebben „te lang hun oren naar de olies laten hangen”.
Tegen deze achtergrond onderwerpen de ambtenaren van Financiën hun collega’s bij Economische Zaken aan een spervuur van vragen en opmerkingen: waarom zijn er geen sluitende afspraken over wat veilig is en wat niet, en waarom moeten die huizen die de NAM niet wil betalen eigenlijk worden versterkt?
De irritaties bij de versterkingsambtenaren over dit „huiswerk” van Financiën lopen snel op. Dat hun eigen collega’s zich fixeren op geld, regels en rekenmodellen, net als de NAM, vinden de versterkingsambtenaren onbegrijpelijk. Juist door die technocratische benadering liep de versterking in de soep.
Iedereen kent de voorbeelden. Van het rijtje huizen dat, op één na, onveilig is verklaard. Van het flatgebouw waarvan de linkerhelft formeel versterkt moet worden, en de rechterhelft niet, omdat daar het trappenhuis voor extra stevigheid zorgt.
Van het gezin met drie zoons, dat in één jaar zestig verschillende mensen over de vloer kreeg die allemaal iets moesten vinden van hun beschadigde huis. En toen was er nog niets versterkt.
Van Overschild, een dorp met drie straten. In één zijstraat werden bijna alle huizen gesloopt en herbouwd, maar in de hoofdstraat werd versterking jaren uitgesteld omdat er nieuwe bouwnormen kwamen. Bewoners moesten soms een deel van die versterking zelf betalen, wat tot grote financiële problemen leidde. De ongelijkheid leidde tot een verscheurd dorp.
Huizen versterken is geen theoretische exercitie, weten de versterkingsambtenaren inmiddels. De trage uitvoering is een aanslag op het welzijn van duizenden Groningse burgers. Die verkeren al jaren in onzekerheid, voelen zich bang in eigen huis, boos, tegen elkaar opgezet. Hun vertrouwen in de overheid is geslonken, hun geduld is op.
Onbespreekbaar
Een overleg in april 2020 moet de lucht tussen de twee ambtelijke kampen klaren. Dat is gelukt, denken de versterkingsambtenaren na afloop. Als ze een paar dagen later met de NAM aan tafel zitten, delen ze het goede nieuws dat er weer een horde op weg naar een nieuw contract is genomen. De „pittige discussies met FIN” zijn afgerond, meldt het gespreksverslag.
De versterkingsambtenaren hebben het mailtje van Financiën dat tijdens het NAM-overleg in hun inbox landt, dan nog niet gelezen. Pas als ze de lijst ‘afspraken’ zien die Financiën meestuurt, weten ze dat de discussies allesbehalve zijn afgerond.
Zo staat er dat financiële tegenvallers bij de versterking niet over alle ministeries worden uitgesmeerd, maar terechtkomen op de begrotingen van Economische Zaken en Binnenlandse Zaken. Met andere woorden: als de NAM besluit een rekening niet te betalen, moeten die beide ministeries zelf bezuinigingen bedenken om de extra kosten op te hoesten.
„Hoe gek wil je het maken?”, schrijft een versterkingsambtenaar ontsteld over deze suggestie van Financiën. „Hebben EZK en BZK bij een ander gesprek gezeten!!”
„Onbespreekbaar”, reageert een collega.
„Zo zijn we niet getrouwd”, schrijft een derde.
„Het ademt de sfeer dat we zwaar onder curatele staan. Lijkt me niet acceptabel.”
Hardhandig
Toch blijkt de drang van de financiële collega’s om de NAM vast te pinnen al snel terecht. De versterkingsambtenaren voelen zelf intussen ook dat ze geen grip op het gasbedrijf krijgen. Sinds maart, toen het contract binnen handbereik leek, heeft de NAM ondertekening meermaals vooruitgeschoven.
Onder het mom dat „de pijn” bij de aandeelhouders moet worden weggenomen, blijft het gasbedrijf telkens nieuwe aanpassingen voorstellen, zonder te zeggen of de aandeelhouders het nieuwe contract dan wél willen tekenen. De twijfel neemt toe: gaat dit nog lukken?
Nee dus. Hardhandig trekken de olies de stekker uit de onderhandelingen. Op 17 juni komt het mailtje waarmee Shell en Exxon de besprekingen opblazen. Een week later valt een formele brief van de NAM op de mat die de hele versterking ter discussie stelt.
Foto’s: Kees van de Veen
Op dit moment worden huizen versterkt die helemaal niet onveilig zijn, schrijft de NAM. „Dat is niet in lijn met de gemaakte afspraken en de kosten hiervan kunnen dan ook niet op de NAM worden verhaald.” Welke versterkingskosten wel of niet terecht zijn, schrijft het bedrijf, is oncontroleerbaar „nu er nog geen nadere afspraken zijn gemaakt over de informatieverstrekking over de versterkingsoperatie door de staat aan de NAM.”
Ofwel: als de NAM geen betere informatie krijgt, betaalt het gasbedrijf de facturen niet meer. De NAM-brief is voor de versterkingsambtenaren slecht verteerbaar: die informatie-afspraken zijn namelijk wél gemaakt. In het nieuwe factuurcontract dat de NAM weigert te tekenen.
Deel IIIVerwijdering
Soms duurt het even voordat je begrijpt dat je partner echt niet meer verder wil. Bij de ambtenaren die steeds weer welwillend naar nóg een laatste puntje of tekstwijziging van de NAM keken, is dat besef in december 2020 ingedaald. „Volgens mij”, mailt een van hen, „wordt er nu een spelletje met ons gespeeld”.
De angstscenario’s van Financiën zijn uitgekomen: met het gasbedrijf zijn ze in een loopgravenoorlog terechtgekomen. Over het nieuwe factuurcontract gaat het al een tijdje niet meer. Het hoogst haalbare is inmiddels de zoveelste verlenging van de oude afspraken.
De brief van de NAM die dan volgt, zien ze op de ministeries van mijlenver aankomen. Toch is het een dieptepunt in de verhoudingen. Het bedrijf weigert de factuur te betalen voor de versterkingskosten van het derde kwartaal. Het bedrag: 88.299.439 euro.
Praktisch blijven
Het is een ongekende escalatie. De weigering gaat bovendien tegen de afspraak in dat de NAM de facturen best mag aanvechten, maar ze eerst wel netjes moet betalen: pay first, dispute later. Bij een burger die zich zo gedraagt, zou de overheid een deurwaarder hebben langsgestuurd.
Volgens de NAM kán het de factuur niet betalen omdat zijn externe accountant vanwege het gebrek aan informatie de jaarrekening niet zal goedkeuren. Wat het bedrijf echt dwarszit, zo blijkt uit de brief, is de NPR. Volgens de NAM hanteert het Rijk een verouderde bouwrichtlijn, met veel te ruime veiligheidsmarges, en versterkt het huizen die al veilig zijn.
Onzin, reageren de ambtenaren. De bouwrichtlijnen worden heus vernieuwd, maar je moet wel praktisch blijven. Bijwerken van richtlijnen en verwerking daarvan in de rekenmodellen kan maanden tot jaren duren. Als je dat bij elk nieuw seismografisch of bouwkundig inzicht doet, wordt geen huis meer versterkt.
In het openbaar blijft de NAM herhalen dat het zich niet met de inhoud van de versterking bemoeit. Dat doet het gasbedrijf zelfs niet achter de schermen, benadrukt directeur Johan Atema in NRC vlak voor de zomer van 2021. De werkelijkheid is dat de NAM dan net in een nieuwe brief van acht kantjes en met veertig voetnoten uiteenzet waarom de NPR moet worden aangepast.
Een stevige brief
Nu voor iedereen duidelijk is dat NAM en zijn aandeelhouders zich nooit gaan verzoenen met de versterkingsoperatie, is het alternatief onvermijdelijk: een keiharde strijd waarin de tegenstander zijn beste juristen zal afvaardigen. Op het ministerie beginnen ze kennis en mensen te verzamelen om zich te wapenen. Dat is niet eenvoudig, blijkt uit de verzuchtingen waarmee mails uit het voorjaar van 2021 doorspekt zijn.
„Ons eigen geheugen is niet voldoende voor het complete verhaal”, bekent een versterkingsambtenaar als die een ex-collega uitleg vraagt over de geschiedenis van de NPR. De mailbox van deze ex-collega, waar mogelijk „een enorme lading relevante documenten in zit”, wordt bij toeval op het nippertje gered van de digitale prullenbak.
Het klinkt als een grapje: zelfs bij de rijksoverheid, met tienduizenden ambtenaren, is er altijd maar één die echt weet hoe het zit – en die werkt altijd alweer ergens anders.
Een andere medewerker stelt bezorgd vast dat het ministerie zwaar onderbezet is in de discussies met de NAM, terwijl de gesprekken „inhoudelijk en strategisch” moeilijk zijn en om „ontiegelijk veel geld gaan”. Op Economische Zaken zitten maar drie ambtenaren op het onderwerp, die allemaal ook andere bezigheden hebben en van wie er slechts één een juridische achtergrond heeft, somt deze ambtenaar op. „Ik durf de stelling te verdedigen dat we dit wat betreft bemensing zwaarder moeten optuigen.”
Pas aan het eind van de zomer van 2021 is het ministerie klaar om formeel op inmiddels zes brieven van de NAM te reageren. De betrokken ambtenaren hebben mentaal een lange weg afgelegd, valt op te maken uit het assertieve en bij vlagen venijnige antwoord dat op 18 augustus namens de minister naar de NAM gaat.