Met grote nieuwsgierigheid fotografeerde Gon Buurman wat ze zag: van vrijende mensen tot de dood

Necrologie

Gon Buurman (1939 – 2023) De op 83-jarige leeftijd overleden fotograaf Gon Buurman was een van de belangrijkste fotografen van de tweede feministische golf.


Foto Bernadette de By

Fotograaf Gon Buurman is vrijdag op 83-jarige leeftijd overleden. Buurman geldt als één van de belangrijkste fotografen van de ‘tweede feministische golf’, de brede heropleving van het feminisme tussen circa 1965 tot 1985. Ze stond bekend om haar intieme foto’s van mensen met bijzondere levensverhalen.

Eind jaren tachtig maakte ze met Pamela Pattynama het boek Poseuses, met portretten van vrouwen. In 1991 brak ze door met Aan hartstocht geen gesprek, dat zij samen met schrijfster Karin Spaink maakte. Daarin laat zij zien hoe mensen met een lichamelijke handicap hun lichaam ervaren, ook in seksuele zin. De sociaal betrokken Buurman legde ook veel demonstraties vast, maakte foto’s voor de vuurwerkcampagne van SIRE en werkte in opdracht van de Anne Frank Stichting en het Nationaal Comité 4 en 5 mei. Ze ontving meerdere onderscheidingen, waaronder de Zilveren Camera en de Mary Zeldenrust Persprijs.

Jongensbordeel

Haar grote nieuwsgierigheid en open houding maakten dat mensen Buurman makkelijk vertrouwden – soms tot haar eigen verbazing. „Er zijn natuurlijk dingen die ik gefotografeerd heb waarvan ik versteld sta: mensen die voor mij vrijen; mensen die de dood in de ogen zien; of opeens maak ik foto’s in een jongensbordeel”, zei ze in 2017 in gesprek met een medewerker van Atria, het Kennisinstituut voor Emancipatie en Vrouwengeschiedenis, dat een selectie van haar werk exposeerde.

„Daar zou ik normaalgesproken nooit van m’n leven komen. Ik verwerkte vroeger mijn belevenissen vaak via het afdrukken in de donkere kamer en tegenwoordig door achter mijn computer met mijn werk bezig te zijn. Tijdens dit proces leer ik de gevoelens dragen: de dood, de handicap, de mensen met hun verhalen. Dan pas kan ik weer door naar het volgende. Het is volgens mij een goede karaktereigenschap om het op die manier te verwerken: ik raak zo niet ondersteboven van wat ik zie.”