De Nederlandse afdeling van TikTok heeft een Amerikaanse sollicitant gediscrimineerd, omdat zij niet goed genoeg Nederlands sprak. Dat heeft het College voor de Rechten van de Mens (CVRM) vorige week geoordeeld in een zaak die was aangespannen door de sollicitant.
De sollicitant, een 45-jarige Amerikaanse vrouw die in Amsterdam woont, werd in augustus 2023 via LinkedIn benaderd door TikTok met de vraag of ze interesse had in een baan. In de functie zou de vrouw TikTok adviseren hoe om te gaan met de ondernemingsraad (OR) van het Nederlandse kantoor, die opkomt voor de belangen van het personeel. De vrouw werkte eerder met de OR van de Nederlandse afdelingen van techbedrijven Booking.com en Miro.
De nieuwe functie was destijds onderdeel van het professionaliseren van TikToks groeiende Nederlandse afdeling. Maar in september vorig jaar ontsloeg TikTok als onderdeel van een wereldwijde reorganisatie het complete Amsterdamse moderatieteam van driehonderd werknemers. Een tweede Nederlands TikTok-kantoor, met tussen de twintig en dertig sales- en marketingmedewerkers, is nog wel open. Het van oorsprong Chinese TikTok heeft 5,7 miljoen actieve Nederlandse gebruikers per maand.
Lees ook
Spannende zaak over TikTok-verbod in de VS, met een opmerkelijke rol van Trump
Niet vloeiend Nederlands
Nadat tijdens de sollicitatieprocedure was gebleken dat de vrouw niet vloeiend Nederlands sprak, wees TikTok haar af voor de baan. Ze beheerst de Nederlandse taal op ‘A2-niveau’, waarbij ze de taal kan begrijpen en schrijven, maar gesprekken nog lastig zijn. „Ik sta al een halfjaar op de wachtlijst voor Nederlandse les”, zegt ze. Voor Booking.com en Miro was het eerder geen probleem, zegt de vrouw. „De voertaal onder werknemers is Engels.”
TikTok kon tijdens de zitting niet aantonen waarom vloeiend Nederlands spreken voor de functie noodzakelijk was, zo oordeelde het mensenrechteninstituut. Het CVRM, dat toeziet op het beschermen en bevorderen van mensenrechten in (Caribisch) Nederland, oordeelde dat TikTok daarmee „verboden” handelde en discrimineerde op basis van nationaliteit. Het CVRM kan geen straf opleggen.
De vrouw is blij met de uitspraak, laat ze weten. „Het bewijst dat er wel degelijk manieren zijn om het als werknemer op te nemen tegen dit soort grote bedrijven”, zegt ze. „Ik hoop dat ze de volgende keer twee keer nadenken.”
TikTok laat in een reactie weten dat er tijdens de gesprekken met de sollicitant sprake was van een „miscommunicatie”, aldus een woordvoerder. „Het was uiteraard nooit onze bedoeling om haar af te wijzen vanwege haar nationaliteit. We vinden het jammer dat het zo ver gekomen is.”
Er was gejoel, geruzie en geschreeuw, en het was fantastisch. „Het waren de paukenslagen van een nieuwe tijd”, zegt Max van den Berg (79), PvdA-prominent, over het beruchte partijcongres van maart 1969. Hij wilde met een groep jongere leden de partij democratischer en progressiever maken. „De PvdA had lang geregeerd en was ingedut, de politieke verhoudingen in Nederland waren gestold.”
Nieuw Links, de beweging waar Van den Berg zich bij aansloot, had radicale linkse ideeën. Zo moest de partij de communistische DDR en Vietcong „onvoorwaardelijk erkennen”, en de monarchie afschaffen. Nieuw Links deed bovendien een gooi naar de macht in de partij, met succes. Zeven aanhangers werden op het congres in het partijbestuur gekozen. Voorman André van der Louw deed juichend een ‘berendans’ tussen de vernederde oude garde.
Max van den Berg zegt: „Het was pijnlijk voor sommigen, maar ook nodig. We veranderden daar de partijkoers voor de komende jaren radicaal. De partij lééfde weer.” De nieuwe bezieling leidde ook tot electoraal succes. In 1973 trad het eerste (en laatste) progressieve kabinet aan, van premier Joop den Uyl (1973-1977). De verbeelding kwam aan de macht, zoals ze dat noemden.
Wapenembargo
Ook afgelopen zaterdag waren er in Nieuwegein paukenslagen te horen, op het gezamenlijke partijcongres van GroenLinks-PvdA. Het ging nu niet over de DDR, maar over Israël en Gaza. Er werd, net als in 1969, weer flink gejoeld, geklapt en geroepen. Er waren weer lange rijen met insprekers. Het congres hád moeten gaan over de aanstaande fusie tussen de twee linkse partijen, een proces waar beide achterbannen in meerderheid voor zijn. Maar het was al die tijd vooral een proces met het hoofd, niet met het hart.
Twee dagen voor het congres had Tweede Kamerlid Kati Piri een motie ingediend die in de Kamer, de samenleving én de partij tot veel rumoer leidde. De motie-Piri bepleit een volledig wapenembargo tegen Israël, inclusief onderdelen voor het Iron Dome-raketschild, dat Israëlische burgers beschermt. De motie werd door de Kamer met ruime meerderheid verworpen, maar had wel een enorm effect op de sfeer van het congres.
Vooraf dachten velen in de partijtop dat het een wilde gok was, deze omstreden motie aan de vooravond van zo’n toch al beladen congres. Het besluit over de motie was, zo wordt gezegd in Den Haag, niet in de fractievergadering van dinsdag genomen. Er werd alleen over gepraat, een besluit door de partijtop volgde later pas. Prominenten, onder wie drie oud-partijleiders (Job Cohen, Lodewijk Asscher en Ad Melkert), noemden de motie onverantwoord en keerden zich er meteen tegen.
Partijleider Frans Timmermans hield in de ochtend een geïmproviseerd verhaal, waarin hij de motie verdedigde. Voor- én tegenstanders hebben volgens Timmermans „een sluitende redenering”. Maar, verwijzend naar het Rode Lijn-protest van een weekend eerder: „Wij laten ons als 150.000 mensen die in het rood demonstreerden niet vertellen dat we gekkies zijn, dat we achter radicalen aanlopen.”
De gok pakte goed uit: Timmermans en Kati Piri kregen een staande ovatie. Als er critici aan het woord kwamen, werd er gejoeld. Dat joelen was niet netjes, zeggen mensen in de top van de partij. Maar wat de motie-Piri wél deed, was iets brengen wat tot dan toe ontbroken had: er was tenminste weer geestdrift. En daar had het veel te lang aan ontbroken op links.
Er is een bredere golf gaande, een sociale meerderheid waar wij op aan moeten sluiten
Draagvlak
Tweede Kamerlid Laura Bromet merkte in Nieuwegein dat de motie-Piri raakte aan een gevoel dat breed leeft in de partij. „Mensen van alle leeftijden spraken me erop aan, dat ze zo blij waren dat wij dit standpunt durfden in te nemen. We liepen niet zozeer voorop, we zeiden iets waar al draagvlak voor was.”
Op het congres mocht zij dertig seconden iets zeggen. Dat wilde ze doen, voor haar persoonlijk, maar ook om de partij te helpen. Omdat ze maar weinig tijd had, plaatste ze een langer verhaal op LinkedIn. Laura Bromets vader, filmmaker Frans Bromet, heeft een Joodse achtergrond. Een groot deel van zijn familie heeft de Holocaust niet overleefd. Ze schreef dat ze tijdens de hoofdelijke stemming over de motie dacht aan haar vermoorde familieleden. „Aan mijn opa. Aan mijn familie in Israël. Aan de Palestijnen. Aan de mensen in Iran. Voor.”
Ze denkt nog wel eens terug aan de campagne van de Tweede Kamerverkiezingen van 2023, zegt ze. Lijsttrekker Timmermans moest zich constant verdedigen tegen aanvallen van de andere partijen. Dat was niet hoe ze het bij GroenLinks-PvdA bedacht hadden. Ze zegt: „Het leek voor de buitenwereld alsof wij niet in de oppositie zaten, maar een regeringspartij waren.”
Op haar verhaal kreeg Bromet vooral veel bijval, en twee „onbeschofte reacties” die ze heeft moeten verwijderen. Ze zegt: „Het is goed dat wij als fractie woorden geven aan gevoelens die leven bij de achterban. Zij willen dat we stelling nemen in een onderwerp dat hen zo bezighoudt.” Ze had de dag na de stemming haar vader gebeld. „Eindelijk”, had hij tegen haar gezegd.
Zo loste de motie-Piri in elk geval één probleem op. De GroenLinks-PvdA-achterban kijkt volgens kiezersonderzoeken heel rationeel naar de partij. Ze stemmen er op omdat ze een linkse partij de grootste willen maken, of omdat ze het eens zijn met standpunten. Niet omdat ze betoverd worden door energie op links, of door de lijsttrekker. Onderzoek van Ipsos I&O toonde eerder deze maand aan dat maar 13 procent van de kiezers GroenLinks-PvdA stemt vanwege Timmermans. Alleen de Partij voor de Dieren (met Esther Ouwehand) haalt een even laag percentage.
Juist een scherper, progressiever geluid kan helpen om GroenLinks-PvdA een duidelijker ideologisch profiel te geven, zegt Noortje Thijssen, directeur van het wetenschappelijk bureau van GroenLinks. Kijk maar, zegt ze, naar de Democratische voorverkiezingen in de stad New York, waar de democratisch socialist Zohran Mamdani deze week overtuigend won. Thijssen: „De les voor links is: je moet niet alleen maar in het midden bestuurlijk doen. Hij won dik met hartstikke linkse ideeën, zoals gratis openbaar vervoer, een huurbevriezing en door de overheid gesubsidieerde supermarkten. Er is een bredere golf gaande in de wereld, een sociale meerderheid waar wij ook op aan moeten sluiten.”
De wetenschappelijke bureaus van GroenLinks en PvdA hebben deze maand een aanzet gepubliceerd voor een ideologie van de nieuwe partij. Dat was al lange tijd niet meer gebeurd: het laatste beginselprogramma van GroenLinks dateert uit 2008, dat van de PvdA uit 2005.
GroenLinksers en PvdA’ers zijn allebei links, maar ook heel verschillend, zegt Noortje Thijssen. „GroenLinksers zijn activistischer, ze leggen de oorzaken van problemen eerder bij het grootkapitaal, en streven naar een systeemverandering. PvdA’ers denken bestuurlijker, ze zien de smalle marges van de politiek.”
Het past niet bij ons om Israël de luchtverdediging af te willen pakken
Solidariteit
Die twee wereldbeelden hebben de bureaus verenigd in het begrip ‘solidariteit’. De nieuwe partij moet, volgens het stuk, veel sterker op het collectief gericht zijn (dat woord staat er twaalf keer in), minder op de mens als individu: „Een geloof in onderlinge concurrentie en het idee dat we allemaal zelfredzaam moeten zijn” heeft geleid tot een kille, individualistische wereld. Het document breekt met de links-liberale jaren bij GroenLinks, ingezet in het tijdperk van Femke Halsema (2002-2010), en de lange periode waarin de PvdA zich had bekeerd tot ideeën over de vrije markt en een efficiënte overheid, zoals tijdens Paars (1994-2002) en Rutte II (2012-2017).
André van der Louw van Nieuw Links in 1968. Foto ANP
Max van den Berg herkent zijn eigen Nieuw Links in de dynamiek van nu, diezelfde „enorme hunkering” naar een progressieve omslag. Elk PvdA-congres zingen ze het weer, die ene zin uit het socialistische strijdlied De Internationale: „De stroom rijst al meer en meer.”
Maar, zegt hij, „de motie-Piri was een misser”. „Netanyahu is een oorlogsmisdadiger. Maar het past niet bij ons om Israël de luchtverdediging af te willen pakken en burgers collectief te straffen. Het is juist progressief om te zeggen: we geloven in het internationaal recht, en we steunen de linkse Israëlische burgers die de straat op gaan tegen Netanyahu.”
De motie werd met grote meerderheid aangenomen op het congres, maar deed ook veel pijn. Lodewijk Asscher sprak op maandagavond in een lezing in de Waalse Kerk in Amsterdam over zijn Joodse vader, die „zijn hele leven een verbleekt litteken op zijn borst droeg, aangebracht door een Joodse arts in 1943. Een litteken als laatste redmiddel. Zodat de baby die hij toen was, als hij de oorlog zou overleven, tenminste geïdentificeerd kon worden.”
Asscher had het over bommen die vallen „in Haifa, Gaza en Teheran”. „Het doet mij verdriet dat kinderen zelfs in hun angst tegen elkaar uitgespeeld dreigen te worden. Ik worstel met de vraag of ik mijn eigen partij hierin nog kan vertrouwen. En ik twijfel.” Hij oogde aangedaan, zijn stem was schor.
Opzeggingen
Ook onder andere Joodse partijleden kwam de motie hard aan, ondanks de woorden van Laura Bromet en op het congres. PvdA’er Keren Hirsch, actief in de Amsterdamse lokale politiek, zegde haar lidmaatschap op. Er kwamen in totaal zo’n vijfhonderd opzeggingen binnen, al meldt de partij ook een dubbel aantal nieuwe leden (dubbellidmaatschappen van PvdA en GroenLinks worden niet apart geteld).
Twee jaar na het roemruchte partijcongres van 1969 zegde Willem Drees, het gezicht van de naoorlogse PvdA, zijn lidmaatschap op. Hij kon niet leven met de progressieve mode in de partij. „Elke linkse vernieuwingsbeweging schrikt ook mensen af”, zegt oud-PvdA-voorzitter Ruud Koole. Maar er is een groot verschil tussen nu en de late jaren zestig, zegt Koole. Na de theatrale opkomst van Nieuw Links wist partijleider Joop den Uyl hun activisme te verenigen met de bestuurlijke vleugel. In zijn verhaal zocht hij ook altijd toenadering tot kiezers in het midden. „Den Uyl noemde zichzelf lid van ‘het zondige ras der reformisten’. Hij deed daarmee afstand van revolutionaire idealen.”
Een partij moet altijd twee dingen doen, zegt Koole. Ze moet de eigen achterban inspireren, maar ook nieuwe kiezers winnen. „Het eerste lukt, ook dankzij de motie-Piri. Maar het tweede gebeurt niet. Terwijl de les van Joop den Uyl is dat het één niet zonder het ander kan als je ook macht wil.”
Ruud Koole kwam „ontdaan” thuis uit Nieuwegein. „GroenLinks-PvdA dreigt overgenomen te worden door de activistische vleugel. Er was geen evenwicht meer.” Timmermans lukte niet wat Den Uyl destijds wel lukte. „Hij had het over twee sluitende redeneringen, maar gaf uiteindelijk alleen ruimte aan die ene, van Kati Piri. Hij noemde de 150.000 demonstranten, en suggereerde dat hij namens hen sprak. Ik liep zelf mee in die demonstratie, maar ben tegen de motie. Het was een symbolische motie, duidelijk bedoeld om de activistische achterban aan te spreken.”
Toen in de middag op het partijcongres gestemd werd over twee moties die gingen over de motie-Piri, zat Kati Piri zelf op de eerste rij, gearmd met senator Mei Li Vos. Zij kreeg van meer dan 80 procent steun. Een motie van Lodewijk Asscher om afstand te nemen van de motie-Piri werd met bijna 80 procent verworpen. Er barstte een langdurig gejuich los in de zaal. Deze keer was er geen berendans. Kati Piri keek zonder zichtbare emotie voor zich uit.
Het was een heel moeilijk besluit, zegt Martijn Snoep, bestuursvoorzitter van de concurrentiewaakhond ACM (Autoriteit Consument en Markt). Na een uitzonderlijk lange onderzoeksperiode van anderhalf jaar gaf de ACM vrijdag haar goedkeuring aan de overname van RTL Nederland door mediabedrijf DPG. Het grootste mediabedrijf in Nederland mag de grootste commerciële tv-zender kopen. Waarmee de toch al grote mediaconcentratie in Nederland nog verder toeneemt.
Waarom vond u het besluit zo moeilijk?
„Omdat er zulke grote belangen op het spel stonden. Het hoort tot de top-3 van de grootste zaken die we hebben gedaan sinds ik hier in 2018 begon – en het was misschien wel de moeilijkste. Als je een fusie of overname moet beoordelen, kijk je altijd naar de verwachte gevolgen voor de toekomst, voor de komende vijf jaar. Dat is sowieso moeilijk. Dat gaat ook wel eens mis. Maar in dit geval zijn kosten van het mis hebben heel hoog. Want het gaat hierbij over de pluriformiteit van de media, en die is essentieel in onze democratie.
Lees ook
Lees ook: Groen licht voor overname van RTL Nederland door mediareus DPG
„Bij de markt van een willekeurig product, zeg bananen, ligt dat anders. Als je het daarbij verkeerd hebt als ACM kunnen de bananen misschien ietsje duurder worden, en dat is natuurlijk heel vervelend. Maar als we in déze zaak een verkeerd besluit nemen, en ons medialandschap wordt verstoord, dan hebben we een veel groter probleem. Daarom hebben we iedere steen omgedraaid, alles afgewogen, met iedereen die er iets over wilde zeggen uitgebreid gesproken. Lang niet iedereen was het met elkaar eens, we hoorden veel tegengestelde meningen. En daarna moesten we een afweging maken.
„Daarbij speelden twee bijzondere omstandigheden. Ten eerste: het medialandschap, en vooral de nieuwsvoorziening, zijn heel sterk aan het veranderen. Denk aan de opkomst van online nieuws, alternatieve nieuwsbronnen via de sociale media en de manier waarop de grote Amerikaanse technologiebedrijven het nieuws bij de mensen brengen. En ten tweede: RTL Nederland zou hoe dan ook verkocht worden, zo niet aan DPG dan aan een andere partij.”
Tegen die achtergrond vond u de machtsconcentratie die het gevolg van het samengaan van RTL en DPG is acceptabel?
„Inderdaad, zeg ik voorzichtig. We hadden grote zorgen over de mediapluriformiteit, vooral op het gebied van onbetaald online nieuws. Daar heb je drie heel belangrijke spelers: NU.nl (onderdeel van DPG), RTL Nieuws en NOS.nl. Tegelijk zie je dat gratis online nieuws voor grote delen van de bevolking de belangrijkste bron van nieuws is. Door de overname zouden we in dit segment van drie naar nog maar twee aanbieders kunnen gaan – en dan springen bij ons alle seinen op rood.
„Maar DPG was bereid om verregaande maatregelen te nemen om de zelfstandigheid van NU.nl – ten opzichte van RTL Nieuws én het moederbedrijf – te garanderen door er stichtingen boven te zetten die hun identiteit bewaken, zoals de Volkskrant, Trouw en Het Parool die al hebben. En daarmee wordt de situatie zelfs beter dan zij nu is. Bovendien krijgt de Stichting Democratie en Media [die een prioriteitsaandeel heeft in DPG Media Nederland] vetorechten over de eventuele verkoop van individuele titels en de benoeming van hoofdredacteuren. En de redactiestatuten worden verder aangescherpt.”
Zou Elon Musk daarvan onder de indruk zijn?
„Door de combinatie van zo’n stichting én een redactiestatuut, heb je bij de rechter afdwingbare rechten.”
Heeft u overwogen te eisen dat DPG NU.nl zou verkopen?
„Ja. Maar we zagen ook dat NU.nl een heel belangrijk merk is voor DPG. Afgezet tegen het pakket voorwaarden waar DPG mee akkoord ging, vonden we het niet proportioneel afstoten van NU.nl te eisen.”
Blijft NU.nl tot in lengte van dagen onafhankelijk binnen DPG?
„Ja, tenzij DPG ons vraagt die voorwaarde te wijzigen, en dan toetsen wij of daar genoeg reden voor is.”
Door de fusie krijgen journalisten nóg minder partijen waarbij ze met hun journalistiek terecht kunnen of waar ze kunnen solliciteren. Journalistenvakbond NVJ heeft tegen goedkeuring van de overname geadviseerd.
„Die kwestie hebben we uitgebreid onderzocht. De vraag is of deze transactie de onderhandelingspositie van journalisten verslechtert ten opzichte van hoe het nu is. We zagen dat de huidige situatie voor journalisten moeilijk is – en dat daar niet veel aan verandert. En ook dat er toch al heel weinig journalisten zijn die overstappen van RTL naar DPG of andersom. DPG heeft toegezegd dat de verschillende titels onafhankelijk van elkaar blijven, met eigen budgetten en eigen redacties.”
Over de advertentiemarkt schreef u vorig jaar in een tussenbesluit dat DPG en RTL samen 98 procent van de Nederlanders ouder dan 13 jaar kunnen bereiken. Dan hoef je als adverteerder toch nergens anders meer je product aan te prijzen, zou je zeggen? Dat gaat dan ten koste van de advertentie-inkomsten van de concurrenten van DPG/RTL.
„De adverteerders en mediabureaus die hun campagnes opzetten bleken die zorgen niet te delen. In meerderheid zagen ze juist kansen in de overname, doordat voor hen een sterk merk ontstaat als alternatief voor Meta en Google. De kans dat DPG straks mediabureaus zou kunnen dwingen al hun advertentieopdrachten daar te plaatsen, en niet meer ergens anders, achten wij verwaarloosbaar.”
Persbureau ANP verkeert in een precaire positie. Het levert nu vooral nieuws aan zijn grote klanten DPG, RTL, Mediahuis (waartoe onder meer NRC en De Telegraaf horen), NPO en Talpa. Als DPG besluit dat het met RTL erbij nu zo groot is dat het zélf alle berichten en foto’s kan maken en ANP niet meer nodig heeft, dan verliest ANP zo’n belangrijke klant dat de vraag is of ze dat overleeft.
„Daarom hebben we dat heel precies onderzocht. Onze conclusie was dat DPG geen economische prikkel of reden heeft om te stoppen met het afnemen van diensten van het ANP.”
Heeft DPG moeten beloven geen eigen nieuwsdienst op te zetten?
„Nee, dat hoefden ze niet te beloven.”
U zegt dat u zich heeft bekommerd om de pluriformiteit van het medialandschap. Maar hoort dat wel bij uw taken? Moet de ACM er niet alleen op toezien dat markten goed functioneren?
„Het zit niet als zodanig in ons takenpakket. Maar mediapluriformiteit is een uitkomst van concurrentie. Als het aantal spelers afneemt kan dat gevolgen hebben voor de prijzen, maar ook voor de kwaliteit van het nieuws en de mediapluriformiteit. We hebben hierover nauw overlegd met het Commissariaat voor de Media.”
Toch vindt u dat er meer wettelijke bescherming moet komen voor de mediapluriformiteit.
„Als er geen concurrentie tussen twee partijen is, bijvoorbeeld bij een overname van een mediabedrijf in Nederland door een bedrijf uit een land waarover wij twijfels hebben, dan kunnen wij niets doen. Daarom werkt de politiek in het kader van de European Media Freedom Act aan een pluriformiteitstoets, waaraan overnames in de toekomst moeten voldoen. Maar wij vinden dat je verder moet gaan.
„Eigenlijk horen de media tot onze strategische industrie, net zoals telecommunicatie en infrastructuur.
„Daarom hebben wij het ministerie van Economische Zaken geadviseerd de mediasector op de lijst van strategische sectoren te zetten die speciale bescherming verdienen.”
Lees ook
Lees ook: ‘Bij het toetsen van mediafusies loopt Nederland aan tegen een democratisch tekort’, zegt jurist Kati Cseres
De nachten braken haar op. Ans Beerens-Berens liep tegen de zeventig en elke nacht moest ze vier of vijf keer haar bed uit om haar man Leon naar het toilet te begeleiden. Hij, midden zeventig, was warrig en liep moeilijk, dus zij moest de rollator erbij pakken. Soms stommelde hij naar het toilet terwijl zij nog sliep, dan vergat hij de rollator weleens. Een paar keer kwam hij ten val.
En dus dreigde de scheiding die vele stellen op leeftijd boven het hoofd hangt, een scheiding niet veroorzaakt door de dood en zelfs niet door uitgebluste liefde maar doordat de één naar het verpleeghuis verhuist terwijl de ander niks mankeert en thuis achterblijft.
Van uitgebluste liefde tussen Leon Beerens en Ans Beerens-Berens was ook na bijna veertig jaar huwelijk geen sprake. Ze vormden sowieso een succesvol duo, ook zakelijk. Beerens & Berens Catering BV verzorgde 35 jaar lang het eten en drinken in Fontys-hogescholen, de Hogere Agrarische School en andere Brabantse onderwijslocaties, van de dagelijkse bevoorrading van kantines tot de hapjes en drankjes bij feesten en diploma-uitreikingen. Een cateraar die, zegt Ans Beerens, „klasse en kwaliteit uitstraalde” en daardoor „net iets duurder” was dan concurrenten. Leon en Ans werkten fulltime, meer dan dat, Ans deed ook nog vrijwilligerswerk. Ze hadden het goed, kochten een Tilburgse villa die ze een jaar of vijftien geleden verruilden voor een „prachtig opgeknapt” appartement van 180 vierkante meter. Ze lunchten en dineerden veel en graag in goede restaurants en proostten met wijn die ze „mooi” noemden. En ze genoten van de twaalf vakantieweken per jaar, leve het onderwijs. Kinderen kregen ze niet. „We hadden de behoefte niet.”
Horecateam
Leon ging met pensioen in 2013, zij in 2019. Kort daarna werd hij ziek. Achter een depressie bleek dementie schuil te gaan en daar kwam later de hersenziekte cerebellaire ataxie bovenop. Hij belandde in een rolstoel. Ze woonden in hun appartement tot het niet meer ging.
Maar een scheiding bleek niet nodig. Juist in hun stad, Tilburg, was in 2016 een groot woonzorgcomplex verrezen waar oudere stellen samen naartoe konden verhuizen, Woonlandschap De Leyhoeve. Een paar jaar eerder had de rijksoverheid besloten de verzorgingshuizen af te schaffen. ‘Wonen’ en ‘zorg’ werden van elkaar gescheiden. Ouderen moesten zo lang mogelijk thuis blijven wonen, alleen voor de zwaardere verpleeghuiszorg konden ze nog aanspraak maken op een plek in een zorginstelling.
Ans Beerens-Berens in haar appartement in De Leyhoeve. Haar man woonde tot zijn dood in de zorgvleugel van hetzelfde complex.
Foto John van Hamond
Projectontwikkelaar Hendrik Roozen, een van de oprichters van De Leyhoeve, had van dichtbij meegemaakt wat de impact was van een noodgedwongen scheiding op gevorderde leeftijd: zijn hulpbehoevende vader moest verhuizen, zijn moeder bleef ongelukkig achter. Dat moest anders, vonden de initiatiefnemers, die niet uit de zorgsector kwamen: vastgoedbedrijf Roozen van Hoppe en investeringsfonds Bonita Groep. Ze wilden dat „55-plussers” in De Leyhoeve „samen” en „aangenaam” oud konden worden, niet in de setting van een traditioneel verzorgingshuis maar met onder één dak ‘zorgsuites’ én appartementen voor zelfstandig wonende ouderen. Ze mikten op maatschappelijk en commercieel ondernemen ineen. De Leyhoeve moest een plek zijn van gastvrijheid en luxe, inclusief brasserie, ‘fine dining’-restaurant, zwembad, sauna en terrassen. De eerste directeur kwam uit het hotelwezen.
Leon en Ans vergaapten zich tijdens een rondleiding aan het indrukwekkende vooraanzicht, breed als een paleis en vijf verdiepingen hoog. De hal achter de entree, zagen ze, deed in niets denken aan een zorginstelling. De welkomstbalie liep aan de achterkant over in een bar, bemand door een ‘horecateam’ gestoken in witte overhemden en met schorten om. Ze zagen het hoge, spiegelende plafond, de stellages met wijnglazen, de muren ingelegd met ademend mos, de open keuken, de leestafel met bibliotheek en brandende haard, de lounge, de brasserie, het bruine café. „Als ik dan tóch ergens heen moet, dan hierheen”, zei Leon.
Rolstoelvriendelijk
Hij verhuisde eind 2022 en kwam terecht in een van de 85 kamers in Leyhoeve’s zorgvleugel, die voor het overgrote deel wordt bewoond door mensen met dementie. In zijn ‘zorgsuite’ – zo noemt De Leyhoeve de kamers – en in de bijbehorende, gemeenschappelijke huiskamer bracht Leon zijn dagen door onder begeleiding van ‘medewerkers wonen en welzijn’. Ans Beerens verkocht hun appartement en betrok een van Leyhoeve’s tweehonderd ‘reguliere’ appartementen, opgeleverd zonder drempels en met brede, rolstoelvriendelijke deuropeningen. Een huurwoning van tachtig vierkante meter. Klein, naar haar smaak. „Ik had me ingeschreven voor een grotere maar die kwam niet op tijd vrij.” Ze liet het balkon overdekken met glas en legde er dezelfde pvc-vloer als binnen et voilà: twintig vierkante meter extra. Vanaf dag één genoot ze van het uitzicht op het groen van een groot, aanpalend park.
De brasserie van woonzorgcomplex De Leyhoeve.
Foto John van Hamond
Ans ging ’s ochtends de deur uit voor haar vele vrijwilligerstaken, ze was onder andere penningmeester van de Hasseltse Kapel en van organisatie tegen kinderuitbuiting Terre des Hommes. En daarna haalde ze Leon op uit ‘de zorg’ en nam hem mee terug naar haar appartement waar hij puzzelde en las terwijl zij verder werkte achter haar laptop. Een paar keer per week gingen ze aan het einde van de middag naar de leestafel beneden en vroegen ze om de dagschotel à 14,50 euro p.p. Varkenshaas met spek, kippendijen met tom kha kai-saus, cordonbleu met rösti. En ’s avonds trakteerden ze zichzelf op een advocaatje met slagroom in Leons ‘huiskamer’ in het bijzijn van een paar meeproostende medebewoners. Het ging zo goed dat Ans vooruit durfde te kijken. „Hij wordt honderd hier, dacht ik.”
Maar begin mei vorig jaar kreeg haar man een blaasontsteking en wilde hij niet meer eten en drinken. Hij vergat de rollator en kwam een paar keer ten val. Hij overleed op een vrijdag in zijn kamer, 78 jaar oud. Ans was bij hem. „Zeker herkende hij me”, zegt ze. „Hij heeft me nog bedankt. Hij zei: ‘Bedankt voor de goede zorgen’.”
Inpandige thuiszorg
Een jaar is ze weduwe nu. Ze heeft overwogen te verhuizen, want was ze hier nog op haar plek? Met haar 72 jaar is ze een „jongere”: de gemiddelde leeftijd van de zelfstandig wonende ouderen is 79. Bovendien is het kopen van een appartement financieel aantrekkelijker dan huren in De Leyhoeve, zegt ze. Ze pakt er een uitdraai bij. Kale huur: 1.812 euro. Parkeerplaats voor haar Volvo EX 30: 135 euro. En dan nog servicekosten, elektra, verwarming, water, horecabijdrage en de huur voor de berging. Opgeteld ruim 2.350 euro per maand. „Het gaat hard met het geld hoor”, zegt Ans.
En toch: ze verhuist niet. Ze heeft geen kinderen en hoe lief haar familie en schoonfamilie ook zijn, met mantelzorg zadelt ze hen liever niet op. In De Leyhoeve is de zorg op afroep beschikbaar, ook voor haar als ‘zelfstandig wonende’. De inpandige thuiszorg, ‘team Jasmijn’, heeft dertig zorgverleners in dienst. „Dat geeft een veilig gevoel, al ben ik nu nog gezond.” Die thuiszorg wordt vergoed via de zorgverzekering. Mocht ze ooit serieus verslechteren, dan kan ze intern verhuizen naar de zorgvleugel. De verpleging en verzorging daar worden vergoed via de Wet Langdurige Zorg – op een eigen bijdrage na. Voor de zorgsuite betalen bewoners huur. De suite van Leon, 33 vierkante meter groot, kostte 1.820 euro per maand.
Zang en dans
Nu Leon er niet meer is en Ans niet meer op de zorgvleugel hoeft te zijn, merkt ze dat het behoorlijk gescheiden werelden zijn, ‘zorg’ versus ‘regulier’. Dat zegt ook locatiedirecteur Mark van Slooten. „De verhuizing van zelfstandig appartement naar ‘de zorg’ wordt ervaren als best groot”, zegt hij. „Je weet dat het waarschijnlijk de laatste plek is waar je gaat wonen en daar worden mensen die nog ‘goed’ zijn lang niet altijd graag aan herinnerd.” Weliswaar drentelen rond de bar en loungeruimte geregeld drie of vier vergeetachtige mensen rond – „altijd dezelfden”, zegt Ans, „iedereen kent en groet ze” – en er zijn gezamenlijke dans-en-zangochtenden met een niet onaardig aantal deelnemers. Maar tegelijkertijd is Leyhoeve’s zorgfunctie behoorlijk aan het oog onttrokken. Bovendien moet je voor aanspraak op een plek in de zorgvleugel er steeds slechter aan toe zijn, net als in alle Nederlandse verpleeghuizen: alleen de echt zware zorg wordt nog vergoed. Gevolg is dat de Leyhoeve-directie de oversteek van ‘regulier’ naar ‘zorg’ zo lang mogelijk moet uitstellen, net zoals de rijksoverheid erop aanstuurt dat ouderen zo lang mogelijk thuis blijven wonen. „Dat is ook de wens van onze bewoners zelf”, zegt directeur-bestuurder Margot van Leijen.
En dus neemt onder de zelfstandig wonende ouderen het belang toe van thuiszorg door ‘team Jasmijn’. En, net als de rijksoverheid, stimuleert ook de Leyhoeve-directie dat de hulp aan ouderen deels wordt opgevangen door mantelzorgers. Ook bevordert de directie sinds kort nadrukkelijk dat zelfstandig wonende ouderen meer naar elkaar omkijken. ‘Samenredzaamheid’ is de door directeur Van Leijen gebezigde term: „Wat kunnen vitale bewoners als mevrouw Beerens betekenen voor minder vitale medebewoners?”
Wel, mevrouw Beerens draagt graag haar steentje bij dus zit ze niet alleen in Leyhoeve’s cliëntenraad maar is ze ook lid van de onlangs opgetuigde ‘denktank’ die aan de ‘samenredzaamheid’ handen en voeten moet geven. Idee is bewoners meer met elkaar in contact te brengen, via „activiteiten en koffiemomenten”. Er is een papieren magazine in de maak, de ‘Leybode’, die elk kwartaal „nieuwtjes en feitjes” biedt „voor en door bewoners”. „Stel”, zegt Van Leijen, „we hebben geïnventariseerd dat een aantal bewoners heel goed is met ict, dan schrijven we op dat je met computerproblemen kunt aankloppen bij die en die appartementen.” Ook wordt met bewoners een gids gemaakt met alle inpandige activiteiten en clubjes op een rij, van de dart- tot de bridge- tot de fietsclub. „We willen de drempel om deel te nemen zo laag mogelijk maken. Als je elkaar ontmoet, ga je uiteindelijk ook makkelijker iets voor elkaar betekenen.”
Het café van Woonlandschap De Leyhoeve in Tilburg.
Foto John van Hamond
Vrijdagmiddagborrel
Het wonen in De Leyhoeve bevalt Ans Beerens goed. Het complex heeft een „bepaalde klasse” en er wonen „allemaal nette mensen”. En zijzelf leeft gewoon haar bedrijvige leven. Ze gedijt solo prima, al mist ze haar man elke dag. Ze ontbijt met yoghurt en fruit en pakt dan haar auto. Op naar de Hasseltse kapel. Op naar Parochie De Goede Herder waar ze commissielid is van vier begraafplaatsen. Op naar een lunch met vriendinnen of familie of naar haar wekelijkse kappersafspraak op vrijdagochtend. Terug in De Leyhoeve klopt ze aan bij overbuurman Piet, want sinds kort maken ze aan het begin van de middag een dagelijkse wandeling. „Niet zomaar wandelen hè. Op tempo.” Ze eten ook een paar keer per week samen beneden in de brasserie. Nee nee nee, het is puur een vriendschap, zegt ze – „hij is 85!”. Of Henk belt, van een etage lager. „Zeg Ans, zullen we samen een wijntje pakken?” Nou en dan zitten ze daarbeneden bij de bar en zeggen ze: „zullen we ook maar blijven eten dan?”
De vrijdagmiddagborrel is vaste prik, drinken ze wijn met een man of vijftien. „Ik ben een Franse witte wijndrinker”, zegt ze. „Ik was niet zo tevreden over de wijn hier. Ik heb er een andere doorheen gekregen.” Nee, ze zegt niet hoeveel ze maandelijks aan horeca uitgeeft. Maar met een blik op haar banksaldo en uitgavenpatroon heeft ze uitgerekend, je bent penningmeester of niet, dat ze niet ouder dan negentig moet worden. Al kan ze natuurlijk zuiniger gaan leven. „Maar ja”, zegt ze, „morgen kun je dood zijn.”