Meer slachtoffers van mensenhandel en seksuele uitbuiting in 2023, maar straffen blijven achter

Het afgelopen jaar werden meer meldingen gemaakt van mensenhandel in Nederland dan in 2022. Dat concludeert de Nationaal Rapporteur Mensenhandel uit de donderdag verschenen jaarcijfers van 2023. Vooral het aantal slachtoffers van seksuele uitbuiting met een Latijns-Amerikaanse en Afrikaanse nationaliteit is omhoog gegaan. Tegelijkertijd worden steeds minder daders opgespoord en strafrechtelijk vervolgd.

In 2023 zijn bij het Coördinatiecentrum tegen Mensenhandel 868 slachtoffers gemeld. Dat zijn er 54 meer dan het jaar daarvoor. Veel slachtoffers blijven onder de radar: de Nationaal Rapporteur schat dat er in werkelijkheid jaarlijks zo’n 5.000 slachtoffers worden uitgebuit door mensenhandel.

Mensen met een Nederlandse nationaliteit vormen nog altijd de grootste groep slachtoffers. Vrouwen met een Afrikaanse of een Latijns-Amerikaanse nationaliteit zijn vaker slachtoffer van arbeidsuitbuiting en seksuele uitbuiting in vaak illegale prostitutie. Dit zijn voornamelijk vrouwen uit Oeganda, Nigeria, Colombia en Venezuela. Slachtoffers van arbeidsuitbuiting zijn relatief vaak mensen met een andere Europese nationaliteit.

Prostitutiesectoren

In 2023 werden 178 Afrikaanse slachtoffers van seksuele uitbuiting gemeld. Ook waren er 68 meldingen van Latijns-Amerikaanse slachtoffers van seksuele uitbuiting – dat is meer dan een verdubbeling ten opzichte van 2022. Al jaren wordt gewaarschuwd voor georganiseerde netwerken die Latijns-Amerikaanse vrouwen ronselen.

„Daar zitten vermoedelijk georganiseerde netwerken achter die niet alleen in Nederland, maar ook in de landen om ons heen opereren”, zegt Conny Rijken, Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen. „We zien dat vrouwen illegaal in Nederland zijn en volledig afhankelijk van mensenhandelaars. Ze spreken geen Nederlands of Engels. Zij worden uitgebuit als sekswerkers. Ze hebben geen zeggenschap over hun klanten en werktijden en moeten een groot deel van hun inkomsten afstaan.”

De groei van het aantal gemelde slachtoffers vindt vooral plaats in de thuis- en escortprostitutie. Zowel Nederlandse als vrouwen uit het buitenland worden door mensenhandelaren gedwongen om deze minder zichtbare sectoren in te gaan. Meestal zijn de slachtoffers in het buitenland gerekruteerd en worden ze in Nederland uitgebuit. „Mensenhandel vindt steeds vaker online plaats”, aldus Rijken. „Whatsapp, Signal en Telegram worden allemaal gebruikt om slachtoffers te rekruteren en onder controle te houden.”

Weinig zaken voor rechter

Arbeidsuitbuiting kwam in 2023 het meest voor in de sectoren ‘vervoer en opslag’, ‘bouw’ en ‘horeca’. In totaal werden 147 meldingen van dergelijke uitbuiting gemaakt. „Het aantal rechtszaken over deze misstanden is schrikbarend laag”, zegt Rijken. In de jaarcijfers wordt gesproken van minder dan vijf rechtszaken, in de praktijk waren dat er slechts twee. Bovendien worden steeds meer zaken over uitbuiting en mensenhandel geseponeerd. Strafrechtelijke aanpak ziet Rijken in het algemeen nog te weinig.

De Nationaal Rapporteur roept daarom op tot meer digitale opsporing. Rijken hoopt dat de politie nog meer gaat inzetten op het uitlezen van telefoons en computers en meer aanwezig wordt op sociale mediaplatforms. „Dat zou bij elke opsporingsambtenaar in de gereedschapskist moeten zitten.”