N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Woningmarkt Jongeren deden in januari een kwart meer hypotheekaanvragen dan een jaar eerder. Waarom is er nu meer ruimte voor starters op de woningmarkt?
Na jaren van dringen bij bezichtigingen, overbieden en overboden worden, lijkt het de goede kant op te gaan voor jongeren op de woningmarkt. Begin dit jaar deden zij meer hypotheekaanvragen dan begin 2022, bleek dinsdag uit cijfers van adviseur De Hypotheker. In de maand januari deden 18- tot 28-jarigen een kwart meer aanvragen dan een jaar eerder. Ook nam hun aandeel in het totaal aantal hypotheekaanvragen toe: tot 27 procent, bijna het dubbele van een jaar eerder.
Enigszins opmerkelijk is dat wel. Want hoewel de huizenprijzen sinds afgelopen zomer daalden – waardoor jongeren, veelal starters op de woningmarkt, in theorie meer kans maken op een betaalbare koopwoning – stegen tegelijkertijd de rentes. De betaalbaarheid van een koopwoning nam daardoor niet toe. Bovendien konden starters op de woningmarkt door de gestegen rente minder lenen.
Hoe komt het dan dat meer jongeren momenteel een huis kopen? Woningmarktexpert Paul de Vries van het Kadaster ziet daarvoor deels een psychologische verklaring. Tot vorig jaar stegen de huizenprijzen fors, waardoor jongeren weinig kans maakten op de woningmarkt. Zij hadden vaak niet het financiële voordeel dat doorstromers wel hadden: een (vaak forse) overwaarde op de eigen woning.
Stijgende rente
Het kan zijn dat deze starters, die eerder hun koop uitstelden wegens te hoge prijzen, toeslaan nu ze deze zien dalen. „Zeker omdat de rente wél almaar verder stijgt”, zegt De Vries. „Mensen anticiperen op verwachtingen. Als we met z’n allen denken dat de rentes omhooggaan, dan handelen veel mensen daarnaar.”
Commercieel directeur van De Hypotheker Menno Luiten ziet nog twee verklaringen: minder concurrentie en meer aanbod op de huizenmarkt. Door de gestegen hypotheekrente en dalende huizenprijzen willen woningeigenaren nu eerst hun huis verkopen voordat ze een nieuwe woning aanschaffen. Voorheen was datandersom. Daardoor is het aanbod vorig kwartaal snel opgelopen tot bijna 35.000 woningen, aldus makelaarsvereniging NVM. En hoe meer woningen, hoe minder concurrentie.
„Waar voorheen zo’n dertig man in een huis rondliep tijdens een bezichtiging, kun je nu vaak weer rustig rondkijken”, zegt Luiten. „Wat dat betreft zijn we van een verkopersmarkt naar een kopersmarkt gegaan.” Jongeren profiteren daar volgens Luiten in eerste instantie het meest van, omdat zij vaak geen vorige woning hebben die eerst verkocht moet worden.
Doorstromers zijn bovendien minder genoodzaakt zich op de woningmarkt te begeven wanneer de prijzen dalen dan jongeren, zegt De Vries van het Kadaster. „Huizenbezitters kunnen afwachten of de waarde van hun huis weer stijgt. Maar een koopstarter wil gewoon verhuizen. Ze willen bij vader en moeder weg, of stoppen met huren.”
Door verschillende maatregelen is de belangstelling van beleggers voor de woningmarkt afgenomen
Minder interesse van beleggers
Tot slot: door verschillende maatregelen is de belangstelling van beleggers voor de woningmarkt afgenomen, zegt Léon Groenemeijer van onderzoeksbureau ABF Research. Door de opkoopbescherming bijvoorbeeld, die gemeenten kunnen inzetten om te voorkomen dat in gewilde wijken huizen worden opgekocht als belegging om te verhuren. Ook onder meer de verhoging van de overdrachtsbelasting voor beleggers (van 6 procent in stappen naar 10,4 procent) en de regulering van de middenhuur maakt huizen minder interessant als beleggingsobject.
Uit cijfers van het Kadaster bleek dat in de eerste helft van vorig jaar het percentage van door beleggers gekochte woningen in grote steden was gedaald. Dat is met name voor starters goed nieuws, zegt Groenemeijer. Zij vestigen zich relatief vaak in de stad. En deze beleggers richtten zich volgens hem veelal op wat goedkopere appartementen. Groenemeijer: „Dat is een type woning waar starters op gespitst zijn. Nu krijgen starters daar weer wat meer kans.”