‘Master Class’ toont Maria Callas vooral als wrokkig en gefrustreerd. Past dat anno 2024 nog?

Toneelschrijver Terence McNally (1938 – 2020) was naar eigen zeggen een groot fan van operazangeres Maria Callas (1923 – 1977). Vandaar dat hij een toneelstuk over haar schreef, Broadwayhit Master Class uit 1995. Met zulke fans heb je geen vijanden meer nodig.

Master Class is gebaseerd op een serie masterclasses die Callas in 1971 en ’72 gaf aan studenten van Juilliard, het beroemde conservatorium in New York. Zelf was ze toen bijna vijftig en ze had al zes jaar niet in het openbaar gezongen, nadat haar stem haar tijdens concerten meermaals in de steek had gelaten.

Van de masterclasses zijn geluidsopnames gemaakt, die tegenwoordig integraal te beluisteren zijn op Youtube. Dat is de moeite waard. Callas komt erin naar voren als een ontzagwekkende, perfectionistische en zeer betrokken docente. Ze maakt zichzelf niet onnodig kleiner dan ze is, ze spreekt met overtuiging en zonder de voor vrouwen, zeker in die tijd, zo vertrouwde gêne. De opnames getuigen van Callas’ feilloze waarachtigheidsradar: ze hoort het onmiddellijk, al bij de aanzet van een klank, als een student een gezongen frase niet doorvoelt, maar enkel acteert – en ze rust niet voor ze een waarachtige emotie aan zo’n leerling heeft ontlokt. Wat bovenal uit de opnames naar voren komt, is Callas’ grenzeloze eerbied en liefde voor de muziek.

Tweede versie

Over die masterclasses schreef McNally in 1995 dus zijn toneelstuk. Al in 1996 bracht Toneelgroep Amsterdam (voorganger van ITA) de voorstelling in Nederland op de planken, met Sigrid Koetse als Callas. In 2011 volgde een enscenering met Pia Douwes in de hoofdrol, en nu, dertien jaar later, is die tweede versie in reprise gegaan. Pia Douwes wederom als Callas, in een regie van Frank van Laecke.

McNally lijkt zich niet te kunnen voorstellen dat de assertiviteit die Callas tijdens de masterclasses aan de dag legt uitsluitend te verklaren is met haar jarenlange ervaring en haar toewijding aan de muziek. Nee, aan dat opmerkelijke temperament moet wel iets anders ten grondslag liggen. Haar frustratie, bijvoorbeeld, over het feit dat ze door pers en publiek niet altijd op waarde werd geschat. Natuurlijk is er ook een man debet aan Callas’ gedrevenheid: haar grote liefde Aristoteles Onassis (hier gepresenteerd als een platvloerse maar rijke hufter), heeft haar aan de kant gezet. Bovendien verhult McNally’s Callas met haar zelfvertrouwen een diepgeworteld minderwaardigheidscomplex (ze was ooit „een dik, vet meisje met een slechte huid en dikke brillenglazen”), en draait het zingen van aria’s voor haar voor een groot deel om het terugpakken van de mensen die vroeg in haar carrière op haar neerkeken – en om een niet nader gespecificeerd ‘winnen’ in het algemeen. Dus, zien we hier passie voor de muziek?

In ‘Masterclass’ draait het zingen van aria’s voor Callas voor een groot deel om het terugpakken van de mensen die vroeg in haar carrière op haar neerkeken

Wrokkig, gekrenkt

Misschien, maar toch vooral de bezetenheid van een wrokkige, gekrenkte vrouw met een egoprobleem. Het kan natuurlijk dat ze dat ook was, in die laatste jaren van haar leven, al blijkt dat op geen enkele manier uit de geluidsopnames. Maar, ook als dat zo zou zijn: is dat een verhaal dat we in 2024 willen vertellen?

Het is nogal wat gevraagd van een actrice om ondanks de misogyne implicaties van de tekst toch nog iets van sympathie voor je personage te oogsten; daarvoor ben je eigenlijk genoodzaakt met volle kracht tegen de tekst in te spelen. Maar dit is niet waar regisseur Frank van Laecke Pia Douwes toe lijkt te hebben uitgenodigd. Douwes trapt vol op het gaspedaal als er „Ari, trouw met me!” in het script staat, op de knieën nog wel, armen wijd, wanhoopsmasker op – drama waarbij de gemiddelde operavertolking verbleekt.

Zonder enige terughoudendheid geeft Douwes deze karikaturale vrouw gestalte, wat best imponerend genoemd mag worden, en soms verrassend geestig. Maar het is toch vooral schrijnend, hoe theatraal en kunstmatig dit door McNally bekokstoofde personage zich over de vloer beweegt, als je bedenkt met hoeveel hartstocht de echte Callas in haar lessen (én in haar muziek) waarachtigheid predikte.