Een militair treffen in een omstreden grensgebied tussen twee deelstaten in Noord-Ethiopië deed onlangs de alarmbellen rinkelen bij westerse ambassades in de hoofdstad Addis Abeba. Begin april bevochten de legers uit de deelstaten Tigray en Amhara elkaar bij het stadje Alamata. Volgens de Verenigde Naties raakten er vijftigduizend burgers ontheemd. Alweer een oorlog betekent een forse escalatie in de ontrafeling die Ethiopië ondergaat sinds Abiy Ahmed in 2018 premier werd.
Ethiopië is met tachtig etnische groepen altijd een fragiele natie geweest. Nu barst het land aan alle kanten uiteen. Wat een ironie dat juist onder het bewind van Abiy Ahmed, in 2018 gelauwerd met de Nobelprijs voor de Vrede, veel van de oorlogen zijn begonnen.
Ethiopië is een strategisch gelegen land in de Hoorn van Afrika. Wat er gebeurt in de hooglanden van Ethiopië, met 120 miljoen inwoners, heeft effect op de omringende laaglanden in Soedan en Somalië, evenals aan de andere kant van de Rode Zee. De Verenigde Arabische Emiraten (VAE) zijn door hun wapenleveranties en financiële steun aan Abiy Ahmed een belangrijke factor geworden in niet alleen Ethiopië, maar ook Soedan.
Geweld in Tigray en Amhara
De nieuwe spanningen zijn een vervolg op de grote oorlog tussen 2020 en 2022, toen het Ethiopische regeringsleger samen met Eritrea en regionale strijdkrachten uit Amhara vocht tegen het leger van Tigray, dat toen het onderspit delfde.
Dat was de bloedigste oorlog tot nu toe deze eeuw. Er kwamen tussen een half miljoen en 800.000 burgers en militairen om, een miljoen Tigreeërs belandden in ontheemdenkampen. Volgens de Verenigde Naties hongerden de Ethiopische en Eritrese legers in Tigray de bevolking uit door voedselhulp te weigeren. En ze saboteerden de landbouwsector, waarna de oogst halveerde en nu ruim twee miljoen burgers op de rand van hongersnood balanceren. Abiy Ahmed liet soldaten van de militie Fano uit de deelstaat Amhara meedoen aan de strijd in Tigray met de belofte van land en oorlogsbuit. De militieleden namen grote delen van het westen en zuiden van Tigray in en verdreven daar de Tigrese burgers. Verscheidene mensenrechtenorganisaties noemden het etnische zuiveringen. Aan deze desastreuze oorlog kwam met het akkoord van Pretoria, eind 2022, een einde.
De oorlog in Tigray leidde vrijwel onmiddellijk tot alweer een gewelddadig conflict, deze keer in Amhara. Abiy Ahmed betrok Fano en andere ingezette Amhaarse strijdkrachten niet bij het vredesakkoord. Toen zij zijn bevel om te ontwapenen negeerden, trokken ze het platteland op en gingen tegen de centrale regering in Addis Abeba vechten. Behalve deze oorlog in Amhara vechten ook opstandelingen in het woongebied van ’s lands grootste bevolkingsgroep, de Oromo’s, tegen de premier.
Somaliland
Ook buiten Ethiopië laat de wispelturige Abiy Ahmed van zich horen. Een grote ruzie met Somalië ontstond begin dit jaar toen de premier onverwachts een deal sloot met Somaliland, een deel van Somalië dat zich in 1991 eenzijdig onafhankelijk verklaarde. In ruil voor een stuk grond van vijftig vierkante kilometer langs de Rode Zee, ten behoeve van een Ethiopische marinebasis, beloofde Ethiopië als enige Afrikaanse staat Somaliland te erkennen. Abiy Ahmed wil een militaire aanwezigheid naast de Verenigde Staten, China en Frankrijk, die al militaire bases langs de Rode Zee en de Golf van Aden hebben. De premier riep met de deal een golf van diplomatieke verontwaardiging over zich af.
Lees ook Abiy Ahmed veroorzaakt nieuw etnisch conflict in Ethiopië door spanningen aan te wakkeren
De Somalische president Hassan Mohammed ontstak in woede. Volgens hem is het niet erkende Somaliland niet bevoegd om een overeenkomst met Ethiopië sluiten. Hij riep zijn ambassadeur uit Addis Abeba terug en verklaarde zich bereid om een oorlog met Ethiopië te beginnen. Zo’n oorlog, hoewel onwaarschijnlijk gezien de zwakte van het Somalische leger, kan de gemeenschappelijke strijd van alle landen in de regio tegen de terreurgroep Al Shabaab in Somalië verzwakken.
Vervolgens zette Puntland, een semiautonome deelstaat van Somalië, zijn deelname stop aan de federale Somalische regering wegens een meningsverschil over een grondwetswijziging. Ethiopië reikte onmiddellijk Puntland de hand. Somalië reageerde door de Ethiopische ambassadeur in de hoofdstad Mogadishu uit te zetten. Zo raken de onderlinge verhoudingen tussen staten en deelstaten in de regio door Abiy Ahmeds wilde gemanoeuvreer overhoop.
Antipiraterijbrigade
Zijn troefkaart is de steun van de VAE. Dat kleine maar financieel krachtige land investeerde de afgelopen tien jaar volgens het blad Africa Confidential 56 miljard euro in Afrika en beloofde onlangs nog eens 9,3 miljard voor groene energie. De VAE behoren met China, Amerika en de Europese Unie inmiddels tot de grootse donoren van het continent. Rond de Rode Zee beheert het havens, zoals Berbera in Somaliland en Bosaso in Puntland, en het land zette er een antipiraterijbrigade op.
Ook militair worden de VAE steeds belangrijker. Wapenleveranties, in het bijzonder drones, aan Abiy Ahmed gaven twee jaar geleden de doorslag bij de oorlog in Tigray. Dat geldt ook voor Soedan. Over een luchtbrug naar Tsjaad werd zo veel militair wapentuig vervoerd naar de opstandige generaal Hemedti dat zijn paramilitaire Rapid Support Forces de overhand kregen in de Soedanese burgeroorlog. De VAE werken ook samen met militaire facties in Libië en Jemen.
Egypte, Saoedi-Arabië, Eritrea en Somalië zien de groeiende invloed van zowel de VAE als Ethiopië met argusogen aan. Zij steunen Soedans president generaal Burhan in de oorlog tegen Hemedti. Zo is de Hoorn van Afrika onstabieler geworden dan ooit in de afgelopen kwart eeuw.
Een fel oranje gloed met zware rook en as in de lucht. Evacuatiebevelen en waarschuwingen om daarop voor te bereiden. Brandweerploegen die op grote schaal worden opgetrommeld. Voor Canadezen in het westen van het land is het nieuwe natuurbrandenseizoen in alle hevigheid losgebarsten.
Duizenden mensen in de provincies Alberta en British Columbia hebben hun huizen moeten verlaten wegens grote naderende branden. De dreiging van het vuur in de regio, waar extreme droogte heerst en inmiddels 230 actieve branden woeden, wakkert de vrees aan voor een herhaling van het historische Canadese natuurbrandenseizoen van vorig jaar. Toen werd een recordoppervlakte van zo’n 185.000 vierkante kilometer bos in de as gelegd, een gebied meer dan vier maal zo groot als Nederland.
In het noorden van Alberta hebben ruim 6.600 mensen in Fort McMurray dinsdag het bevel gekregen hun woningen te verlaten wegens een grote brand die de stad tot op enkele kilometers is genaderd. Voor andere inwoners geldt een waarschuwing om zich voor te bereiden op een mogelijke evacuatie. Het roept voor velen trauma’s op uit 2016, toen een enorme natuurbrand grote delen van de plaats, het centrum van de olieproductie bij de Canadese teerzanden, verwoestte.
Posttraumatische stress
Meer dan 80.000 mensen moesten Fort McMurray toen ontvluchten voor een enorme brand die bekend stond als ‘The Beast’. Ongeveer 2.400 woningen gingen in vlammen op. De wederopbouw van de stad, een economische magneet die de afgelopen decennia hard is gegroeid door een instroom van werknemers van olieproducenten uit alle delen van Canada, heeft jaren geduurd. Olieproductie werd destijds met een miljoen vaten per dag verminderd.
„Ik ervaar een hoop spanning en posttraumatische stress”, zei Ashley Russell, een inwoner van Fort McMurray, tegen de Canadese krant The Globe and Mail. Zij heeft nog geen evacuatiebevel ontvangen, maar bereidt zich daar wel op voor. „Ik was hier in 2016 en mijn huis is toen afgebrand, dus ik maak dat een beetje opnieuw door.”
In 2023 werd in Canada een recordoppervlakte van zo’n 185.000 vierkante kilometer bos in de as gelegd, een gebied meer dan vier maal zo groot als Nederland
De aard van de huidige natuurbrand bij Fort McMurray is wel anders dan in 2016. Omdat het vuur zich verspreidt door bos dat destijds is afgebrand, kruipt het over de grond, in plaats van zich te verspreiden via de boomtoppen. Daardoor heeft het minder brandstof om te verslinden. Niettemin heeft de brand inmiddels meer dan 110 vierkante kilometer in de as gelegd. Brandweerploegen proberen met behulp van helikopters en blustoestellen de „actieve randen” onder controle te houden, verklaarde een woordvoerder van Alberta Wildfire, de provinciale brandbestrijdingsdienst.
Rookpluimen
In de aangrenzende kustprovincie British Columbia (‘B.C.’) bedreigt een grote natuurbrand Fort Nelson, een plaats van ongeveer 4.700 inwoners. Zij kregen vrijdag een evacuatiebevel, evenals een nabijgelegen inheemse gemeenschap. Gigantische rookpluimen stijgen nabij Fort Nelson op uit bebost gebied; de brand, bekend als de Parker Lake fire, is deze week in oppervlakte gegroeid van ongeveer 53 tot 84 vierkante kilometer. Zeventig brandweerlieden bestrijden het vuur. Inwoners hopen dat de wind zal helpen om hun woonplaats te sparen.
Ook in de provincie Manitoba, verder landinwaarts, woedt volgens de autoriteiten een „significant aantal actieve branden”, waaronder een monsterbrand van 316 vierkante kilometer. Honderden inwoners van kleinere plaatsen zijn daar verplicht geëvacueerd.
Vorig jaar werd ongeveer 5 procent van de bebossing in Canada getroffen door ongekende natuurbranden, in zo goed als alle delen van het land. In totaal moesten 235.000 mensen hun huizen verlaten en kwamen vier brandweerlieden om. Rook van de branden waaierde uit over grote delen van Noord-Amerika en zorgde voor een oranje waas in grote steden als Toronto en New York.
Een stad verwoest op Hawaii. De grootste natuurbrand in de geschiedenis van Texas. Meer dan honderd doden bij bosbranden in Chili. Het zijn maar een paar van een reeks zeer felle en soms omvangrijke branden uit het recente verleden.
Een van de eerste van dergelijke felle branden is het belangrijkste onderwerp van het veelgeprezen boek Fire Weather van de Amerikaans-Canadese non-fictie-auteur John Vaillant. De Horse River Fire in Canada in 2016 werd een orkaan van vuur, die naaldbomen deed ontploffen, over brede rivieren sprong, huizen in vijf minuten reduceerde tot een hoopje schroot en puin. Negentigduizend mensen moesten evacueren uit de oliestad Fort McMurray in de westelijke provincie Alberta. Opmerkelijk genoeg waren er geen dodelijke slachtoffers. Het vuur brandde uiteindelijk langer dan een jaar.
Vaillants boek kwam in 2023 uit, het jaar waarin bosbranden in Canada een recordomvang bereikten en 16,5 miljoen hectare besloegen (ruim vier keer Nederland). Hij spreekt nog iedere dag over bosbranden, in interviews of bij andere gelegenheden. „Het is een heel urgent onderwerp. Alle tekenen wijzen erop dat deze vuurzomer heel erg zal lijken op die van 2023 en de VS zullen ook een heel, heel zware zomer hebben.” In beide landen waarschuwen de autoriteiten daar al voor. In Alberta werd al op 20 februari het bosbrandseizoen voor geopend verklaard, twee weken eerder dan het jaar daarvoor. Niet alleen bossen met licht ontvlambare naaldbomen, maar ook die met vooral loofbomen zijn nu zeer brandbaar, zegt Vaillant (61) via een telefoongesprek vanuit zijn woonplaats Vancouver.
Lees ook ‘Meedogenloze week’ in Canada na opnieuw massale evacuaties wegens natuurbranden
De belangstelling is ook niet zo vreemd. Homo sapiens heeft zijn beschaving op vuur gebouwd, stelt hij. Het trekt de aandacht, zegt Vaillant. Volgens sommige critici is het vuur het eigenlijke hoofdonderwerp van zijn boek, bijna een levend wezen.
Amerikaans kapitalisme
Maar daar draaide het voor Vaillant niet alleen om. „De bosbranden zijn een symptoom van een veel groter probleem. Het gaat echt om de opwarming van het hele systeem.” Daarvan zijn de tekenen op tal van plekken zichtbaar, zegt Vaillant. „Of het nu de smeltende gletsjers in de Alpen zijn, de afname van zee-ijs op Antarctica, de hogere temperatuur van het zeewater bij Florida, het lijkt erop dat we in een periode van versnelling zitten.” In The New York Times schreef hij: „De wereld die we dachten te kennen, verandert waar we bij staan, omdat wij hem veranderd hebben.”
Hij legt in zijn boek en in het gesprek een rechtstreeks verband tussen deze opwarming en de Amerikaanse vorm van kapitalisme. „Daarin wordt iedere beperking van hoeveel je kunt kopen, bezitten en consumeren gezien als een aanval op de vrijheid. Ik heb het idee dat een groot deel van de wereld voor deze visie is gevallen.”
Recent schreef hij een opiniestuk in de Canadese krant The Globe and Mail, waarin hij uithaalde naar de oliebedrijven die volop investeren in oliewinning, „terwijl onze bossen branden”. Het sluit rechtstreeks aan bij zijn boek, waarin hij niet alleen die enorme brand beschreef, maar ook de rol van de olie-industrie. Fort McMurray is het centrum van de oliewinning uit teerzand, een zeer intensieve manier om fossiele brandstof te winnen. Uit tonnen teerzand wordt met behulp van enorme machines en veel energie een vrij matige kwaliteit olie gewonnen. Het stadje werd een boomtown, waar een vrachtwagenchauffeur twee ton kon verdienen.
Die achtergrond was voor Vaillant een reden om juist deze brand als belangrijkste onderwerp van zijn boek te nemen. De stad die had bijgedragen aan klimaatverandering werd slachtoffer van een van de meest destructieve vormen waarin die zich kan manifesteren. „Dat dit gebeurde in een oliestad, zegt veel over onze tijd.”
De brand, hoe overweldigend die ook was, heeft de stad niet wezenlijk veranderd, zegt Vaillant. Ja, de alertheid voor bosbranden is veel groter. Er zijn meer blusvliegtuigen, helikopters en brandweerlieden, vertelt Vaillant. Maar tegelijkertijd werd Fort McMurray herbouwd zonder ingrijpende wijzigingen en werd de export van olie opgevoerd.
Brandstichter
Weerstand is daar nauwelijks tegen, zegt Vaillant. „Canada is, sinds het een kolonie was, niet echt verder ontwikkeld. Vroeger draaide het om de bonthandel die werd gerund door de Britten. En nu worden we gerund door de teerhandel. De oliemaatschappijen hebben echt de touwtjes in handen. Wie daartegenin gaat wordt beschouwd als onpatriottisch.”
Lees ook De bosbranden zijn een voorbode van meer onheil op Rhodos, dat drijft op toerisme
„En er zijn mensen die heel energiek verwarring en paranoia creëren. Er is in Canada een grote groep aan de rechterkant die het Trumpiaans conservatisme meer en meer imiteert. Ze geven op sociale media progressieve brandstichters de schuld van bosbranden. Brandstichter is echt een bliksemafleiderwoord geworden.”
Toch is Vaillant niet alleen pessimistisch. Hij vertelt over ontmoetingen met jongeren die zeggen dat de olie-industrie geen aantrekkelijke werkgever meer is voor hun generatie, over de daling van de CO2-uitstoot in het Verenigd Koninkrijk naar het niveau van 1879 en het razendsnelle succes van de smartphone. „In 2006 had niemand er een. Nu heeft iedereen een smartphone en ze veranderden alles.” Dat bewijst volgens hem dat veranderingen snel kunnen gaan. In zijn buurt is een tankstation al lastiger te vinden, mede door de opkomst van de elektrische auto.
Vooral vestigt hij zijn hoop op de veerkracht van de natuur. „Laten we niet vergeten wat de aarde doet als niemand haar probeert te doden. Dan produceert ze een ongelooflijke overvloed. Dat is de reden waarom zovelen van ons zo’n fantastisch leven hebben. Ik kijk nu naar buiten, naar mijn tuin. Het wemelt er van de bijen en bloemen. En dat is midden in de stad met 2,5 miljoen inwoners.”
De 38-jarige Zhang Ling zet haar telefoon tegen de boeken en loopt een paar stappen naar achter. Ze wil een selfie nemen die goed laat zien waar ze is: in een indrukwekkende ruimte met hoge roze wanden van natuursteen, waarin het daglicht van boven naar binnen sijpelt – een oude mijn die nu is omgebouwd tot een openbare bibliotheek, die voelt als een kathedraal.
Dat het bibliotheekboeken zijn in de kasten die op verschillende uit de rotsen gehouwen plateaus zijn neergezet, had Zhang nog niet gezien. Reisgidsen staan er naast populaire psychologie en klassiekers. „Volgens mij is dat niet echt waar mensen naar op zoek zijn in deze tijd”, zegt de hotelmedewerker, die als toerist uit een nabijgelegen stad het natuurpark bezoekt waarin de in 2022 geopende bieb staat. Hoewel er in een hoek een zelfservice-uitleenmachine staat, is de stroom van toeristen die hier langskomt op een maandagmiddag er vooral voor een bijzondere ervaring. „En voor de foto’s.”
De bibliotheek is een voorbeeld van ‘architecturale acupunctuur’, zoals Chinese architect Xu Tiantian haar projecten in de regio noemt. Gerichte interventies – zoals een mooi ontworpen theater, brug of bibliotheek – die kunnen helpen bij het revitaliseren van een gebied. Tijdens China’s snelle economische ontwikkeling, stond het platteland tientallen jaren op het tweede plan: wie geld wilde verdienen trok naar de stad, terwijl de achtergebleven dorpen vaak werden verwaarloosd, en het landschap door industrie, inclusief mijnbouw, werd uitgebuit.
Jinyun, dat bekend stond als afgelegen, ligt nu aan twee snelwegen en heeft zijn eigen halte op een hogesnelheidslijn
Ook in deze regio van Zhejiang, een bergachtige provincie ten zuidwesten van Shanghai, zijn de sporen van de afgelopen decennia goed zichtbaar. De ruim drieduizend steengroeves rond de stad Jinyun staan grotendeels leeg. Het delven naar tufsteen werd in de loop van de jaren negentig economisch steeds minder rendabel, en aan het begin van deze eeuw sloot de Chinese overheid de groeves op ecologische gronden. Nu zet de stad in op het aantrekken van toeristen. Dat is mogelijk door het aantrekkelijke berglandschap, dat in China het mooist wordt gevonden als de wolken zoals vandaag nevelig om de bergtoppen hangen, maar ook door de sterk verbeterde infrastructuur. Jinyun, dat binnen Zhejiang bekend stond als afgelegen, ligt nu aan twee snelwegen en heeft zijn eigen halte op een hogesnelheidslijn. Vanaf Shanghai en Hangzhou, China’s rijkste twee steden, ben je er in een paar uur.
Wandelen
De projecten van Xu, die eerder in haar carrière kort voor Rem Koolhaas’ architectenkantoor OMA werkte in Rotterdam, passen daarmee goed in het overheidsbeleid. Ze zijn een voorbeeld van de experimenten die de provincie Zhejiang doet op het gebied van plattelandsrevitalisering, zegt planoloog Harry den Hartog. Net als initiatieven om historische dorpen te renoveren, gebieden terug te geven aan de natuur, en om jonge ondernemers te ondersteunen die terug verhuizen naar het platteland.
Den Hartog, verbonden aan zowel de Universiteit Delft als de Tongji Universiteit in Shanghai, brengt de initiatieven in deze regio van China in kaart door middel van wandelingen door het landschap. „Planologen zijn de laatste decennia steeds digitaler gaan werken. Wandelen als onderzoeksmethode brengt je weer dicht bij de mensen en het landschap waar het over gaat.”
Hij ziet hoe ecologie een centraal thema is in het debat rond revitalisering. Het was elders in Zhejiang dat de huidige Chinese president Xi Jinping in 2005, toen hij nog partijsecretaris van de provincie was, de sluiting van de mijnbouw prees door te zeggen dat „ook helder water en groene bergen gebruikt kunnen worden om bergen van zilver en goud te produceren”. De ‘tweebergentheorie’ is inmiddels een bekende hoeksteen van het Chinese ecologiebeleid.
Lees ook In het nieuwgebouwde ‘superoorspronkelijke dorp’ op het Chinese platteland woont niemand meer
Daarnaast is Zhejiang in 2021 geselecteerd als testlocatie voor het ‘algemene welvaartsbeleid’ dat het gat tussen stad en platteland op het gebied van inkomen, maar ook van publieke voorzieningen en cultuur, moet verkleinen. Den Hartog: „Er wordt nu meer gelet op de bijdrage van projecten aan het welzijn van de lokale bevolking”.
In heel China is de inkomensongelijkheid de laatste decennia hard gegroeid, maar Zhejiang was relatief succesvol in het inperken van armoede op het platteland. Gemiddeld hebben mensen op het platteland in Zhejiang weliswaar slechts half zoveel te besteden als in de stad, maar landelijk ligt dat nog eens 20 procent lager. Misschien juist door het moeilijk begaanbare landschap en gebrek aan landbouwgrond heeft de regio een lange geschiedenis van ondernemerschap en familiebedrijven. Toen China’s markteconomie opbloeide in de jaren tachtig gebeurde dat in Zhejiang het eerst. Nu moet de provincie de rest van het land laten zien hoe het percentage middeninkomens verhoogd kan worden, zodat de inkomensverdeling eruitziet als een „olijf”, met een breed midden en korte uiteindes, aldus het beleidsplan.
Tijdens een wandeling komen we Qian Sheng (43) tegen, een medewerker van een internetbedrijf dat de breedbandverbindingen in het natuurpark aanlegt en onderhoudt. Hij komt uit Jinyun, en wordt enthousiast als hij het heeft over de ontwikkeling van het gebied. Sinds zijn jeugd, waarin er vaak niet genoeg te eten was en „dit allemaal berg was”, groeide Jinyun uit tot een stadje met nu al twee vijfsterrenhotels, waar stedelingen grof geld neerleggen om naar de bergen te komen kijken. Naar de steengroeves gaat hij nog weleens met de kinderen, om te laten zien hoe het vroeger was. „Die stenen hebben we niet meer nodig. We kunnen nu zelfs bouwmateriaal maken van vuilnis.”
Voedselzekerheid
De keuze voor Zhejiang als modelprovincie voor het nieuwe welvaartsbeleid is ook opvallend. De provincie staat bekend om haar robuuste private economie, terwijl onder president Xi Jinping de rol van de staat in de economie juist is versterkt. Staatsbedrijven krijgen meer aandacht en industrieel beleid is dwingender dan voorheen.
Voor ondernemers brengen die overheidsregels soms problemen met zich mee. Zo moest het dorp van theeverbouwer Yuan Qizhang (59) vorig jaar opeens een deel van zijn grond gaan beplanten met rijst in plaats van theestruiken, in het kader van China’s voedselzekerheid, die door de wereldwijde geopolitieke spanningen een grotere prioriteit is geworden. De prijs van de opbrengst lag na een eenmalige subsidie zo veel lager („zo’n vijftien keer!”) dat ze dat werk inmiddels hebben uitbesteed aan een groter bedrijf. „Het [beleid] heeft minder logische kanten”, geeft de ervaren ondernemer Yuan toe, „maar goed, we moeten onszelf kunnen redden. Voor de basisbehoefte van rijst moeten we onafhankelijk zijn.”
In het theegebied, twee uur rijden van Jinyun, wordt ook gewerkt aan toerisme. Bezoekers kunnen door het heuvelachtige landschap fietsen, langs de migrantenarbeiders die het zware plukwerk doen, en die veelal afkomstig zijn uit minder welvarende provincies van China.
Naar de steengroeves gaat Qian Sheng nog weleens met de kinderen, om te laten zien hoe het vroeger was
Ook de online verkoop brengt een nieuwe impuls. Daarom is Yuans dochter Huiying (38), die is terugverhuisd naar haar thuisregio na studie en werk in de stad, nu ook bereid om Yuans werk voort te zetten als ‘derdegeneratie theeboer’, in navolging van haar vader en haar opa – een van de eerste theeboeren in de streek. Eerst werkte ze in de staalhandel, maar nu wordt het familiebedrijf ook interessant. „Nu heb je e-commerce. Het wordt steeds professioneler en het verschil met de stad is klein.”
De nadruk op Zhejiang als model voor het verkleinen van de inkomensongelijkheid laat zien dat privaat ondernemerschap toch wordt gezien als een belangrijk onderdeel van de ontwikkelingsstrategie voor het platteland. Hoewel de Chinese regering de ongelijkheid wil aanpakken, is het leiderschap beducht voor „de val van welvaartsbeleid dat aanzet tot luiheid”. Liever omarmt het de economische theorie van groei als middel om de ‘taart’ eerst te vergroten „om hem daarna beter te verdelen”, aldus Xi Jinping in de speech waarin hij het beleid voor ‘algemene welvaart’ presenteerde in 2021. In een interview met Chinees nieuwsplatform The Paper zei de bekende Chinese econoom Li Shi dat Zhejiang laat zien dat het midden- en kleinbedrijf belangrijk blijft. „Dat moet je ook laten ontwikkelen. Je kunt niet overal grote, fancy technologiebedrijven willen.”
Lessen voor Noord-Nederland
Ondertussen denkt Den Hartog dat er uit zijn wandelingen in Zhejiang ook lessen te trekken vallen voor Nederland. Het project waar zijn onderzoek naar plattelandsrevitalisering deel van uitmaakt wordt gefinancierd uit het nalatenschap van de Friese architect Abe Bonnema en formuleert een planologische toekomstvisie voor Noord-Nederland, waar het platteland te maken heeft met leegloop en verslechterde publieke voorzieningen. Terwijl China juist actief investeert hierin. „Je kunt [in Noord-Nederland] beter je eigen flesje water meenemen. In veel dorpjes is er niets te krijgen. In Zhejiang heb je zelfs in het kleinste gehucht medische voorzieningen, een huisartsenpost of in ieder geval een automaat.”
Hij geeft toe dat de vergelijking tussen de regio’s niet voor de hand ligt. „China staat bekend om snelle groei, en alles voor de economie. Maar juist in China wordt nu heel veel energie en geld in de verbetering van de leefomgeving op het platteland gestoken. En op een unieke schaal. Daar gaan zowel positieve als negatieve lessen uit te leren zijn.”