
De 57-jarige Amerikaan Tim Friede injecteerde zichzelf achttien jaar lang met verdund slangengif. Zijn doel was om zichzelf immuun te maken voor een onverhoopte beet van een van de gifslangen die hij in zijn kelder in Wisconsin hield. Hij diende het gif toe in oplopende doseringen om zo zijn immuunsysteem geleidelijk te trainen in de opbouw van afweer tegen het gif. In achttien jaar tijd deed hij dat 654 keer en ten slotte liet hij zich nog 202 keer ‘gewoon’ bijten in zijn arm door een van de dertien soorten gifslangen in zijn terrarium.
Een keer in het begin ging het gruwelijk mis, toen hij zich eerst door een Egyptische cobra liet bijten en later op die dag nog eens door een monocled cobra. Friede raakte buiten bewustzijn en moest in allerijl per helikopter naar het ziekenhuis worden gebracht waar hij vier dagen in coma lag. Hij overleefde, maar besloot voortaan voorzichtiger te werk te gaan. In latere jaren ondervond hij dat hij zijn doel bereikt had en dat hij zich inderdaad veilig kon laten bijten door zijn gifslangen. Afgezien van de snijdende pijn van zo’n beet doorstond hij zonder kleerscheuren doses die voor ieder ander dodelijk zouden zijn.
De methode van Friede is overigens zo gek nog niet. Het is een beproefd recept om antiserum te produceren tegen slangengif. Door verdunde doses aan paarden of schapen toe te dienen, worden antistoffen opgewekt die de vernietigende werking van het gif tegengaan. Deze methode levert weliswaar antisera op, maar die werken alleen tegen het specifieke slangengif dat voor de immunisatie is gebruikt. Bovendien kan het gebruik van dierlijke antisera bij slachtoffers van een gifslangbeet een anafylactische shock oproepen, omdat de dierlijke antistoffen als lichaamsvreemd worden herkend.
Friede had al twee keer eerder met wetenschappers samengewerkt om te kijken of de zelf-geïnduceerde antistoffen in zijn bloed een oplossing voor deze problemen zouden kunnen bieden, maar dat had niets opgeleverd.
En toen kwam er uit het niets een telefoontje van Jacob Glanville, directeur van het Amerikaanse biotechbedrijf Centivax. Dat bedrijf in San Francisco doet onderzoek naar breedwerkende antistoffen tegen allerlei infectieziekten, waaronder hiv en influenza. Glanville had over Friede gelezen in de media en bedacht dat zijn bloed ook weleens zulke breedwerkende antistoffen tegen slangentoxinen zou kunnen bevatten – met andere woorden: antistoffen die werkzaam zijn tegen vele soorten slangengif tegelijkertijd.
Dodelijkste gifslangen
Friede stond 40 milliliter bloed af, en onderzoek bij Cantivax wees inderdaad uit dat het ten minste twee breedwerkende antistoffen bevatte die neurotoxinen uit slangengif neutraliseerden. De combinatie van deze twee sterke antistoffen plus varespladib, een medicijn dat de werking van neurotoxine tegengaat, bleek muizen geheel te beschermen tegen het gif van 13 van de 19 dodelijkste gifslangen op een lijst van de WHO. Tegen de overige zes op die lijst bood de cocktail gedeeltelijke bescherming.
De resultaten werden begin deze maand gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Cell. De ontdekking is een doorbraak in het onderzoek naar betere remedies tegen giftige slangenbeten, waaraan jaarlijks naar schatting 140.000 mensen wereldwijd overlijden. De cocktail is nog geen volwaardig medicijn, want daarvoor zou de veiligheid bij mensen nog getest moeten worden.
De zoektocht naar nog meer breedwerkende antistoffen tegen slangengif gaat bovendien nog door, onder meer in het bloed van Friede. De twee die nu geïdentificeerd zijn werken alleen tegen neurotoxinen. Er zijn nog andere categorieën slangengif waartegen Friede mogelijk ook breedwerkende antistoffen heeft ontwikkeld. Addergif bevat bijvoorbeeld hemotoxinen, die de bloedsomloop verstoren, en sommige slangen produceren ook gifstoffen die weefselafbraak bevorderen en vreselijke wonden veroorzaakten.
