N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Reportage
FC Utrecht – Sparta Henk Fraser verliet in april Sparta in degradatienood. Zijn opvolger Maurice Steijn redde de boel. Zondag troffen ze elkaar in Utrecht.
In aanloop naar het seizoen waren de rollen van FC Utrecht en Sparta nog omgedraaid. Bij FC Utrecht spraken ze, voor de zoveelste keer, de ambitie uit om met de van Sparta overgekomen trainer Henk Fraser de aanval op de top in te zetten en bij Sparta was met Maurice Steijn lijfsbehoud wederom het streven. Na tien speelronden stond Sparta vijf punten boven FC Utrecht. Op Het Kasteel in Rotterdam heerste een hosannastemming en in Utrecht-Oost was het crisis. Reden genoeg voor NRC om naar de onderlinge ontmoeting in Stadion Galgenwaard te gaan.
Na negentig minuten was alles voor even weer anders. FC Utrecht wist met een 3-1 overwinning de onderlinge verhoudingen iets te herstellen, al was de zege op basis van het vertoonde spel nauwelijks verdiend te noemen. Het was wel voldoende om de crisissfeer in Utrecht tijdelijk weg te spelen en de euforie bij Sparta enigszins te temperen. Het dagsucces was voor FC Utrecht. De thuisploeg werd minuten na het laatste fluitsignaal van scheidsrechter Bas Nijhuis nog toegejuicht door de fanatieke Bunnikside. De Spartanen zaten toen al lang in de kleedkamer.
Repeterende breuk
De recente geschiedenis van FC Utrecht heeft veel weg van een repeterende breuk. Vrijwel altijd zijn de verwachtingen onder leiding van grootaandeelhouder Frans van Seumeren hooggespannen, maar wordt doorgaans al in de eerste helft van het seizoen duidelijk dat een plaatsje in de play-offs om een ticket voor de Europa League het hoogst haalbare is. Met een vierde plaats in 2017 als positieve uitzondering. Van Seumeren zou er nu waarschijnlijk direct voor tekenen.
Na het vertrek van trainer Erik ten Hag in januari 2018 naar Ajax, is FC Utrecht zoekende. Naar een stijgende lijn, of op zijn minst naar stabiliteit. Sindsdien slaagden trainers als Jean-Paul de Jong, Dick Advocaat, John van den Brom en René Hake er niet in het gat met Ajax, PSV, Feyenoord en AZ te dichten. FC Utrecht haalde in 2020 nog wel de finale van de KNVB-beker, maar die werd door de corona-pandemie nooit gespeeld. In de voorronde van de Europa League was eerder dat seizoen HSK Zrinjski Mostar uit Bosnië en Herzegovina te sterk. Tot dusver het laatste optreden van FC Utrecht in Europa.
De komst van Fraser deze zomer maakte wederom verwachtingen los. Zeker nadat FC Utrecht zich op de transfermarkt manifesteerde met opvallende namen als Bas Dost, Nick Viergever, Jens Toornstra en Amin Younes. Alle vier (ex-)-international. Ze zouden FC Utrecht, samen met talentvolle spelers als Djevencio van der Kust, Anastasios Douvikas en Daishawn Redan naar een hoger plan gaan tillen. Daar is tot dusver weinig van gekomen. Het verlies van creatieve spelers als Quinten Timber en in mindere mate Adam Maher weegt nog altijd zwaar. Zo heerste FC Utrecht met een soort ‘toevalsvoetbal’, ook tegen Sparta, niet of nauwelijks op het middenveld.
Het doel van Fraser was om van FC Utrecht een vechtmachine te maken waar het publiek zich mee kan identificeren. Strijden voor iedere meter, vechten voor iedere bal. Zoals het FC Utrecht van eind jaren tachtig, waarin hij zelf van aanvaller veranderde in een spijkerharde verdediger. Diego Simeone, oud-speler en nu trainer van Atlético Madrid zou misschien wel als lichtend voorbeeld voor Fraser kunnen gelden. De Nederlander wist bij FC Utrecht nog vrijwel geen moment de benodigde passie bij spelers en publiek los te maken zoals de Argentijn dat in Madrid al vele jaren wel doet.
Fraser prijkt vol trots op de cover van de presentatiegids die iedere bezoeker van de perskamer krijgt. ‘Ik droom van het spelen van Europees voetbal met FC Utrecht’, is zijn ambitieuze boodschap. Maar Fraser maakte al voordat het magazine uit was, een valse start met de introductie van het 1-5-3-2-systeem. Beproefd bij het Nederlands elftal onder Louis van Gaal, maar al snel ongeschikt gebleken bij FC Utrecht. Na een reeks van vier wedstrijden met een dodelijke combinatie van onaantrekkelijk voetbal en slechte resultaten, zag de voormalige assistent-bondscoach snel in dat het in Utrecht anders moest.
Kritiek van supporters
Fraser wist weliswaar met een aantal overwinningen wat rust terug te brengen, maar van een herkenbare speelstijl was ook tegen Sparta eigenlijk geen moment sprake. Eerder leverde dat pijnlijke nederlagen op tegen AZ (thuis, 2-1) en PSV (uit, 6-1). Die duels gingen dermate kansloos verloren, dat de aanhang van de club zich al tegen de hoofdtrainer keerde. Fraser reageerde door te stellen dat hij begrip heeft voor de kritiek van de supporters. De hoofdtrainer vroeg op zijn beurt geduld om aan een succesvol elftal te bouwen. Volgens hem is het bij FC Utrecht, tot het WK-voetbal op 20 november in Qatar begint, „overleven”.
Fraser hielp zichzelf met de zege op Sparta aan wat extra tijd. Het spel van FC Utrecht was echter nauwelijks een reden om met vertrouwen naar de laatste drie wedstrijden tegen sc Heerenveen (uit), FC Groningen (thuis) en FC Volendam (uit) uit te kijken. De twee rake kopballen van Redan (in de zesde minuut) en Douvikas (48ste minuut) en een zondagsschot van Sean Klaiber (80ste minuut) kwamen letterlijk en figuurlijk uit de lucht vallen. Sparta was grote delen van de wedstrijd gelijkwaardig aan FC Utrecht, maar wist alleen in slotfase, via een kopbal van Joshua Kitolano, nog de eer te redden.
Fraser krijgt nu nog het voordeel van de twijfel. Het is wel de vraag of dat over een kleine maand, als het voetbal en de resultaten onder de maat blijven, nog steeds zo is. Krijgt Fraser in een wedstrijdloze periode van zes weken de tijd om het elftal alsnog naar zijn hand te zetten of kiest FC Utrecht nu al liever voor een andere trainer?
Bij Sparta speelt die vraag niet. Het contrast met FC Utrecht is groot. De positie van Maurice Steijn is in Rotterdam-West onomstreden. De opluchting bij Sparta was enorm groot toen hij de club, na het voortijdige vertrek van Fraser, vorig seizoen in de Eredivisie hield. Daarmee verdiende Steijn al het krediet dat Fraser bij zijn vertrek uit Spangen had verloren.
Sparta versterkte zich tijdens de transferperiode met een opvallende speler. De verkoop van spelmaker Abdou Harroui, die voor 3 miljoen euro naar de Italiaanse club Sassuolo vertrok, werd opgevangen met de komst van oud-international Jonathan de Guzmán. Sparta ging er met de komst van de 35-jarige middenvelder wel op vooruit en wist aantrekkelijk voetbal wel met de nodige resultaten te combineren. Vandaar ook dat Sparta vol vertrouwen uitkeek naar de ontmoeting met FC Utrecht.
Maar Sparta liep al voor het begin van de wedstrijd een grote klap op toen uitgerekend De Guzmán tijdens de warming-up niet fit genoeg bleek om te spelen. Zijn vervanger Jeremy van Mullem kon voor Sparta het verschil niet maken. Ongetwijfeld tot opluchting van Fraser kon hij Steijn als winnaar de hand schudden. Toch staat zijn opvolger met twee punten meer nog altijd hoger op de ranglijst van de Eredivisie.