Liever gas uit de Noordzee dan uit het buitenland, maar investeringen blijven uit

Gaswinning Om het dichtdraaien van de Groningse gaskraan te compenseren richt het kabinet zich op gas uit de Noordzee. Maar investeerders staan niet te springen voor nieuwe gasprojecten.

Een boorplatform van de NAM, vlakbij Ameland.
Een boorplatform van de NAM, vlakbij Ameland. Foto Siebe Swart

Bedrijven waren afgelopen jaar niet happig op het doen van investeringen in nieuwe gasprojecten in de Noordzee. Ze hikken onder meer aan tegen de solidariteitsheffing voor de fossiele industrie, die Nederland eind vorig jaar met terugwerkende kracht voor heel 2022 invoerde om het energieplafond te bekostigen. Dat heeft demissionair staatssecretaris Hans Vijlbrief (Mijnbouw, D66) woensdag aan de Tweede Kamer gemeld.

Ook voor komend jaar zullen weinig bedrijven bereid zijn om te investeren in nieuwe boringen of projecten waarin nieuwe gasvelden worden opgespoord, meldt staatsdeelneming EBN op basis van signalen uit de sector. Dit terwijl het kabinet juist meer gas uit de Noordzee wil winnen, om het dichtdraaien van de gaskraan in Groningen te compenseren en minder afhankelijk te worden van buitenlands gas.

Het is nu interessanter om gasprojecten te starten in Noorse of Britse wateren

In de zomer van 2022 kondigde Vijlbrief maatregelen aan om de daling van de gaswinning in de Noordzee af te remmen. Het aanvraagproces voor winningsvergunningen moest worden versneld, waardoor al binnen een tot drie jaar jaarlijks circa 1 miljard kubieke meter extra gas kon worden gewonnen. Vijlbrief benadrukte destijds dat het belang van aardgas de komende jaren weliswaar snel zal afnemen, maar dat de Nederlandse energietransitie tijd kost.

Productie flink lager

Uit onderzoek van TNO-AGE bleek eerder deze maand dat de maatregelen in 2022 nog niet hebben geleid tot een versnelling van de gasproductie op de Noordzee. Vijlbrief noemt dat „verklaarbaar”, gezien de plannen om het vergunningsproces te versnellen pas medio dat jaar werden gepresenteerd.

Zorgwekkender vindt de demissionair staatssecretaris dat de productie in de Noordzee flink lager lag dan de verwachte 9 miljard kubieke meter en uitkwam op 7,5 miljard kubieke meter. In zijn brief schrijft Vijlbrief dat het niveau van de gaswinning bij gebrek aan investeringen juist versneld dreigt af te nemen, omdat de benodigde offshore infrastructuur voor het aansluiten van nieuwe projecten „binnen vijf tot tien jaar” uit bedrijf wordt genomen als de trend zich doorzet. De beperkte gasproductie kan dan de operationele kosten van de infrastructuur niet meer dekken.

Volgens staatsdeelneming EBN blijven investeringen onder meer uit doordat bedrijven de solidariteitsheffing hekelen. Hiermee belast Nederland de overwinsten die fossiele bedrijven behaalden door de gestegen gasprijs, om zo het prijsplafond te kunnen bekostigen. Nederland voerde dit met terugwerkende kracht in voor 2022, waardoor bedrijven nu twijfelen aan de stabiliteit en voorspelbaarheid van het investeringsklimaat.

Ook concludeert EBN dat het voor partijen momenteel financieel interessanter is om projecten te starten in Noorse of Britse wateren.

Vijlbrief stelt in zijn brief te verkennen welke „verregaande maatregelen” nodig zijn om het investeringsklimaat van Nederland te verbeteren. Het EBN suggereert een aanvullende investeringsaftrek indien er sprake is van overwinstbelasting, zoals ook in het Verenigd Koninkrijk geldt. Een andere optie is het wegnemen of beperken van financiële risico’s voor geïnteresseerde partijen, zoals in Noorwegen meer gebeurt. Daar stelt de overheid een investeerder gedeeltelijk schadeloos, als deze een put aanboort waaruit geen gas gewonnen kan worden.

Omdat het gaat om ingrijpende maatregelen, die mogelijk een wetswijziging vergen, hakt Vijlbrief nog niet meteen knopen door. Hij wil de komende maanden bekijken welke acties „wenselijk en mogelijk” zijn.

Lees ook: VK geeft groen licht aan een van de grootste olieprojecten in Noordzee