Lida (78) wandelt elke zaterdag zeven kilometer met oppashond Sallie. ‘Het is dankzij de hond dat ik tot lopen kóm’

„Kijk, herken je deze hondjes? Die wonen bij jou om de hoek.” Ellen Groneman laat haar laptopscherm zien. Ze heeft mijn postcode ingevuld in wat ze „eigenlijk een soort datingsite” noemt. Er verschijnen profielfoto’s van het soort hondjes van handzaam formaat waarvan er sinds coronatijd nog meer in de buurt rondlopen. Ik zie er meteen al een die ik zo naar rechts zou swipen als ik 55-plus zou zijn en op zoek naar een oppashond. En als het met swipen zou werken, want dit is geen honden-Tinder. Hier wordt wel gematcht, namelijk tussen senioren, honden en hondenbaasjes, maar dat wordt uitvoerig met telefoongesprekken begeleid.

Groneman is directeur van Stichting Oopoeh (afkorting voor ‘Opa’s en oma’s passen op een huisdier’) die 55-plussers in heel Nederland, vooral in de grote en middelgrote steden, koppelt aan een vaste hond om één of meer dagen per week op te passen. Er zijn nu zo’n 800 gematchte oopoehs, van wie driekwart vrouwen. Het zijn vaak ouderen die hun partner hebben verloren, of hun hond. Ouderen die geen nieuwe eigen hond willen omdat ze nog te veel aan de oude denken, of bang zijn dat een nieuwe hen zal overleven. Mensen die vroeg met pensioen zijn gegaan en een leegte voelen, die meer willen of moeten bewegen, die geen geld hebben voor een eigen hond. „We richten ons op senioren die behoefte hebben aan gezelligheid, knuffelen, verbinding in de buurt en een ander helpen”, vat Groneman samen.

De stichting richt zich bij de werving vooral op de senioren, omdat mensen die op zoek zijn naar een hondenoppas de stichting meestal vanzelf wel weten te vinden. „Senioren vinden het spannender om zich aan te melden. En sinds corona is het aantal honden toegenomen.” Groneman zoekt de cijfers: „In 2019 meldden zich 54 baasjes per maand aan en 53 oopoehs, in 2023 waren dat 129 baasjes per maand en 93 oopoehs.” Er is dus een tekort aan oppassers.

Er verschijnen profielfoto’s van het soort hondjes van handzaam formaat waarvan er sinds coronatijd nog meer in de buurt rondlopen

En ja, ze zijn zich er bij de stichting van bewust dat het woord oopoeh oubollig kan klinken. „ „Bij sommige mensen schiet het echt in het verkeerde keelgat”, zegt Meike Zwaan, manager communicatie en matching. „Maar het is een afkorting, bedoeld met een knipoog. En andere mensen zijn er weer heel trots op dat ze oopoeh zijn.”

Stichting Oopoeh bestaat al twaalf jaar. Oprichter Sofie Brouwer kwam op het idee toen het hondje van haar oudere buurvrouw overleed. Die buurvrouw miste behalve het dier ook de wandelingen en gesprekken op straat. „Als je een tijd met een hond rondloopt, ken je veel mensen”, zegt Groneman. „Of tenminste de namen van elkaars honden.” Brouwer vroeg de buurvrouw om op haar hond te passen; daardoor kwam de buurvrouw weer in beweging en onder de mensen. Zo kwam Brouwer op het idee voor de stichting.

Sandra en Sallie en Lida en Sallie. Lida past op Sallie als Sandra dat niet kan.

Foto’s Mona van den Berg

„In het begin was het voor alle huisdieren, ook goudvissen”, vertelt Groneman. Zwaan: „We hebben helemaal in het begin een hangbuikzwijntje gehad en een kaketoe die tot een paar jaar geleden een logeer-oopoeh had.” Maar verschillende diersoorten, dat was moeilijk matchen. Katten vielen af omdat die vaak niet graag uit logeren gaan. Zo bleven de honden over.

Alle honden? Nee. Bij heel grote honden, denk aan een Duitse herder of een sint-bernard, wordt gewaarschuwd dat de kans klein is dat er een match tot stand komt. Dieren die op de lijst met hoogrisicohonden van de Rijksoverheid staan, zoals de bullterriër en diverse pitbullachtigen, mogen sowieso niet meedoen. „Ook al wemelt het op internet van de filmpjes met pitbulls die heel schattig zijn met kuikentjes”, zegt Zwaan. „Ze zijn te groot en te sterk.”

Investeren

De baasjes moeten trouwens ook lief zijn, daar wordt op gelet. „Mensen zijn vaak dringend op zoek naar een oppas”, zegt Zwaan. „Als ze tegen ons al kortaf zijn, kunnen ze oopoehs ook afschrikken. En ze moeten beseffen dat een oopoeh niet alleen een goedkope hondenoppas is.” Ze betalen 17,50 euro per maand, per hond, onafhankelijk van hoe vaak er wordt opgepast (oopoehs betalen niets). Uitlaatdiensten zijn fors duurder. „Het gaat bij ons echt om een sociaal contact voor de lange termijn en we verwachten dat de baasjes daarin investeren.”

Investeren doet de stichting zelf ook. Bij wederzijdse interesse krijgt het baasje het telefoonnummer van de oopoeh, maar de matchmakers bellen ook na: is er al contact opgenomen? „Want baasjes zijn druk en oopoehs zitten soms te wachten naast hun vaste telefoon.” Na de kennismaking wordt weer gebeld: was het hondje leuk, het contact prettig? Ook als alles loopt, bellen matchmakers en oopoehs nog af en toe. „Voor een luisterend oor. We hebben verschillende dames aan de telefoon gehad die zeiden: mijn man is ook overleden, maar pas toen mijn hondje overleed, stortte mijn leven echt in. Vaak willen oopoehs trouwens ook gewoon bellen om te vertellen hoe het gaat. Waar het hondje graag gaat liggen in huis.”

Sallie
Foto Mona van den Berg

Idealiter vervullen ook de hondenbaasjes die sociale functie. Zwaan: „Je brengt mensen samen met verschillende achtergronden, opleidingen en leeftijden, maar ze delen de liefde voor honden. We hebben een vrouw met weinig geld die op het hondje past van een jonge ondernemende marketeer. Nu vieren ze samen Kerst. Die mensen waren elkaar anders nooit tegengekomen.” Groneman: „En een ouder stel zonder kinderen heeft het nu heel gezellig met een jonger stel dat net hun opa en oma was verloren. Door de liefde voor hetzelfde hondje.”

HEt Baasje„Als we Lida’s straat inrijden, weet Sallie het al. Zodra we uitstappen gaat ze voor de deur rondjes draaien en blaffen, een en al enthousiasme”

Sandra Klein Lenderink en haar hond Sallie.
Foto Mona van den Berg

Sandra Klein Lenderink (52) heeft veel katten gehad, maar in augustus 2020, midden in coronatijd, nam ze een hondje. „Ik wilde meer reizen, al is dat er nog niet van gekomen, en een hond kun je meenemen. Bij een kat moet je altijd mensen vragen ervoor te zorgen.” Dat wilde ze niet meer. Dus kwam Sallie, toen vier maanden, inmiddels net iets groter dan een poes. Het is onduidelijk wat het voor hondje is: „Er zit misschien wat chihuahua in, en wat vlinderhondje.” Sallie komt van Corfu, via Stichting Wereldhonden, een vrijwilligersorganisatie die in Nederland een thuis zoekt voor honden uit verschillende Zuid-Europese landen. „Er was toen in heel Nederland geen hondje meer te krijgen.”

Klein Lenderink is zelfstandig ondernemer in Maarssen; ze regelt het afwikkelen van nalatenschappen vanuit haar kantoor aan huis – heel praktisch als je een hond hebt. „Maar ik ben alleen, op zaterdag wil ik sporten, dus ik dacht: hoe vind ik een oppas?” Google bracht haar bij Stichting Oopoeh, en Stichting Oopoeh dacht dat Lida Poulissen (78) een goede match zou zijn. „Toen hebben we kennisgemaakt, we zijn samen gaan wandelen.” En dat beviel.

Hond én baasje zijn blij: „Als we Lida’s straat inrijden, weet Sallie het al. Zodra we uitstappen gaat ze voor de deur rondjes draaien en blaffen, een en al enthousiasme.” Na het oppassen krijgt ze „een hond terug die heel veel plezier heeft gehad en aan haar beweging is gekomen, en ik heb een dag vrij gehad. En als ik op cursus ben of de vierdaagse ga lopen, kan ik Lida ook vragen of ze oppast. Het is alleen maar leuk.”

De oopoeh„Bij Oopoeh kun je je wensen invullen: ik wilde een niet te grote, jonge hond waarmee ik veel kon wandelen”

Foto Mona van den Berg

Lida Poulissen (78), gepensioneerd docent en it-specialist in het basisonderwijs, woont een paar kilometer bij Sandra Klein Lenderink vandaan. In 2016 overleed vlak voor kerst Lida’s vrouw. „Dat schuurde elk jaar, dus met Kerst ging ik altijd foetsie, op reis. In 2020 had ik een bridgereis afgesproken, maar die werd vanwege de pandemie afgezegd. Daar werd ik triest van.” Midden in een slapeloze nacht googlede ze Stichting Oopoeh. „Een vriendin had daarover verteld toen drie maanden na Anneke ook onze hond overleed.” Twiddle was een soft-coated wheaten terrier. „Bij Oopoeh kun je je wensen invullen: ik wilde een niet te grote, jonge hond waarmee ik veel kon wandelen.” Op 19 december was er al een match.

Sindsdien wandelt Lida Poulissen elke zaterdag een flink eind met Sallie. Het park rond, zeven kilometer. Of ze gaan met de auto naar de Stille Plas, daar mogen honden los. Tennisracket mee om de bal weg te slaan, want: „Ik heb een armblessure, ik kan niet zo goed meer gooien. De jaren gaan toch tellen. De laatste tijd is het ook meer dan vroeger dat ik dankzij de hond tot lopen kóm.”

Ze is heel blij met het hondje. „En Sandra is ook gezellig. Het is niet de hond afgeven en klaar; het is een heel leuk contact. Ze bedankt me af en toe met een uitje naar het theater. En laatst op mijn verjaardag appte ze een filmpje van Sallie. Daarin zei Sandra: ‘Sallie, weet je wie er jarig is? Oma Lida is jarig!’ Sandra zegt altijd dat ze maar ‘Lida’ hoeft te zeggen of Sallies oortjes vliegen overeind. Nou, nu kon ik dat ook zelf zien.”