Leidt een lege maag tot een gezonder lichaam? Hoe hou je het vol om 86 uur te vasten?

Zalm en gamba’s met groene asperges uit de oven en aardappeltjes met een groene salsa. Ik weet nog precies wat ik niet at na 48 uur vasten. Met nog 36 uur te gaan bleef ik op zondagavond zappend met een kop thee hangen bij 24Kitchen. Normaal niet mijn ding, maar nu werkte het uitstekend als maaltijdvervanger. Honger? Neuh. Wel lekkere trek.

Op dag drie werd het dieet van water, koffie, thee en bouillon al minder aangenaam. Bureauwerk ging nog best en trek had ik niet meer, maar elke traptrede leek twee keer zo hoog. En die avond, op de fiets naar een concert, werd ik links en rechts ingehaald, terwijl ik zwetend en met lichte druk op de borst voortploeterde alsof er een mud aardappelen achter m’n fiets hing. Hongerklop. En wat ineens opviel: overal etende mensen.

Zesentachtig uur niet eten. Waarom deed ik dit ook alweer? Niet om af te vallen. Maar omdat ik bij alles wat wetenschappers zeggen over het levensverlengende effect van meerdere dagen vasten steeds dezelfde vragen had. Is het vol te houden? Weegt de opoffering op tegen een iets langer gezond leven, zonder enige garantie? Ofwel: waarom zou je?

Bijna alle religies zien in onthouding de weg naar verlichting

Er hangt iets mystieks rond vasten. Bijna alle religies zien in onthouding de weg naar verlichting. Sommige yogi’s vasten en ‘detoxen’ dagenlang om lichaam en geest te reinigen en dieper te kunnen mediteren. Licht zwevend boven de grazende sterveling.

De beloofde verlichting en luciditeit bleven uit bij mij. De gevreesde mondgeur van rottend fruit, aceton, gelukkig ook. Welke processen zich intussen in mijn lichaam voltrokken: geen idee. Vóór het vasten had ik bloed en urine ingeleverd om glucose, cholesterol, triglyceriden, ketonen, insuline en het groeihormoon IGF-1 te laten meten – stoffen die iets vertellen over de stofwisseling. Op de vierde ochtend, voor break fast, nog een keer. Het verschil tussen begin- en eindwaarden moest een gezonder metabolisme laten zien, dat te linken was aan een tragere veroudering. Tot die tijd was mijn lichaam een black box.

Ik had niet de illusie dat mijn ongecontroleerde eenmansexperimentje iets zou toevoegen aan iets waar wetenschappers al jaren van overtuigd zijn: dat vasten veroudering kan vertragen, in elk geval bij dieren. Maar in de tijd dat ik geen boodschappen deed, niet hoefde te koken en eten, kon ik wel uitzoeken wat er bekend was over vasten en veroudering.

Minimaal twee dagen

„Hoe lang moet ik vasten om iets in de bloed- en urinewaarden te zien?”, had ik een paar weken eerder gevraagd aan Hanno Pijl. Hij is internist-endocrinoloog en hoogleraar in het LUMC. „Minimaal twee, liever vier dagen”, antwoordde Pijl. Bij mensen met diabetes type 2 die periodiek minder of niets eten ziet hij vrijwel meteen dat de bloedsuiker- en insulinehuishouding verbeteren en het cholesterol daalt – ook als ze weinig afvallen.

Maar bij veroudering zijn meer processen betrokken, die niet allemaal meteen veranderen als er geen brandstof meer binnenkomt. Zo schakelt het lichaam bij gebrek aan suikers na een dag of twee over op verbranding van lichaamsvet – dan pas kun je ketonen meten, de afvalstoffen die de lever bij vetafbraak aanmaakt. Ook het groeihormoon IGF-1 en het verwante insuline dalen geleidelijk. Dat zijn een paar van de biomarkers die verband houden met veroudering, zal Pijl later uitleggen.

„Veroudering komt door celschade die in de loop van het leven langzaam toeneemt.” Je krijgt niet alleen rimpels, maar ook ziektes waartegen het lichaam zich niet meer goed kan verweren. Vasten kan daar iets tegen inbrengen, is het idee. „Het lichaam is evolutionair ontwikkeld om te overleven in tijden van schaarste. Als er geen voeding meer komt, richten de cellen zich op afweer en herstel in plaats van groei”, zegt Pijl.

Hij haalt twee belangrijke processen aan: hormese is een reactie van het lichaam op stress. De cellen beschermen zichzelf, bijvoorbeeld door het systeem aan te zetten waardoor antioxidanten schadelijke stoffen wegvangen. Tegelijk gaat de schoonmaakploeg aan de slag om beschadigd celmateriaal op te ruimen en te recyclen in bouwstoffen en energie voor het lichaam. Dat proces heet autofagie.

Tijdens het vasten gaat ook de bloeddruk vaak iets omlaag. Pijl: „Je kunt wat duizelig worden.”

„Oké. Ik verheug me”, jokte ik, terwijl ik al zag dat dagenlang vasten zich lastig verhoudt tot een agenda vol uitjes en verjaardagen. Maar als Rishi Sunak, de Britse oud-premier, elke week van zondagmiddag tot dinsdagochtend kan vasten, moest ik die drieënhalve dag toch wel één keer kunnen regelen?

Ratten

Vasten om de biologische klok langzamer te laten tikken is populair maar niet nieuw. Het onderzoek begon met calorierestrictie. Al in 1935 zag de Amerikaanse voedingskundige Clive McCay dat ratten die weinig calorieën kregen een derde langer leefden dan ratten die normaal aten. Veel aandacht kreeg zijn onderzoek toen niet – ondervoeding was bijna overal ter wereld een grotere bedreiging dan te veel eten.

Tijdens de rustige wandelingen op mijn maaltijdloze dagen luister ik het boek Why We Die van Venki Ramakrishnan, waarin de Nobelprijswinnaar de zoektocht van de wetenschap naar het eeuwige leven beschrijft, met farmaceuten en techondernemers in het kielzog.

De scheikundige vertelt ook over het beroemde experiment waarbij resusaapjes die jarenlang elke dag 30 procent minder calorieën kregen dan aanbevolen, zo’n drie jaar langer leefden dan aapjes zonder dieet. Ja, zegt hij, er zijn ook studies met apen en muizen waarin geen verschil te zien is. Maar herhaalde experimenten bevestigen keer op keer dat dieren die zo’n 30 procent minder eten, van apen tot wormen, langer leven dan hun soortgenoten.

Calorierestrictie, minder eten, is voor veel dieren al levensverlengend. Als minder eten gepaard gaat met periodes zonder eten – vasten dus – worden ze nog ouder. Bij muizen werkt het metabolisme extreem snel, mensen moeten langer vasten om veranderingen in stofwisseling en hormonen te krijgen.

Hoe lang en hoe vaak moeten mensen vasten? Daar is de wetenschap nog niet uit

Maar hoe lang en hoe vaak mensen moeten vasten om veroudering te remmen, daar is de wetenschap nog niet uit. Onderzoekers testen van alles. ‘Intermittent fasting’ bijvoorbeeld, waarbij je elke dag zestien uur lang niets eet. Of periodiek vasten: een paar keer per jaar vier tot zeven dagen zonder eten. Of ‘nabootsend’ vasten, waarbij je drie keer per jaar vijf dagen lang alleen wat koolhydraatarme groente en onverzadigde vetten eet. Makkelijker vol te houden dan ‘watervasten’ en veilig. Want voor de goede orde: voor mensen met een zwak gestel of een (sluimerende) eetstoornis is vasten geen goed idee.

Hanno Pijl vast zelf elke twee maanden vier dagen. „Daarna word ik wel echt slap.” Niet om nu per se honderd te worden. „Maar omdat de kans op ziektes kleiner wordt. Daar gaat het om: dat je langer gezond blijft.”

De meeste veranderingen zijn kleiner bij korter vasten, valt her en der te lezen. Een recente Britse studie, van maart dit jaar, waarin twaalf proefpersonen zeven dagen alleen water kregen terwijl dagelijks hun eiwitprofielen in kaart werden gebracht, onderschrijft dat. De beschrijvingen roepen het beeld op van een complex spoornet, waar steeds wissels worden omgezet en routes verlegd tot alle stations zijn aangedaan.

De onderzoekers keken naar veranderingen in bijna drieduizend eiwitten om te leren wat er op moleculair niveau gebeurt als er geen calorieën meer binnenkomen. Bij een derde traden veranderingen op die verband houden met een lager risico op ziektes. Opvallend: bij de meeste eiwitten gebeurde dat pas na drie dagen. En belangrijk, dat gebeurde onafhankelijk van gewichtsverlies.

Bij mensen die minder of geen calorieën binnenkrijgen, verandert van alles tegelijk

Het is wat veel verouderingsonderzoekers zeggen, ook Hanno Pijl: „Afvallen draagt bij aan de gezonde effecten van vasten. Maar het is niet de enige aanjager, er gebeurt veel meer.” En het lijkt erop dat sommige effecten aanhouden of zelfs pas beginnen als er na een aantal dagen weer energie in het lichaam komt: dan komen de „regeneratie en verjonging” van cellen op gang, schrijft ook vastenexpert Valter Longo in een overzicht.

Hoe dieper in de literatuur, hoe complexer het wordt. De rol van stamcellen, het immuunsysteem, groeifactoren, het dag-nachtritme, darmbacteriën en het wel of niet tot uitdrukking komen van genen… Het onderzoek is de laatste tien jaar in een stroomversnelling geraakt. En iedereen zoekt het geheime paadje waarlangs vasten risico’s verkleint. Op diabetes en hart- en vaatziekten, maar ook op kanker, alzheimer, parkinson en auto-immuunziekten. Om het te begrijpen, maar ook om medicijnen te vinden.

Het klinkt aanlokkelijk, een pil of prik die vasten nabootst – want hoewel niet eten goedkoop is, is het een beproeving. De mens is ook in tijden van overvloed geneigd te eten alsof hij morgen misschien geen vis zal vangen of bessen zal vinden. Overvloed en schaarste wisselen elkaar niet meer af. Niet verwonderlijk dat er wetenschappers zijn die medicijnen zoals metformine en rapamycine – tegen diabetes en om afstoting van een nieuwe nier te voorkomen – zelf soms als levenselixer gebruiken.

Ramakrishnan is er kritisch over in zijn boek. Medicijnen kunnen ook schade aanrichten, en ze kunnen meestal maar één ding. Bij mensen die minder of geen calorieën binnenkrijgen, verandert van alles tegelijk. Met matig en gevarieerd eten, en genoeg slaap en beweging, zegt hij, bereik je meer dan met welk antiverouderingsmedicijn dan ook.

Bloed- en urineonderzoek

Als de resultaten van mijn bloed- en urineonderzoek binnen zijn, leg ik ze in Leiden voor aan Hanno Pijl. Glucose: sterk omlaag. Ketonen van negatief naar positief: inderdaad, dat is de switch van glucose- naar vetverbranding. Insuline en IGF-1 zijn gehalveerd: „Dat reflecteert dat je lijf weggaat van een groei- en reproductiemodus en omschakelt naar verdediging en reparatie. Dat leidt – bij muizen, zeg ik erbij – tot minder snelle veroudering.”

Maar hé, het slechte LDL-cholesterol en triglyceriden (bloedvet) zijn gestegen. „Het is een normale reactie bij slanke mensen met een gezonde stofwisseling”, zegt Pijl. Tijdens vasten wordt minder insuline geproduceerd en is het lichaam er tegelijkertijd minder gevoelig voor. Er worden weliswaar minder triglyceriden aangemaakt, maar de weefsels nemen die minder snel op uit het bloed. Dat leidt de eerste dagen tot een kleine stijging van de concentratie vetten in het bloed, die verdwijnt als de hormonen zich verder aanpassen. Ik ben dus niet ineens ongezonder geworden.

„Het ziet er allemaal heel goed uit”, zegt Pijl. En dat klinkt ineens zo alledaags, dat ik me meteen realiseer hoe weinig het zegt, één zo’n testje, waarin vooral heel veel niet te zien is. Geen eiwitprofielen, geen afweercellen, en al helemaal niet mijn biologische leeftijd, en of ik de klok even stil heb kunnen zetten. En dan nog, zou ik met die kennis vaker vasten?

Ik moet denken aan de Britse arts en BBC-presentator Michael Mosley. Hij maakte in het Verenigd Koninkrijk het 5:2-vasten populair: elke week twee dagen niet meer dan 600 calorieën, vooral uit planten. Hij kreeg er zelf zijn diabetes type 2 mee onder controle. Enorme winst als je gezond oud wilt worden. Dit voorjaar maakte hij in zijn eentje een wandeling op het Griekse eiland Simi. Hij werd onwel en vier dagen later werd hij gevonden. Mosley werd niet ouder dan 67.