N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Genocide Rwanda Zakenman Félicien Kabuga zaaide via zijn radiozender haat tegen de Tutsi’s en importeerde zelfs machetes. Maar de zaak tegen hem is maandag geschorst omdat Kabuga dement is.
Kakkerlakken, werden ze genoemd op de extremistische Rwandese radiozender. Slangen, monsters. De moorden op naar schatting zeker 800.000 Tutsi’s en gematigde Hutu’s in 1994 kwamen niet voort uit haat, maar waren het gevolg van georkestreerde overheidspropaganda. De radiozender Mille Collines (RTLM) speelde hierin een hoofdrol. En die werd gefinancierd door de nu negentigjarige Félicien Kabuga: hij is de laatste hoofdverdachte van de genocide die terecht stond in de VN-rechtbank in Den Haag.
Maandag bepaalde het Internationaal Restmechanisme voor Straftribunalen (IRMCT) dat het de belangrijkste zakenman uit die tijd niet verder vervolgt. Hij is dement en kan daardoor niet terechtstaan. De keren dat hij sinds het begin van zijn zaak, vorig jaar september, aanwezig was in de rechtszaal, zag hij er slap uit. Vaak viel hij in slaap. Zijn advocaten konden moeilijk met hem communiceren.
Lees ook: Hoofdverdachte Rwandese genocide leefde onopvallend in Parijse buitenwijk
In juni zeiden de rechters nog dat ze een alternatieve procedure zouden opzetten, zonder de mogelijkheid van een veroordeling, om in ieder geval de rol van Kabuga bij de genocide te kunnen vaststellen. „Een soort waarheidscommissie”, zegt Thijs Bouwknegt, onderzoeker van het instituut voor oorlogsstudies NIOD. „Dat is een hele gekke procedure, want dat bestaat niet in het internationaal recht. Misschien was het de rechters erom te doen het laatste proces in het Rwanda-tribunaal toch nog met een beetje vuurwerk te laten eindigen, met een vonnis tegen een hooggeplaatst persoon. Dit soort tribunalen kosten ook veel geld, dus er is hen best wat aan gelegen om dit tot een goed einde te brengen.”
Kabuga’s advocaten gingen tegen die uitspraak in beroep en kregen gelijk. „Noch het statuut, noch de jurisprudentie van het Straftribunaal staat een ‘alternatieve bevindingsprocedure’ toe in plaats van een rechtszaak”, aldus de rechtbank maandag.
Decennialang was het de belangrijkste zakenman van Rwanda gelukt uit handen te blijven van de politie. De FBI had een beloning van vijf miljoen dollar uitgeloofd voor zijn arrestatie, maar Kabuga wist die lang te voorkomen. Hij vluchtte via Congo naar Zwitserland, keerde terug naar Afrika en verbleef een tijd in Kenia, waar hij bescherming kreeg van de voormalige president Daniel arap Moi. Uiteindelijk werd Kabuga, door buren omschreven als „een heel gewone man”, in 2020 in een Parijse buitenwijk opgepakt. In de rechtszaal verklaarde hij daarna dat hij onschuldig is.
De vertrouweling van de toenmalige Rwandese president Juvénal Habyarimana – twee van zijn dochters trouwden met zonen van Habyarimana – wordt gezien als financier van de genocide. Ook zou hij honderdduizenden machetes hebben geïmporteerd, die zouden zijn uitgedeeld onder de bevolking om de Tutsi-minderheid uit te moorden. Dat laatste stond overigens niet in de aanklacht van het tribunaal, zegt NIOD-onderzoeker Bouwknegt.
Lees ook: Je bouwt geen land op doden
Dergelijke rechtszaken gaan niet alleen over de dader, maar zijn ook belangrijk voor de nabestaanden. De rechters van het IRMCT erkenden dat de schorsing een tegenslag is voor de overlevenden en nabestaanden van de genocide. Eerder gebeurde dit bijvoorbeeld bij het Cambodja-tribunaal met Ieng Thirith, in de jaren zeventig de belangrijkste vrouw binnen de Rode Khmer. Deze militaire tak van de Communistische Partij was verantwoordelijk voor de dood van zo’n twee miljoen mensen. Thirith werd verdacht van misdaden tegen de menselijkheid, genocide en moord. De rechtbank oordeelde in 2012 dat zij niet berecht kon worden wegens dementie en mogelijke alzheimer.
Rol van de media
In Rwanda zijn de meeste daders al dichterbij de plaats van delict berecht. Tijdens rechtszaken overal in het land bij traditionele rechtbanken, de zogenoemde gacaca, zijn talloze Rwandezen vervolgd wegens genocide waar ze in hun eigen dorpen aan deelnamen. Daarbij ging het om daders die dichter bij de bewoners stonden dan de oprichter van een radiostation. „Rwanda zelf was er nooit echt in geïnteresseerd om hem op te sporen”, zegt NIOD-onderzoeker Bouwknegt. „Wie zijn de nabestaanden van slachtoffers van ophitsing? Dat is iedereen of niemand.”
Hij betreurt het dat het proces niet doorgaat. „Het was een interessante zaak, want het gaat ook over de rol van de media.” De enige andere medewerker van radiozender RTLM die terechtstond in het Rwanda-tribunaal was Georges Ruggiu, een Belgische journalist, die is veroordeeld voor genocide.
De uitspraak van maandag roept de vraag op wat voortaan gedaan moet worden met bejaarde oorlogsmisdadigers. Kabuga is met hulp van machtige vrienden lang uit het zicht van de politie gebleven; door zijn dementie ontkomt hij nu aan een veroordeling.