Jasleen Kaur was de jongste van de vier genomineerden die dinsdagavond kans maakten op de Turner Prijs, een van de belangrijkste prijzen voor beeldende kunst, waarvan de winnaar 25.000 Britse pond (circa 30.000 euro) aan prijzengeld wint. De in een Sikh-gemeenschap in Glasgow opgegroeide Kaur mag zich de winnaar noemen van de prijs die voor de veertigste keer werd uitgereikt.
Kaur (1986) kreeg de prijs voor Alter Altar, waarin ze culturele tradities uit haar jeugd onderzoekt. Een mengeling van Schotse en Zuid-Aziatische materialen en objecten – haar familie komt uit India – overtuigden de jury. Haar vader, die in Glasgow een gereedschapswinkel had, was een belangrijke inspiratiebron voor haar, vertelde Kaur in een interview voor Tate Britain waar haar werk samen met dat van de andere drie genomineerden werd getoond. „Als kind leerde ik al vroeg dat je van alles kon maken met objecten die er al waren.”
Beelden, foto’s en soundscapes vertellen haar verhaal van de wisselwerking tussen identiteit en gemeenschap. Zo staat er onder meer een rode Fort Escort waar een wit gehaakt kleed overheen ligt terwijl er uit de auto muziek klinkt. De auto is een replica van de eerste auto van haar vader nadat die vanuit India naar Schotland was verhuisd. Uit de speakers klinken nummers die het gezin onderweg in de auto draaide. Het kleed verwijst naar de Indiërs die naar Engeland kwamen en in textielfabrieken gingen werken.
Lees ook
Dit zijn de genomineerde kunstenaars van de Britse Turner Prize – hun afkomst is alles voor ze
Sociale controle
De jury prees haar om de combinatie van het persoonlijke, politieke en spirituele verhaal dat ze met haar werk vertelt. Met haar beeldtaal laat ze speels de verschillende stemmen horen en weet zo tijdloze kwesties aan te kaarten: „Op fantasierijke manier vertelt ze over hoe we samen zouden kunnen leven in een wereld die steeds meer wordt gekenmerkt door nationalisme, verdeeldheid en sociale controle”, aldus de jury.
De Turner Prize gaat vaak gepaard met veel gedoe, doordat het een van de belangrijkste prijzen voor beeldende kunst is en de jury altijd probeert de tijdgeest te vangen. Dat roept standaard discussie op. Conceptuele en politieke kunst heeft vaak de voorkeur van de jury’s. Ook dit jaar waren alle vier de genomineerden geëngageerd; het draaide bij allen om culturele tradities, hun herkomst en de rol van kolonialisme.
Zo ook bij Kaur, die naar eigen zeggen geobsedeerd is door religie en de rituelen die met geweld van kolonialisme, opgelegde grenzen en empire veranderden. „Ik ben erdoor geobsedeerd, omdat de rituelen en de geschiedenis tonen dat er een andere manier van samenleven bestaat”, zegt Kaur er zelf over. „Ik ben aangetrokken door dingen die verborgen zijn.” De uitspraak van de door haar bewonderde jazzmusicus Asher Gamedze is wat zij ook wil laten zien: „Hij ziet traditie als mensen die worstelen met hun heden.”
Het werk van Kaur en de andere drie genomineerden is t/m 16 februari te zien in Tate Britain.