Het is de positionering van Oranje-aanvoerder Virgil van Dijk die opvalt, als de Duitse doelman Marc-André ter Stegen net de bal wil wegtrappen. Van Dijk, centrale verdediger en regisseur van de defensie, staat zo’n twintig meter over de middenlijn, op de helft van Duitsland. Hij doet wat in jargon ‘doordekken’ wordt genoemd: de tegenstander hoog op het veld onder druk zetten.
Het moment zegt veel over de intentie van het Nederlands elftal. Dat wil Duitsland opjagen, bij een 2-1 achterstand aan het begin van de tweede helft, in het Nations League-duel in Amsterdam vorige maand. Een belangrijk detail is dat Oranje defensief één-tegen-één staat: iedereen is verantwoordelijk voor het verdedigen van zijn directe opponent. Een strategie die niet zonder risico is – één dekkingsfoutje en het kan direct helemaal open liggen.
Als de Duitse doelman de bal naar voren heeft getrapt, wint verdediger Jurriën Timber het kopduel van Florian Wirtz. Het is het startsein voor Oranje om agressieve pressie te geven. Vanuit die hoge druk maakt Nederland de gelijkmaker, slechts 25 seconden nadat Ter Stegen de bal weg heeft geschoten.
Deze manier van druk zetten wil bondscoach Ronald Koeman er structureel inslijpen bij Oranje, dat deze vrijdag in Boedapest tegen Hongarije speelt en maandag in München tegen Duitsland (beide voor de Nations League). Afgelopen zomer is hij bij het EK tot dit inzicht gekomen. „Ik heb geleerd dat de echte top dit één-op-één verdedigen beheerst, en dat maakt vaak het verschil”, zei hij in september in vakblad De Voetbaltrainer.
Koppeltjes over het hele veld
Een ontwikkeling in het moderne voetbal is dat ploegen van achteruit via korte combinaties opbouwen. Tijdens het EK was het beste antwoord hierop om één-tegen-één te verdedigen, blijkt uit een technisch rapport dat toernooi-organisator UEFA onlangs publiceerde. Gemiddeld werd in iets meer dan de helft van de gevallen de bal veroverd als een ploeg dit type mandekking toepaste bij een doeltrap van de tegenstander en precies 50 procent bij open spel.
Met name België onderscheidde zich op dit vlak. Bij balbezit van de tegenstander creëerden zij over het hele veld ‘koppeltjes’: iedere veldspeler dekte iemand. In het eerste duel is goed te zien hoe een doeltrap van Slowakije, na zo’n tien seconden leidt tot een enorme kans voor België na felle pressing. Bij zonedekking – waar een speler een ruimte verdedigt – ligt het percentage balveroveringen lager, staat in het UEFA-onderzoek.
Bij Oranje was een van de problemen op het EK dat de centrale verdedigers – Van Dijk en Stefan de Vrij – onvoldoende doordekten. Vooral in het verloren groepsduel tegen Oostenrijk werd dit duidelijk. Voorafgaand aan de 1-0 bewaken Van Dijk en De Vrij niemand, zij blijven achterin hangen, wanneer spits Marko Arnautovicć zich slim laat uitzakken en het spel verdeelt. Aan het geschreeuw en de handgebaren van verdedigende middenvelder Jerdy Schouten is de defensieve chaos af te lezen: waarom schuiven de centrale verdedigers niet door?
Oranje-aanvoerder Virgil van Dijk (op de rug), middenvelder Ryan Gravenberch (in het midden) en aanvaller Justin Kluivert tijdens een training in Zeist deze week. Foto Robin van Lonkhuijsen / ANP
Dat Koeman – als coach meer realist dan idealist – pas na het EK tot de conclusie is gekomen dat progressieve mandekking de nieuwe mantra is, is rijkelijk laat. Die trend was al even gaande. In De Voetbaltrainer noemt Koeman Manchester City als voorbeeld van een ploeg die hoog druk zet en van achteruit door dekt „zodat verdedigend overal op het veld één tegen één ontstaat”. City deed dat al ruim voor het EK.
En PSV werd vorig seizoen landskampioen met een vergelijkbare spelopvatting. „Ik heb nooit angst om achterin één-op-één te staan”, zei huidig PSV-coach Peter Bosz maart vorig jaar al in een online masterclass van De Voetbaltrainer. „Want iedere verdediger die één op één staat, is supergeconcentreerd. Sta je twee tegen één, kan er altijd verslapping optreden, wie pakt ’m?”
‘Vrije man’ Van Dijk
Dat Oranje op deze manier druk wil gaan zetten, betekent dat vooral Van Dijk zich moet aanpassen. Als leider van de defensie was hij vaak de ‘vrije man’. Nu moet Van Dijk gaan „doordekken”, iets wat „een aandachtspunt” is voor zijn aanvoerder, zei Koeman afgelopen maandag. Dit seizoen liet Van Dijk onder Arne Slot bij Liverpool FC zien wel agressief door te kunnen dekken.
Maar vorige maand bij Oranje in het duel tegen Duitsland, deed hij het in het laatste deel van de eerste helft niet. Er waren verschillende momenten dat Nederland onder druk stond, maar achterin een overtal hield omdat Van Dijk of de andere centrale verdediger Matthijs de Ligt niet doorstapte. Daardoor kreeg het middenveld te weinig steun en moest Oranje „te ver terug”, zei Koeman. „Dat is een goede les.” In die fase maakte Duitsland twee goals.
In de rust werd dit aangepast, waarna Oranje in de tweede helft wél agressief vooruit verdedigde. Bij de opbouw van Duitsland, stonden Van Dijk en Jan Paul van Hecke (ingevallen als centrale verdediger) dicht tegen het middenveld aan. „We speelden veel beter man-op-man, daardoor konden we Duitsland veel meer onder druk zetten”, zei middenvelder Ryan Gravenberch die avond. Zo werd een gelijkspel afgedwongen.
Maar de kwetsbaarheid van deze spelopvatting werd ook duidelijk. In de tien minuten na de gelijkmaker, kreeg Duitsland drie enorme kansen. Oranje gaf grote ruimtes weg en stond verdedigend in ondertal tegen de Duitse aanvallers.
Zo worden de komende twee interlands interessant: hoe betrouwbaar is de spelfilosofie die Koeman wil inbouwen?
Moeder: „Mijn eenjarige dochter is de wereld aan het verkennen, en probeert alles uit. Ze pakt alles waar ze bij kan, loopt alle kanten op. Ik zeg niet snel ‘nee’, en laat veel toe, ook als ze vanalles overhoop haalt, bijvoorbeeld laden en kasten. Ik vind het belangrijk dat ze de wereld durft te ontdekken. Als ik wel een keer ‘nee’ zeg, als het onveilig is bijvoorbeeld, schrikt mijn dochtertje daarvan, en barst ze in huilen uit. Ze gaat de wereld om haar heen de komende jaren natuurlijk steeds meer exploreren. Hoe corrigeer ik haar op een positieve manier zonder ‘niet doen’, en ‘mag niet!’ te zeggen?”
Naam is bij de redactie bekend. (Deze rubriek is anoniem, omdat moeilijkheden in de opvoeding gevoelig liggen.)
Samen ontdekken
Louis Tavecchio: „U schetst de eerste schreden op weg naar ‘losmaking’ van uw dochter. Dreumesen willen alles zelf doen, zelf in hun mond stoppen, zelf een laatje opentrekken. Juist het deurtje dat u dicht doet is heel interessant om toch open te maken.
„Deze belangrijke ontwikkelingsfase moet u inderdaad niet met ‘nee!’ en ‘mag niet!’ verstoren. Van ouders vragen deze eerste stapjes naar zelfstandigheid een sensitieve en positieve begeleiding. Die begint met de erkenning van de drang van het kind, laten blijken dat we snappen dat dit een volstrekt natuurlijke behoefte is, en die beslist niet bestraffen.
„Ga mee in die drang van uw dochter, trek een extra laatje open samen: wat zit er allemaal in? Ga samen naar de vaas met bloemen. ‘Mooi hè, raak ze maar even aan.’
„Mocht u onverhoopt toch een schel ‘nee!’ laten horen, omdat u schrikt, kunt u de relatie meteen herstellen door uw dochter te troosten, uit te leggen waarom u schrok, en dan samen te kijken naar wat ze wilde doen.
„Uiteraard haal je in deze fase in huis de gevaarlijkste dingen weg. Daarbij is een kind van 1 niet te oud om even in de box te plaatsen als u bijvoorbeeld even de kamer uit moet, of staat te koken.”
Context geven
Rianne Kok: „Kinderen leren door zelf te ontdekken. Ook zijn momenten dat ze meer onbegrensd iets mogen doen, een mooie tegenhanger voor alle taakjes waar ze geen zin in hebben, zoals tanden poetsen.
„Maar grenzen stellen biedt veiligheid en structuur. Als je dat als ouder sensitief doet, leren kinderen om op een emotioneel vaardige manier hun gedrag aan te passen aan de regels die worden gesteld. Dat noemen we ‘zelfregulatie’. Die is nodig om bijvoorbeeld mee te kunnen doen op school: om op hun stoel te kunnen blijven zitten en zich te kunnen concentreren.
„‘Nee’ en ‘mag niet!’ is niet ongepast, maar geef er context aan. Leg uit waarom iets niet mag, en toon begrip dat dit jammer is. ‘Je vindt de vaas mooi, hè. Maar hij is niet om mee te spelen. De vaas blijft op de plank.’
„Ook kun je de vorm kiezen waarin je corrigeert: de hele dag ‘nee nee nee’ voelt niet fijn, benoem welk gedrag je wél wilt zien, liefst ook terwijl je het voordoet, omdat de dreumes dit nog niet volledig woordelijk zal begrijpen, bijvoorbeeld: ‘We laten de appels in de fruitmand.’
„Dat ‘nee’s’ gepaard gaan met boosheid of verdriet, is passend bij de leeftijd. U hoeft die gevoelens niet te vermijden. Benoem ze, en bied troost: ‘Ik snap dat je schrikt, ik snap dat het vervelend is dat het niet mag.’
„Ga bij u zelf te rade wat de schrik van uw dochter voor u zo lastig maakt, en wat daarbij helpend kan zijn.”
Louis Tavecchio is emeritus hoogleraar pedagogiek aan de Universiteit van Amsterdam. Rianne Kok is universitair hoofddocent aan de Erasmus Universiteit en promoveerde op de ontwikkeling van zelfregulatie bij jonge kinderen.
Reageren op dit artikel kan alleen met een abonnement.
Heeft u al een abonnement, log dan hieronder in.
Deze week praten coalitiepartijen PVV, VVD, NSC en BBB over geld. Gevangenissen, stikstof- en klimaatdoelen, de krijgsmacht en de brandweer – overal is financiële dekking voor nodig. Het doel: 11 april, komende vrijdag, moet er een Voorjaarsnota liggen. Dat is een update van de lopende begroting en een vooruitblik op de uitgaven van het Rijk in de komende jaren.
Maar gaat dat lukken? Het eerste belangrijke twistpunt lijkt hoeveel geld er eigenlijk is te verdelen.
Zeker is dat minister Eelco Heinen (Financiën, VVD) zich tijdens de onderhandelingen zal opstellen als een strenge schatkistbewaarder. Gratis geld bestaat niet. Heb je wensen dan moet je daar een bezuiniging of belastingverhoging tegenover zetten, zei hij vrijdag bij het Catshuis voor aanvang van de ministerraad.
De strikte afspraken uit het Hoofdlijnenakkoord laten weinig ruimte voor extra uitgaven. Heeft de staat meer inkomsten dan bij het begin van de kabinetsperiode werd verwacht – zoals dit jaar omdat de economische vooruitzichten gunstig blijken – dan betaal je daarmee in de regel de staatsschuld af. Bovendien is afgesproken hoeveel geld per dossier over vier jaar wordt uitgegeven, daar wordt in principe niet van afgeweken.
En Heinen heeft sinds de Amerikaanse president Donald Trump fikse handelstarieven aankondigde, een extra argument voor zuinigheid. Voorafgaand aan de ministerraad afgelopen vrijdag zei Heinen: „Die handelsoorlog is echt zorgelijk, die gaat economische impact hebben, ook voor Nederland.”
Daar waarschuwde de president van De Nederlandsche Bank, Klaas Knot, ook voor in Nieuwsuur. Het is mogelijk reden voor het ministerie om de verwachtingen voor de economische groei te verlagen, wat de beschikbare financiële ruimte verkleint.
Lees ook
Coalitie: nog altijd op zoek naar eenheid
Treinspoor
BBB vindt daarentegen dat de staatsschuld op korte termijn fors omhoog kan. Daarmee wil ze onder andere investeren in wegen, treinsporen en bruggen. Nu is de staatsschuld 43,3 procent van het bbp – dat is historisch laag. BBB wil naar 50 procent, wat 70 miljard euro vrijspeelt.
NSC-leider Pieter Omtzigt hamert erop dat de economische vooruitzichten ten tijde van de formatie te pessimistisch waren. Hij hint op het terugkomen op afspraken door in Het Financieel Dagblad te zeggen dat hij ruimte ziet voor 10 miljard euro extra uitgaven. Wel onderkent hij de economische risico’s die de Amerikaanse importheffingen met zich meebrengen.
Die handelsoorlog is echt zorgelijk, die gaat economische impact hebben, ook voor Nederland
En BBB en NSC wijzen ook op een meevallersformule uit het Hoofdlijnenakkoord. Als het feitelijk begrotingstekort langjarig (oftewel: meerdere jaren) lager is dan 1,5 procent, mag de helft van de meevallers worden gebruikt om de belasting te verlagen, zo is de afspraak. De vraag is alleen: hoelang is ‘langjarig’? En wat betekent ‘feitelijk’ precies? Voor minister Heinen gaat dat over de volledige vier jaar van het kabinet. BBB en NSC interpreteren dat anders.
NSC diende in het licht van die discussie een motie in die mede-ondertekend werd door BBB, PVV en GroenLinks-PvdA. De partijen willen dat Heinen uiterlijk deze donderdag om 12:00 uur openbaar maakt wat de stand van zaken is van de inkomsten, uitgaven en ramingen voor 2025.
Heinen ziet geen mogelijkheid deze gegevens te delen, maakte hij vrijdag duidelijk. Hij zegt over de motie dat hij alleen de coalitiepartijen openheid van zaken geeft tijdens de onderhandelingen.
Oekraïne
Eén gebeurtenis ondergraaft voor sommigen het strenge imago van de minister van Financiën: Oekraïne. Heinen was afgelopen weken druk met het in kaart brengen van het financiële plaatje. Dat deed hij in een-op-eengesprekken met ministers, die hij vooral ‘nee’ verkocht voor hun financiële wensen en tegenvallers. Tegelijkertijd vond hij wél geld voor 2026 voor Oekraïne, bleek begin maart in een debat voorafgaand aan een Europese top in Brussel. Nog voordat de coalitieonderhandelingen begonnen waren. En toevállig net voordat VVD-partijleider Dilan Yesilgöz naar het land afreisde.
Heinen verwijst naar het regeerprogramma, waarin staat dat Oekraïne „onverminderd” wordt gesteund. Alleen het regeerprogramma heeft geen budgettaire bijlage en veranderde dus niets aan de financiële afspraken uit het Hoofdlijnenakkoord. Daarin dalen de uitgaven aan Oekraïne voor 2026 nog.
Binnen kabinet en coalitie valt te horen dat het zeer de vraag is of de deadline van vrijdag wordt gehaald. Het kabinet kan een deel van de problemen voor zich uitschuiven, om pas bij Prinsjesdag een beslissing te nemen. En er is nog wat ruimte. Eind april zal Heinen de begroting willen opsturen naar Brussel, dat het nodig heeft voor de begrotingsprocessen. Maar op donderdag 17 april, vlak voor Pasen, hoopt de coalitie écht klaar te zijn.
Lees ook
De Voorjaarsnota wordt voor het kabinet de eerste confrontatie met de financiële werkelijkheid
DefensieTrump, Europese leningen en de NAVO-top
Hoeveel geld nodig is, blijft voorlopig gissen: minister Ruben Brekelmans (Defensie, VVD) was de laatste weken nog bezig met de financiële ramingen. Duidelijk is wel dat, om de Nederlandse krijgsmacht op orde te krijgen, de defensiebegroting met vele miljarden moet worden opgehoogd.
Afgelopen jaren is die begroting al verdubbeld tot 21,5 miljard euro, zodat Nederland nu voldoet aan de oude NAVO-afspraak om 2 procent van het bbp uit te geven aan landsverdediging. Dat is lang niet genoeg. Eind juni moeten op de NAVO-top in Den Haag afspraken worden gemaakt over het verder verhogen van de defensie-uitgaven om de Russische dreiging het hoofd te bieden.
De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Marco Rubio herhaalde afgelopen week het standpunt van president Trump dat de Europeanen naar 5 procent moeten. Secretaris-generaal van de NAVO Mark Rutte hintte eerder dat het bedrag ruim boven de 3 procent zou uitkomen. VVD-leider Dilan Yesilgöz opperde dat Nederland zou moeten groeien naar 3,5 procent – wat zou betekenen dat ieder jaar nog eens 16 miljard euro extra naar defensie gaan.
Binnen de coalitie bestaat geen discussie over de noodzaak van extra investeringen, de belangrijkste vraag is waar het geld vandaan te halen. Een EU-plan voor het oprekken van de Europese begrotingsregels voor defensie-uitgaven, leidde tot een bijna-kabinetscrisis. In de Kamer toonden PVV, NSC en BBB zich kritisch over Europese leningen voor defensie. Het alternatief (hard bezuinigen) lijkt evenmin aantrekkelijk, vooral voor de PVV. Ook Frans Timmermans (GroenLinks-PvdA) riep het kabinet afgelopen zondag op niet te bezuinigen.
BtwHet Belastingplan, de Eerste Kamer en een dreigement
Wil het kabinet verder kunnen, dan heeft het een jaarlijks bedrag van 1,3 miljard euro nodig om de btw-verhoging op sport, cultuur, boeken en media terug te kunnen draaien. Zonder dat geld maakt het kabinet het zichzelf de komende maanden uitermate lastig – zo niet onmogelijk.
Dat zit zo. In het Belastingplan 2025 was het kabinet voornemens de btw op deze categorieën te verhogen in 2026. Alleen heeft dit kabinet geen meerderheid in de Eerste Kamer. En in de samenleving ontstond zulk groot protest dat oppositiepartijen weigerden het plan te steunen. Zonder hun steun zou het plan dus sneuvelen in de senaat.
Het kabinet sloot daarom een deal met D66, CDA, ChristenUnie en de SGP. In ruil voor steun voor het Belastingplan in beide Kamers, beloofde het kabinet onder meer in de toekomst de btw-verhoging terug te draaien.
Inderdaad, ‘in de toekomst’. Want het kost tijd, redeneerde het kabinet, om geld te vinden. Daarom liet het de verhoging voorlopig in de wet staan. Pas als het geld is gevonden, kan de verhoging uit de wet gehaald worden.
Afgelopen maanden is staatssecretaris Tjebbe van Oostenbruggen (Fiscaliteit en Belastingdienst, NSC) op zoek gegaan naar die 1,3 miljard euro. Tot nu toe heeft dat niets opgeleverd. Daarom is besloten om dit geld te vinden tijdens de onderhandelingen bij de Voorjaarsnota.
Oppositiepartijen die eerder hun fiat gaven, dreigden al: als de btw-verhoging alsnog doorgaat, steunen wij nooit meer een Belastingplan, of überhaupt een plan van dit kabinet, in beide Kamers. En zonder meerderheid in de Eerste Kamer, is het lastig regeren.
KoopkrachtNood of geen nood, een puzzel en Oekraïne
Het kabinet moet iets doen voor de portemonnee van de Nederlander. Dat is de stellige overtuiging van alle vier de coalitiepartijen.
Toch is het ongebruikelijk dat bij de Voorjaarsnota maatregelen worden genomen om de koopkracht te verbeteren. Meestal gebeurt dat in augustus, in aanloop naar Prinsjesdag. Alleen in het geval van hoge nood besluit een kabinet weleens extra koopkrachtmaatregelen te treffen. De economische vooruitzichten geven daartoe geen aanleiding, zei Centraal Planbureau-directeur Pieter Hasekamp onlangs. De koopkracht over 2025 en 2026 stijgt vooralsnog, want de lonen stijgen harder dan de inflatie.
De coalitiepartijen denken daar anders over. De VVD presenteerde een plan voor de werkende Nederlander. Ze wil korten op uitkeringen en ontwikkelingshulp om kinderopvang voor werkenden en de energiebelasting te betalen. BBB wil dat laatste ook. PVV en NSC zetten in op een lagere belasting op gas. De partij van Geert Wilders wil bovendien lagere huren en minder btw op boodschappen.
Wat de financiële puzzel lastiger maakt, is een door Wilders bedachte koppeling. De PVV eist, met steun van BBB, dat extra geld voor defensie en Oekraïne verbonden wordt aan extra geld voor mensen die moeite hebben om hun huur of boodschappen te betalen.
Premier Schoof heeft beloofd daar in het voorjaar naar te kijken, zo liet hij weten toen hij begin maart 3,5 miljard euro steun toezegde aan Oekraïne.
JeugdzorgRekeningen en oplopende spanning
„Geen knaken, geen taken.” Dat is al maanden de boodschap van de 342 Nederlandse gemeenten. Afgelopen jaren kregen ze steeds meer wettelijke taken van het Rijk overgeheveld, maar met onvoldoende geld. Daarnaast ontvangen ze vanaf 2026 jaarlijks 2,4 miljard euro minder (het veelbesproken ‘Ravijnjaar’) van het Rijk via het Gemeentefonds, dat goed is voor gemiddeld 70 procent van hun inkomsten.
Dat is niet alles. Gemeenten zijn ook verantwoordelijk voor de jeugdzorg. Dat kost elk jaar meer geld omdat de vraag toeneemt. Hervormingen moeten die kosten omlaagbrengen, maar zover is het nog niet. Intussen heeft het Rijk wel alvast bezuinigingen ingeboekt: 374 miljoen (in 2025), 916 miljoen (in 2026) en ruim 1 miljard (vanaf 2027).
Plus: er ligt nog een rekening bij de gemeenten van de financiële tekorten over 2023 en 2024 – bij elkaar zo’n 1,5 miljard euro. De gemeenten vonden de commissie-Van Ark aan hun zijde, die eind januari stelde dat de bezuinigingen op de jeugdzorg voorlopig van tafel moeten. Eerst moet worden gekeken naar hoe die hervormingen uitpakken. Staatssecretaris Karremans (Jeugdzorg, VVD) noemde het rapport-Van Ark meermaals „zwaarwegend”, maar deed nog geen toezeggingen.
Alles bij elkaar willen de gemeenten miljarden; intussen loopt de spanning hoog op. Op maandag 14 april overleggen de gemeenten en het Rijk opnieuw. Als er geen oplossing komt voor de gemeentefinanciën, stappen de gemeenten op 15 april naar de rechter. Ook vertrekken ze dan uit allerlei akkoorden met het Rijk, zoals het Woonakkoord en het Aanvullend Zorg- en Welzijnsakkoord.
Overige uitdagingenGevangenissen, box 3 en de brandweer
De portemonnee, defensie, btw en gemeentefinanciën zijn niet de enige dossiers waar de coalitie een knoop over moet doorhakken. Een greep uit de andere uitdagingen.
Staatssecretaris Ingrid Coenradie (PVV) wil „honderden miljoenen” om de problemen in het gevangeniswezen mee op te lossen.
De klimaatdoelen voor 2030 worden hoogstwaarschijnlijk niet gehaald. Om die wel te halen – volgens het Hoofdlijnenakkoord het voornemen – vereist aanvullende maatregelen.
De vernieuwing van de vermogensbelasting (box 3) is verder uitgesteld. Daardoor loopt het kabinet 2,5 miljard euro mis. De voorgestelde oplossing van staatssecretaris Tjebbe van Oostenbruggen (NSC) om dat geld op te halen, stuit op verzet van BBB en VVD.
De Raad van State deed afgelopen maanden twee vernietigende uitspraken over het stikstofbeleid. Een speciale ministeriële commissie moet op zoek naar een uitweg uit de stikstofimpasse. Dat gaat komend jaar hoogstwaarschijnlijk geld kosten.
Een deel van de arbeidsongeschikten heeft een te lage uitkering gekregen, bleek afgelopen jaar. Dat oplossen kost geld.
Het kabinet besloot afgelopen september een tientallen jaren oude norm los te laten bij de financiering van ontwikkelingshulp, waarbij de uitgaven gekoppeld worden aan de grootte van de economie. NSC heeft daar niet mee ingestemd, zei de partij, en heeft beloofd daar een punt van te maken bij de Voorjaarsnota.
In de boeken staat nu een bezuiniging van 10 procent op hulpdiensten zoals de brandweer. Minister David van Weel (Veiligheid en Justitie, VVD) heeft aangegeven dat hij juist meer geld nodig heeft om Nederland weerbaarder te maken voor noodsituaties. Hij heeft beloofd dit bij de Voorjaarsnota in te brengen.
Amper twee weken was de nieuwe Amerikaanse regering in functie, toen The New York Times er achter kwam dat er 8.000 pagina’s van Amerikaanse overheidswebsites waren verdwenen. Toch kon de krant zijn online-lezers de weggehaalde pagina’s laten zien. Dankzij het Internet Archive.
Sinds 1996 heeft deze Amerikaanse organisatie zonder winstoogmerk de taak op zich genomen massaal webpagina’s te archiveren. Onder leiding van de onvermoeibare informaticus, internetondernemer en digitaal bibliothecaris Brewster Kahle.
Het internet vergeet niets? Een wijdverbreid misverstand. Kahle besefte al in de jonge jaren van het wereldwijde web hoe vluchtig het internet juist is, hoe veel er verdwijnt en wordt aangepast. En hoe belangrijk het daarom is om veel webpagina’s te archiveren – én toegankelijk te maken.
Dat laatste doet het Internet Archive sinds 2001 via de zogeheten Wayback Machine. Daarin zijn inmiddels meer dan 900 miljard verdwenen of aangepaste webpagina’s voor iedereen online te bekijken. Waaronder die pagina’s van Amerikaanse overheidswebsites, zoals ze eruit zagen voordat ze verdwenen of gezuiverd waren van door president Trump tot taboe verklaarde informatie over onder meer diversiteit, gender en klimaatverandering.
„Mensen zijn ons archief de laatste tijd een stuk meer gaan gebruiken”, zegt Kahle tevreden, tijdens een recent bezoek aan Nederland. „We doen niets anders dan wat we altijd al deden. Sinds 2008 maken we speciaal momentopnames van overheidswebsites voor en na een wisseling van de macht. Ook deze keer was er weer veel enthousiasme van vrijwilligers om mee te helpen aan onze End of Term crawl.
„Wat we zo bijeen brengen is deel van onze veel omvattende Bibliotheek van Democratieën. Daarin verzamelen we openbare overheidsstukken van over de hele wereld. Want het zal je misschien verbazen, maar wat we doorgaans ‘het publieke domein’ noemen, blijkt vaak helemaal niet zo publiekelijk toegankelijk te zijn. Daar willen wij een oplossing voor bieden.
„Voor de VS en Canada zijn we begonnen alle publicaties op het niveau van de federale overheid, de deelstaten en de gemeenten te verzamelen en blijvend beschikbaar te stellen. En het mooie is: de Amerikaanse overheid publiceert zó veel, ze is misschien wel de grootste uitgever ter wereld.”
Maar zoals we nu zien laat de Amerikaanse overheid ook informatie en complete websites verdwijnen.
„Dat zit in de aard van uitgevers, die willen altijd nieuwe dingen publiceren. Bibliotheken en archieven zijn er om de geschiedenis te bewaren. Verwacht van de overheid niet dat ze die taak overneemt.”
„Voortdurend verdwijnen er websites, en stoppen uitgevers. Daarom moeten we oude edities van sites en boeken bewaren en hebben we bibliotheken nodig, als bloeiend onderdeel van ons culturele ecosysteem. Anders belanden we in een Orwelliaanse wereld, waarin machthebbers heden en verleden naar hun hand kunnen zetten. Bibliotheken en archieven bestaan om te zorgen voor een accurate weergave van werken die de mensheid gepubliceerd heeft.”
„Iedereen die nu jonger is dan veertig jaar, is hoofdzakelijk grootgebracht met wat er op het internet staat. De boeken van de twintigste eeuw hebben we hen zo als het ware afgenomen. Het internet zou veel omvangrijker kunnen zijn dan de bibliotheken waarmee wij zijn opgegroeid, maar in veel opzichten gaat het niet erg diep. De generaties die nu opgroeien, geven we niet meer het beste dat we te bieden hebben. Daar zouden we ons zorgen over moeten maken. Met het Internet Archive proberen wij voor dat probleem een oplossing te bieden.”
Zijn jullie servers in San Francisco, waarop het hele Internet Archive staat, onder deze regering nog wel veilig?
„Je moet er nooit van uit gaan dat wat dan ook veilig is. Maar de grootste bedreiging voor het Internet Archive komt op dit moment ergens anders vandaan: van uitgevers die willen dat we licenties afsluiten en betalen voordat we iets publiekelijk beschikbaar stellen. Ze hebben twee grote rechtszaken tegen ons aangespannen.”
„Het eerste van die twee zaken tegen het Internet Archive ging uit van grote boekenuitgevers. Die verweten het Internet Archive – dat behalve websites inmiddels ook boeken, muziek en audiovisueel materiaal verzamelt – dat het zonder toestemming boeken digitaliseerde en de digitale kopieën gratis beschikbaar stelde. Ook al ging het volgens Kahle hoofdzakelijk om relatief oude boeken van halverwege de twintigste eeuw, de Amerikaanse rechter oordeelde dat het Internet Archive geen digitale boeken meer mag uitlenen als er ook exemplaren van te koop zijn. Een nederlaag, maar niet fataal.
Een proces dat de muziekindustrie tegen het Internet Archive aanspande, en dat nog loopt, baart Kahle aanzienlijk meer zorgen. „Platenmaatschappijen eisen 700 miljoen dollar vanwege de 78-toerenplaten die we hebben gedigitaliseerd en online afluisterbaar hebben gemaakt. Als we die zaak verliezen, zijn we weg.”
Met opmerkelijke gelatenheid voegt Kahle daaraan toe: „In de geschiedenis is het met bibliotheken meestal niet goed afgelopen. Vaak zijn ze kapot gemaakt door machtige instituties. Vroeger waren dat de kerk en de staat, nu zijn het regeringen en bedrijven.”
De inzet van Kahle voor zijn missie lijkt er niet onder te lijden. Hij kwam naar Nederland onder meer om met het veel kleinere Internet Archive Europe te praten over mogelijke samenwerking. Voorafgaand aan een lezing in Amsterdam laat hij op een groot touchscreen enthousiast een website zien, die lijkt te bestaan uit een tapijt van duizenden stipjes in allerlei kleuren. Als je met je vingers inzoomt worden de stipjes blokjes, en als je verder en verder inzoomt wordt duidelijk dat het afbeeldingen zijn van allemaal verschillende websites.
„Dit zijn alle 85.000 Nederlandse websites die we in het Internet Archive bijeen hebben gebracht! Is het niet geweldig? Hier zie je in één oogopslag de overweldigende rijkdom en de breedte van wat er in Nederland aan informatie, ideeën en ontwerpen wordt gedeeld. Allemaal aanklikbaar en het overgrote merendeel staat níet achter een betaalmuur. Zou het niet mooi zijn om dit soort schermen overal in bibliotheken neer te zetten, zodat iedereen kan zien wat een enorm aanbod aan informatie ons ter beschikking staat?”
Maar auteursrechtelijke obstakels verhinderen dat. De Zwitserse Nationale Bibliotheek in Bern, die de software ontwikkelde, toont het collage-scherm wel op zijn website en er kan ook op ingezoomd worden. Maar wie op de blokjes wil doorklikken naar de onderliggende websites, stuit op een mededeling dat het copyright toegang belemmert. Alleen in leeszalen van de bibliotheek in Bern kan het scherm gebruikt worden zoals bedoeld: met doorklik-mogelijkheid.
In Nederland onderzoekt de KB nationale bibliotheek, voorheen Koninklijke Bibliotheek (zie inzet), of het mogelijk is zo’n dynamische etalage van Nederlandse websites in het gebouw van de KB in Den Haag op te stellen en aan het publiek te tonen – „om te laten zien hoe belangrijke digitaal archiveren is”, zegt Sophie Ham, conservator digitale collecties.
Het optimisme van Brewster Kahle blijkt ook als hij speekt over de mogelijkheden van kunstmatige intelligentie (AI). „AI helpt ons bij het doorzoeken van data en teksten, het maken van samenvattingen en vertalingen, de optische herkenning van letters – allemaal prachtige instrumenten om onze collecties tot leven te brengen.
„Zo kunnen wij een groter publiek op nieuwe manieren toegang bieden tot boeken in het Latijn, tot samenvattingen van boeken die ze nooit in hun geheel gelezen zouden lezen. Dat kan een volkomen nieuwe golf van creativiteit losmaken.”