Hij is de man die zich tegen het pensioenplan van zijn eigen partij NSC keerde. Door hem krijgen werknemers en gepensioneerden géén instemming bij de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel. En nu staat demissionair minister Eddy van Hijum van Sociale Zaken voor een snikheet zaaltje vol met mensen die net zo kritisch zijn over het nieuwe pensioenstelsel als partij-oprichter Pieter Omtzigt en NSC-Kamerlid Agnes Joseph.
Maar op dit NSC-avondje over pensioenen, dinsdag in Rotterdam, staat Van Hijum er niet alleen als minister, die het nieuwe pensioenstelsel moet verdedigen, maar ook als beoogd lijsttrekker van de partij. En in die rol moet hij de zaal, en potentiële kiezers, overtuigen dat hij net zo gedreven is als Omtzigt en Joseph om het pensioenstelsel te verbeteren.
Dat geldt al helemaal nu niet alleen Omtzigt vertrokken is, maar ook Agnes Joseph donderdag liet weten zich niet herkiesbaar te stellen als Tweede Kamerlid.
‘Levendige discussie’
Samen met Joseph neemt Van Hijum in dit volgepakte zaaltje een rapport in ontvangst van het wetenschappelijk bureau van NSC, met plannen om het nieuwe pensioenstelsel koopkrachtiger te maken. Een veiliger thema dan instemmingsrecht, waarover Joseph hard botste met Van Hijum. In een Kamerdebat zei ze dat de minister met zijn bezwaren tegen haar voorstel „de bevolking voor de gek” houdt.
Nu heeft NSC een onderwerp gevonden waar Van Hijum en Joseph wél aan dezelfde kant staan. In april beloofde de minister al, na vragen van Joseph, om uit te zoeken hoe de koopkracht in het nieuwe pensioenstelsel verbeterd kan worden. De uitkomsten daarvan verwacht hij „rond de zomer”, zegt hij in het zaaltje. Van Hijum hoopt dat dit rapport tot „een levendige discussie” leidt.
NSC zegt al langer dat de pensioenuitkering de stijgende prijzen niet genoeg kan bijhouden in het nieuwe stelsel. Overigens gebeurde dit in het oude stelsel ook nauwelijks. Het wetenschappelijk bureau van NSC liet pensioendeskundige Henk Bets voorstellen doen om dit te verbeteren.
‘Meedenkstand’
Met zijn aanpassingen, zegt Bets, kan de pensioenuitkering veel vaker meestijgen met de inflatie. Onder meer omdat er voor gepensioneerden risicovoller belegd wordt. En omdat de pensioenuitkering nooit méér verhoogd wordt dan de inflatie. Eventueel geld dat overblijft, wordt bewaard voor latere jaren, om de kans te vergroten dat ook dan de inflatie kan worden bijgehouden.
Joseph hoopt dat de pensioensector in „de meedenkstand” komt, zegt ze in Rotterdam. Toen ze haar voorstel voor instemmingsrecht verdedigde, klaagde ze vaak dat pensioenfondsen, deskundigen, de Raad van State en toezichthouders zoveel bezig waren met het bekritiseren van haar concrete plan, dat ze voorbij gingen aan haar principiële punt.
Als je een hoger pensioen wilt dan moet dat geld ergens vandaan komen
Ook nu klinken er kritische vragen. Pensioendeskundigen vragen zich af wie de rekening gepresenteerd krijgt van een koopkrachtiger pensioen. Dat is in het nu gepresenteerde rapport niet duidelijk genoeg, vindt Bas Werker, hoogleraar pensioenbeheer en risicomanagement (Tilburg University).
Als je het NSC-rapport leest, lijkt dit plan nauwelijks nadelen te hebben. Auteur Henk Bets berekende voor verschillende pensioenfondsen of hun uitkeringen de komende twintig jaar de inflatie kunnen bijbenen, in tweeduizend verschillende economische scenario’s. Bij pensioenfonds ABP is de kans volgens hem 50 procent dat de uitkeringen in het nieuwe stelsel de inflatie kunnen bijhouden. Met zijn aanpassingen zou die kans stijgen naar bijna 80 procent.
Bets benoemt één belangrijke keerzijde: de kans dat de pensioenuitkering verlaagd wordt, neemt ook toe. Dat komt door het extra beleggingsrisico. Zonder zijn aanpassingen is er bij ABP volgens hem 5 procent kans op een verlaging, met de aanpassingen wordt die kans bijna drie keer zo groot: 14 procent.
Het hele verhaal
Toch vraagt hoogleraar Werker zich af of dit het hele verhaal is. Hij vindt dat het NSC-rapport niet duidelijk genoeg is over hoe de lusten en de lasten verdeeld zijn. „Als je een hoger pensioen wilt”, zegt hij, „dan moet dat geld ergens vandaan komen.” Leidt dit voorstel er bijvoorbeeld toe dat er meer pensioengeld wordt herverdeeld van werknemers naar gepensioneerden?
Wat Werker ook mist in het rapport: áls er pensioenverlagingen plaatsvinden, worden die dan ook veel groter door het extra beleggingsrisico?
Door dit rapport samen met Agnes Joseph in ontvangst te nemen, lijkt Eddy van Hijum te willen laten zien dat hij zich als lijsttrekker net zo hard wil inzetten voor pensioenverbeteringen als zij. Van Hijum heeft er, zegt hij, zelfs een receptie bij de NAVO-top voor afgezegd. Maar op de avond in Rotterdam wordt ook zichtbaar hoe verschillend de twee zijn.
Uitvoerbaarheid
Waar Agnes Joseph stellig is en haast wil maken, stelt Van Hijum zich terughoudender op en benoemt hij nuances. „Je kunt verwachtingen wekken voor betere koopkracht”, zegt hij, „maar is er ook een rekening?” Van Hijum wil dit „zorgvuldig” doen. En hij wil dat de politiek keuzes hierover niet alleen maakt, maar samen met vakbonden en werkgevers.
De komende jaren zijn pensioenfondsen nog te druk met de overgang naar het nieuwe stelsel, dus dit soort aanpassingen komt wat Van Hijum betreft daarna pas. „Uitvoerbaarheid”, zegt hij, „is ook een belangrijk criterium van goed bestuur.”
Kan Van Hijum kiezers overtuigen dat hij net zo’n kritische blik op het pensioenstelsel heeft als Omtzigt en Joseph? „Er wordt weleens gediscussieerd over de dingen waar wij het niet altijd over eens waren”, zegt Van Hijum terwijl hij met zijn hand naar Joseph wijst. Maar koopkracht voor ouderen vinden zij allebei „cruciaal”. „Daar gaan we echt mee aan de slag.”
Joseph, met een lach: „Eerst zien, dan geloven, Eddy.”
Lees ook
NSC-Kamerlid Agnes Joseph zet haar omstreden referenda-plan door: ‘We gaan heel Nederland resetten op pensioengebied’
Wie president wordt van De Nederlandsche Bank (DNB) moet echt op alles voorbereid zijn. In de zomer van 2011, de destijds 44-jarige Klaas Knot was net benoemd als opvolger van Nout Wellink, was Knot met zijn gezin op vakantie. Tegelijkertijd beleefde de eurozone met de Griekse schuldencrisis de ergste crisis sinds de oprichting van de Europese eenheidsmunt. „Dat betekende elke avond Jean-Claude (Trichet, toenmalig president van de Europese Centrale Bank, red.) aan de lijn”, vertelt Knot. „Mijn vrouw zei op een gegeven moment: als hij toch elke avond belt, kun je net zo goed naar Frankfurt afreizen.”
Dat bleek een vooruitziende opmerking van mevrouw Knot. Een paar dagen later kwam daadwerkelijk het verzoek om naar het ECB-kantoor in Frankfurt te komen voor spoedoverleg. „Alleen, ik had geen pak bij me”, zegt Knot. Zijn chauffeur heeft toen de sleutel van het huis van de familie Knot opgehaald, is ermee naar Amsterdam gereden, heeft daar een pak plus hemd, das en schoenen uit de kast gehaald en reed daar vervolgens mee naar Frankfurt waar Knot zich op de luchthaven kon omkleden. De les? „Toen we het jaar daarop weer op vakantie gingen, heb ik alvast een pak plus toebehoren in de auto van mijn chauffeur achtergelaten.” Een goede keuze, want ook die volgende vakantie zou Knot teruggeroepen worden naar Frankfurt.
Komende maandag 30 juni, trekt Klaas Knot na veertien jaar definitief de deur achter zich dicht op het Frederiksplein, waar De Nederlandsche Bank zetelt. Nagedacht over zijn toekomst ná DNB heeft hij naar eigen zeggen nog niet, „daar heb ik echt de mentale ruimte niet voor, dat begint pas na 23.59 uur op 30 juni”. Wie was Klaas Knot de afgelopen veertien jaar? Bij wijze van afscheid: de vijf persoonlijkheden van de negentiende DNB-president.
1Klaas Knot de crisispresident
Uw eerste termijn als president begon midden in de Europese schuldencrisis. Daarna volgden de pandemie en de Russische inval in Oekraïne. En nu, bij uw afscheid zit de wereld wederom in een onzekere periode met oorlogen en handelsoorlogen. Op welke eigenschappen van een centrale bankier doen dat soort crises een beroep?
„Je moet altijd je hoofd koel houden. Crisisbeleid komt vanuit de centrale bank toch vaak neer op het stabiliseren van markten. En dan moet je ook niet bevreesd zijn om te handelen als dat nodig is. En als financiële stabiliteit in het geding is, kun je ook geen prijsstabiliteit bewerkstelligen. Dan moet je ook gewoon durven optreden.
„Met zijn toespraak midden in de eurocrisis gaf Mario Draghi eind juli 2012 precies het goede signaal toen hij de inmiddels legendarische woorden ‘whatever it takes’ sprak. Hij zei in feite dat de centrale bank bereid was haar balans te gebruiken om markten te stabiliseren, daarmee eindigde de schuldencrisis. Dat werkte om de simpele reden dat de ECB als centrale bank altijd één euro meer op tafel kan leggen dan de markten. Omdat een centrale bank zelf geld kan creëren. En je moet natuurlijk altijd uitleggen dat dat binnen je mandaat blijft. Dat was de brille van de speech van Draghi: ‘Binnen ons mandaat zullen we alles doen wat nodig is.’ Daarna konden we werken aan het versterken van de structuren, aan stabilisatiemechanismen die sindsdien in het leven zijn geroepen.”
Gezamenlijk monetair beleid gecombineerd met nationale schulduitgifte blijft een kwetsbaar model
Wat hebben die crises u geleerd over de rol die centrale banken kunnen spelen?
„Dat een gezamenlijk monetair beleid gecombineerd met nationale schulduitgifte een kwetsbaar model blijft. De centrale bank kan de rente wel verlagen, maar als overheden beleid voeren met onvoldoende samenhang, gaan rentes met langere looptijden uiteenlopen. En die langjarige rentes zijn juist zo belangrijk voor bedrijven die willen investeren en mensen die een hypotheek hebben. Dit betekende dus ook dat wij eigenlijk geen uniform monetair beleid konden voeren en dat alles in het teken van de crisisbeheersing stond. Dan kan zelfs een relatief klein land als Griekenland de financiële stabiliteit in de hele eurozone in het geding brengen. En zonder financiële stabiliteit kunnen wij ook geen prijsstabiliteit nastreven. Het lukte ons bijvoorbeeld niet om de inflatie, die onder de 1 procent stond, weer richting de 2 procent terug te brengen, ons doel. In zekere zin hebben we de pandemie en de Russische invasie nodig gehad om de inflatie weg te krijgen bij de 1 procent.”
Waarom lukte het niet om die inflatie richting de doelstelling te bewegen?
„Achteraf bezien hadden we een groter beroep op het begrotingsbeleid moeten doen, dus overheden die het monetair beleid ondersteunden met lastenverlichting of extra uitgaven. Juist in een fase waarin rentes zo laag zijn, is begrotingsbeleid maximaal effectief in het aanjagen van groei en inflatie. Dat gebeurde in de eurocrisis niet, landen gingen juist bezuinigen. Aan het begin van de pandemie ging dat een stuk beter, toen stutten overheden bedrijven en daarmee de werkgelegenheid en onze economie.”
Nederland was in de eurocrisis een van de strengste landen: de oproep om de overheidsfinanciën niet uit het lood te laten lopen werd onder meer door Jeroen Dijsselbloem, toen ook eurogroepvoorzitter, tot Europees beleid verheven. Maakte dat uw positie lastiger?
„Destijds was ik het wel met hem eens, maar mijn denken daarover heeft zich de afgelopen jaren wel ontwikkeld. De eurocrisis heeft ons twee dingen geleerd. Eén, dat als de rente op de ondergrens is, de ECB niet in haar eentje de Europese conjunctuur kan stabiliseren en toch ook echt hulp van het begrotingsbeleid nodig heeft. En twee, dat het begrotingsbeleid in het ene land effecten heeft op de rest van de eurozone. Het besef dat de Europese groei en inflatie uiteindelijk ook drijft op de gezamenlijkheid van twintig nationale begrotingen, en niet alleen op twintig keer een individuele begroting, is een belangrijke les. Anders gezegd: binnen de eurozone waren er destijds landen, zoals Nederland of Duitsland, die best hadden kunnen blijven investeren in plaats van bezuinigen. Dat had het negatieve effect van landen die wel moesten bezuinigen kunnen dempen. Het nadenken over begrotingsbeleid vanuit het Europees perspectief ontbrak geheel in die tijd.”
Toenmalig ECB-president Mario Draghi (midden, blauwe das) schudt Klaas Knot de hand bij het Catshuis in 2013. Naast hen staan toenmalig premier Rutte en minister van Financiën Dijsselbloem.
Foto Martijn Beekman/ANP
2Klaas Knot in Frankfurt
In uw veertien jaren bij DNB heeft u drie verschillende presidenten van de ECB meegemaakt. Met wie kon u het best uit de voeten?
„Elke president en elk mens is natuurlijk verschillend, maar ik heb mij het beste op mijn plek gevoeld onder het inclusieve leiderschap van mevrouw Lagarde. Omdat ik heel erg geloof dat Europa uiteindelijk gaat om het creëren van draagvlak en een gevoel van gezamenlijkheid. Het is een publiek geheim dat Draghi dat iets minder had, die was meer van leiderschap vanuit zijn eigen vaste visie en overtuiging. Trichet was ook een zeer inclusieve leider.
Ik heb mij het beste op mijn plek gevoeld onder het inclusieve leiderschap van mevrouw Lagarde
„Ik heb veel nagedacht over besluitvorming. Uiteindelijk zoek je naar consensus, je wilt toch zoveel mogelijk eenheid uitstralen in een wereld waar de polariserende krachten voortdurend op de loer liggen. Maar wat is consensus? Consensus is niet per se dat iedereen het eens is met het besluit. Maar consensus is wel dat iedereen de onvermijdelijkheid van het besluit accepteert. En dat kun je alleen bereiken als iedereen de gelegenheid heeft gehad zijn argumenten te geven. En als het geen winnende argumenten blijken, ze ook voldoende van tegenargumenten zijn voorzien. Dat maakt het voor iedereen makkelijker om achteraf te zeggen dat het een fair besluit was. Maar dat vereist wel investeringen van de president.”
U heeft éen keer publiekelijk gebroken met de consensus binnen het ECB-bestuur, in september 2019, toen u naar buiten bracht tegen een extra ronde opkopen van staatsobligaties te zijn. Dat was onder Mario Draghi. Had dat te maken met die manier van besluitvorming?
„Ja, ik vond dat de stappen van een goede besluitvorming op dat moment niet waren doorlopen. In de eurocrisis was de ECB begonnen met de aankoop van staatsobligaties, om het rentebeleid te ondersteunen en met als doel de inflatie aan te jagen. Ik miste in het debat daarover in 2019 dingen als proportionaliteit van het aankoopprogramma. Ik miste een goed gesprek over een exit-strategie, hoe komen we uiteindelijk weer van die staatsobligaties af. En ik miste ook reflectie op wat we tot dusver hadden gedaan, want ondanks alle staatsobligaties die we aankochten bleef de inflatie onverminderd laag.”
Heeft het publiekelijk breken met de consensus effect gehad? Is Draghi daarna anders gaan opereren?
„Het grappige is: het bleek uiteindelijk volstrekt irrelevant. Een half jaar later, begin 2020, was er ineens de pandemie met potentieel desastreuze impact op economie en financiële stabiliteit. Toen was evident dat we weer big time moesten gaan aankopen en dat hebben we ook gedaan.”
U zei dat de brille van Draghi was dat hij de euro redde en tegelijkertijd zei dat de ECB dat binnen haar mandaat zou oplossen. Als u terugkijkt, vindt u dan ook dat de ECB het mandaat heeft gerespecteerd? Velen zeggen dat de bank wel degelijk de grenzen van haar mandaat heeft opgerekt, en zich deels op het vlak van de politiek ging begeven met het opkopen van die staatsobligaties.
„Daarvoor kan ik alleen maar verwijzen het Europese Hof van Justitie. Het beleid van de ECB is formeel juridisch ter discussie gesteld door een aantal hoogleraren in Duitsland bij zowel het Duitse als het Europese Hof van Justitie. En die hoven hebben geoordeeld dat wat de ECB deed inderdaad binnen het mandaat viel. Omdat prijsstabiliteit niet kan worden nagestreefd zonder financiële stabiliteit op obligatiemarkten.
„Het was een grijs gebied waarin we ons begaven, dat is absoluut waar. De vraag bleef hoeveel staatsobligaties je van welk land mocht aankopen, en wie dat bepaalde. Daar heb ik het ook wel moeilijk mee gehad. Maar ik heb me uiteindelijk laten overtuigen. En dan helpt het heel erg dat daar met terugwerkende kracht juridisch de zegen aan wordt gegeven. Want als een centrale bank haar mandaat richting de politiek gaat oprekken, dan zullen politici natuurlijk ook de vraag op tafel leggen: waarom heb je dan nog die hoge mate van onafhankelijkheid?”
Juist die onafhankelijkheid van de centrale bank staat in de VS nu onder zware druk. President Trump vindt dat de Federal Reserve de rente moet verlagen. Hoe kijkt u daarnaar?
„Rationeel is het gedrag van de Amerikaanse president heel moeilijk uit te leggen. Ik kan er een politieke uitleg aan geven: als de economie in Amerika een recessie in gaat, heeft hij misschien wel een zondebok nodig. Maar als centrale bankier probeer je altijd de ratio de boventoon te laten voeren.
„Als er één periode is geweest waarin de maatschappelijk toegevoegde waarde van de onafhankelijkheid van centrale banken zichtbaar is geworden, dan is dat de afgelopen vijf jaar. In mijn leven zijn er twee periodes geweest van dubbelcijferige inflatie: de eerste keer in de jaren zeventig van de vorige eeuw, de tweede keer in de jaren twintig van deze eeuw. In beide gevallen explodeerden de energieprijzen. Olie in de jaren zeventig en gas in de jaren twintig. Aan de schok zelf kun je als centraal bankier niets doen, die spoelt over je heen. Uit het Midden-Oosten, uit Rusland.
„Het grote verschil tussen de jaren zeventig van de vorige eeuw en de jaren twintig van deze eeuw ligt in hoe de centrale banken konden reageren om de inflatie weer omlaag te brengen. In de jaren zeventig en tachtig ging dat gepaard met fors economisch geweld. De Volcker-recessie (naar Fed-baas Paul Volcker, red.) kende dubbelcijferige werkloosheidspercentages en toonde aan de markten dat het centrale bankiers ernst was om de ruggengraat van de inflatieverwachtingen te breken, maar dat heeft veel mensen pijn gedaan. In de jaren twintig is die pijn véél kleiner geweest. Natuurlijk, mensen hebben geleden onder de hoge prijzen, maar het terugbrengen van de inflatie is ditmaal zonder noemenswaardige recessie en oploop van werkloosheid gegaan.”
En hoe hangt dat samen met die onafhankelijkheid?
„In de jaren zeventig geloofde niemand dat de centrale bank bereid en geschikt was om die inflatie terug te dringen. Iedereen had gezien hoe president Nixon de toenmalige voorzitter van de Federal Reserve, Arthur Burns, instrueerde dat hij de rente juist moest verlagen. De president ontbood hem geregeld en nam een openlijk agressieve houding aan. En dus waren daarna draconische maatregelen van Volcker nodig om dat geloof te herstellen.
„Na de inflatieschok van de afgelopen jaren twijfelde niemand aan de centrale banken. De verwachtingen over toekomstige inflatie bleven laag, ondanks de hoge inflatie van het moment zelf. Want toen centrale bankiers zeiden: het is ons menens, wij gaan koste wat het kost die inflatie terugbrengen, werd dat ogenblikkelijk geloofd. Het is erg kortzichtig om te tornen aan de onafhankelijkheid van centrale banken. De onafhankelijkheid van centrale banken is er, omdat de kosten van het terugbrengen van inflatie dan zo laag mogelijk blijven.”
Foto Roger Cremers
3Klaas Knot in Nederland
Staat de onafhankelijkheid van DNB in Nederland onder druk?
Knot moet lachen. „Ik denk dat ik weet waar u naartoe wilt. Natuurlijk staan wij niet te juichen bij het perspectief dat de benoemingstermijnen worden verkort.”
Knot doelt op de aankondiging van demissionair minister van Financiën Eelco Heinen (VVD). De minister greep Knots vertrek aan om een debat te starten over de maximale zittingsperiode van de centralebankpresident. Nu is die maximaal twee keer zeven jaar. De minister wil dat verkorten naar maximaal twee keer vijf jaar, maakte hij met een brief bekend na de ministerraad waarin besloten was wie Knot zou opvolgen. Belangrijkste argument: een risico op „verkokering” bij langdurige zitting. Aan het functioneren van Knot lag het niet, benadrukte Heinen.
Natuurlijk staan wij niet te juichen bij het perspectief dat de benoemingstermijnen worden verkort
Knot reageert: „De onafhankelijkheid van de centrale bank is een belangrijke factor die hoort bij een stabiel institutioneel klimaat en een hoge kredietwaardigheid. Lange benoemingstermijnen dragen bij aan die onafhankelijkheid. En we zien dan ook dat landen met een hoge kredietwaardigheid vaak lange benoemingstermijnen kennen.”
Heinen noemt het risico van verkokering als reden om de termijn te verkorten. Hoe voorkwam u dat?
„Het is gezond dat het na veertien jaar ophoudt en dat ik volgende week mag terugtreden. Na veertien jaar is ook een instituut als DNB toe aan nieuw leiderschap. Maar onderschat niet dat de centrale bankwereld een wereld is waar senioriteit, anciënniteit en onderling vertrouwen van eminent belang zijn. Je moet elkaar kénnen, elkaars nieren geproefd hebben. Wij doen financiële zaken met elkaar die op een hoge mate van vertrouwen gebaseerd zijn.”
Herkent u iets van het risico dat Heinen ziet?
„Na veertien jaar is iedereen in het management uiteindelijk door mij benoemd. Dat is een kwetsbaarheid waar je je bewust van moet zijn. Maar ik ben in mijn veertien jaar altijd scherp geweest op kritische en onafhankelijke geesten. En als u een keer als fly on the wall in onze directievergadering zou zitten, zou u genoeg tegenspel zien. Mijn collega’s staan gewoon hun mannetje of vrouwtje.”
Heeft u maatregelen genomen om te voorkomen dat die kritisch samengestelde directie lijdt aan tunnelvisie?
„De bank werd in de afgelopen veertien jaar veel opener. Kijk naar dit gebouw en wat we daarmee beogen te doen. (Knot heeft het DNB-kantoor in Amsterdam laten verbouwen, de begane grond is openbaar toegankelijk en de voorraad goud en bankbiljetten is verplaatst naar Zeist, red.). Mensen voelen zich nu welkom en uitgenodigd om met ons over van alles in gesprek te gaan.”
Wat u omschrijft is, oneerbiedig gezegd, de buitenkant. Hoe is dit intern geregeld?
„Hier lopen voldoende mensen rond met een heel ander vertrekpunt dan ik, waar ik diepgaande discussies mee heb over monetair beleid. Informaliteit helpt in het faciliteren van die discussies. Die sfeer heb ik geprobeerd in vergaderingen te creëren. Mensen moeten het makkelijk vinden om bij me binnen te stappen om iets tegen me te zeggen. Een opmerking in een vergadering moet op inhoud worden beoordeeld, ongeacht de strepen op de mouw.
„Ik ben er enorm gericht op geweest om het maatschappelijke sentiment en geluiden binnen te halen. We hebben recent nog een visitatie laten doen naar onze economische adviesfunctie, door een externe, onafhankelijke commissie onder leiding van (oud-minister) Aart Jan de Geus. In die commissie waren de grote politieke stromingen, media en een hoofdeconoom van een bank vertegenwoordigd. Zij hebben geconstateerd hoe open de bank is. Natuurlijk hebben ze aanbevelingen, maar de hoofdtoon was lof voor de wijze waarop de Bank actief participeert in het maatschappelijk debat. En dat óók sprake is van tweerichtingsverkeer. Dus ik moet zeggen: dat risico van verkokering herken ik eerlijk gezegd niet.”
Huidig ECB-president Christine Lagarde met direct achter haar Klaas Knot in de Hermitage in Amsterdam. „Ik heb mij het beste op mijn plek gevoeld onder het inclusieve leiderschap van mevrouw Lagarde”, aldus Knot.
Foto Sem van der Wal/ANP
4Klaas Knot en de toekomst
DNB adviseert ook over economische groei van Nederland, werkgelegenheid en de economische gevolgen van klimaatverandering. Wat zou, met de staat van die drie thema’s in gedachten, hét verkiezingsthema moeten zijn komende maanden?
„De Nederlandse economie wordt op dit moment gekenschetst door een aantal knelpunten. Die maken dat we niet de potentiële groei kunnen genereren die we nodig hebben om onze sociale arrangementen – zorg, pensioen, AOW – op peil te houden. Als je denkt aan het elektriciteitsnet: dat is gewoon een kwestie van investeren. Als het gaat om stikstof vereist dat keuzes. Pijnlijke keuzes, maar keuzes die niet langer uit de weg gegaan kunnen worden.”
Waarom is dit tot nu toe niet gelukt?
„De politieke discussies in Nederland gaan maar al te snel over koopkracht en over de vraagkant van de economie. Maar daar liggen de uitdagingen niet. We hebben al sinds jaar en dag volledige werkgelegenheid in Nederland. Iedereen die wil werken, kán werken.
De politieke discussies in Nederland gaan maar al te snel over koopkracht, maar de uitdagingen liggen aan de aanbodkant van de economie
„De uitdagingen liggen aan de aanbodkant van de economie. Onze beroepsbevolking vergrijst. Er zitten maatschappelijke grenzen aan de mate van immigratie die we bereid zijn in onze maatschappij te accepteren. We zullen het moeten hebben van productiviteitsgroei, en die komt niet als manna uit de lucht vallen. Daar zul je voor moeten investeren in innovatie, in onderwijs. En je zult moeten hervormen zodat ondernemerschap en innovatie worden beloond.”
Waarom slaagt de politiek er volgens u niet in om het debat te laten gaan waar het over zou moeten gaan?
„Een economie is uiteindelijk een optelsom van deelbelangen, die zijn in de politiek heel goed vertegenwoordigd. Je hebt juist visie nodig om ook het algemeen belang een plek te geven. Ons belastingstelsel kun je alleen maar begrijpen vanuit een opeenstapeling van deelbelangen, het algemeen belang is daar al een tijdje wat minder goed te ontwaren. En dat belang is nu inzetten op het vergroten van het verdienvermogen van de Nederlandse economie. Dat vereist keuzes die misschien pijn doen bij sommige deelbelangen. Maar als je die pijn eerlijk verdeelt, dan is er wel degelijk een bargain mogelijk die de Nederlandse economie betere groeiperspectieven gaat bieden dan op dit moment het geval is.”
Als je de pijn eerlijk verdeelt, is er wel degelijk een bargain mogelijk die de Nederlandse economie betere groeiperspectieven gaat bieden
Hoe zou zo’n akkoord eruit moeten zien?
„Ik zou beginnen met het belastingstelsel. De lasten op arbeid moeten echt omlaag, ten koste van die op vermogen. En je zou meer kunnen doen met de btw, dat is economisch gezien een belasting met weinig verstoringen. Verder moet er gebouwd worden om het woningtekort op te lossen, en dat vereist stikstofruimte. Maar de huidige woningvoorraad is ook slecht verdeeld. Veel ouderen zouden best hun grote huizen willen verlaten voor kleinere woningen, maar die woningen zijn er niet. Voor een soepele doorstroming heb je een goede vrije huurmarkt nodig. Nou, ik kan het beleid van de afgelopen jaren moeilijk vertalen als een stimulans voor de ontwikkeling van de vrije huurmarkt. Die is in Nederland al zo klein: meer dan 60 procent van de markt is vrije koop, dan heb je 30 procent sociale huurmarkt en minder dan 10 procent vrije huurmarkt. Een verdere inperking van hypotheekrenteaftrek zal hier onderdeel van moeten zijn.”
De lasten op arbeid moeten echt omlaag, ten koste van die op vermogen
Dat ligt politiek gezien erg gevoelig.
„Ik weet het, en dat heeft te maken met de fragmentatie van de politiek. Zowel in het aantal partijen in de Tweede Kamer als in de tijd. De politiek is kortademiger geworden, omdat we tegenwoordig niet meer elke vier, vijf jaar verkiezingen hebben maar met een hogere frequentie. Nederland behoort nog steeds tot de Europese economische koplopers, maar stagnatie ligt op de loer. En stagnatie is achteruitgang. De komende verkiezingscampagne zou wat mij betreft moeten gaan over het vergroten van de arbeidsproductiviteit, en over de vraag waar Nederland zijn inkomen mee verdient.”
Koning Willem-Alexander wordt door Klaas Knot rondgeleid in het hoofdkantoor van DNB, dat na een lange renovatie weer in gebruik is genomen. Op de voorgrond spelen bezoekers een educatieve economische game.
Foto Remko de Waal/ANP
5De mens Klaas Knot
Over een paar dagen stopt u als president. Hoe gaat u zichzelf een plek geven in het maatschappelijk debat de komende jaren?
„Daar ga ik na 1 juli over nadenken.”
Hoe was de impact van deze baan op uw persoonlijk leven?
„Het is in deze job onvermijdelijk dat je een tekort richting je directe geliefden opbouwt. Ik hoop daar de komende maanden iets aan te doen. Je hebt twee vormen van afwezigheid voor je gezin. De ene vorm is fysieke afwezigheid. Die begrijpt iedereen. Dat je lange dagen maakt, dat je tien, twaalf weekenden per jaar minstens op pad bent voor je werk. Dat je vakantie altijd is ingeklemd in de paar weken dat Den Haag nog niet open is en Europa juist met vakantie gaat. Maar soms bén je wel thuis, maar dan is je hoofd zo vol met vraagstukken, dat je soms wenst dat je eens een keer wat meer aandacht aan je gezelschap kon geven. Dat is die andere vorm van afwezigheid: mentale afwezigheid.”
U heeft twee kinderen grootgebracht in deze veertien jaar.
„Ik ben een trotse vader. Mijn kinderen zijn 22 en bijna 19. Mijn zoon heeft zijn bachelor gehaald en gaat nu zijn master doen in het buitenland. Mijn dochter gaat volgend jaar studeren. Ik ben er denk ik redelijk in geslaagd alle belangrijke momenten mee te maken, maar er waren momenten dat het even niet uitkwam. Dan voel je je soms lullig. Maar mijn kinderen hebben zeker niet het gevoel dat ze zonder mij zijn opgevoed.
U heeft, ook in die zin, geen spijt gehad van die veertien jaar?
Oranje onder 19 is in Boekarest voor het eerst Europees kampioen geworden. Het elftal van bondscoach Peter van der Veen versloeg titelverdediger Spanje in de finale met 1-0.
Nederland begon als underdog tegen negenvoudig Europees kampioen Spanje. Oranje onder 19 begon sterk aan het duel met de Zuid-Europeanen, maar viel na verloop van de wedstrijd ver terug. Spanje kreeg met name vlak na rust een aantal grote mogelijkheden, maar paal en lat voorkwamen treffers.
Het enige doelpunt van de eindstrijd kwam uiteindelijk op naam van de Spaanse doelman Raul Jiménez, die in de 62ste minuut een voorzet van Givairo Read in eigen doel werkte.
Kees Smit is uitgeroepen tot beste speler van het EK onder 19 in Roemenië. De middenvelder van AZ werd met vier doelpunten samen met de Spanjaard Pablo Garcia ook topscorer van het toernooi.
Oranje onder 19 wist tijdens het EK in Roemenië alle wedstrijden te winnen. Nadat Duitsland (3-0), Noorwegen (2-0) en Engeland (4-2) in de groepsfase werden verslagen volgde in de halve finale een zege op het gastland (3-1).
Nederlands vrouwenelftal wint uitzwaaiwedstrijd voor EK
De voetbalsters van het Nederlands elftal kunnen met een goed gevoel afreizen naar het EK in Zwitserland. De ploeg van bondscoach Andries Jonker won het uitzwaaiduel met Finland in Leeuwarden donderdagavond met 2-1. De in de basis teruggekeerde Vivianne Miedema maakte in de eerste helft beide treffers van Oranje na fouten in de Finse verdediging.
De overwinning is welkom voor de Oranjevrouwen. In de vorige interlands stelde de ploeg van Jonker teleur tegen Duitsland (4-0-nederlaag) en Schotland (1-1-gelijkspel). Het duel met de Finnen was de laatste wedstrijd voor de eerste EK-wedstrijd van volgende week zaterdag tegen Wales. Oranje vliegt dinsdag naar Zwitserland.
Bijna een week lang was Irans opperste leider Ali Khamenei spoorloos. Hij zou zich ophouden in een bunker, en alleen via een enkele vertrouweling in contact staan met zijn bevelhebbers. Ook na het ingaan van het staakt-het-vuren met Israël, afgelopen dinsdag, bleef het stil. De 86-jarige ayatollah vreesde nog steeds doelwit te worden van een Israëlische moordaanslag.
Of was er meer aan de hand? Iraanse media speculeerden openlijk over het welzijn van de bejaarde leider. Tal van andere hooggeplaatste leden van het regime waren door Israël gedood bij luchtaanvallen.
Donderdag verbrak Khamenei de stilte met een tv-toespraak. Hij feliciteerde Iraniërs met „de overwinning” op Israël. Ook had Iran „de VS een harde klap in het gezicht toegebracht” door de Amerikaanse luchtmachtbasis in Qatar te bombarderen. De Amerikaanse bombardementen op Iraanse nucleaire faciliteiten hadden volgens de ayatollah weinig schade veroorzaakt.
Dat is niet alleen maar grootspraak, meent Vali Nasr, hoogleraar aan de Amerikaanse Johns Hopkins universiteit en auteur van het recent verschenen boek Iran’s Grand Strategy. „In de ogen van het regime is Iran niet vernederd of verslagen. Natuurlijk heeft het land de nodige klappen ontvangen, en het gevaar is nog altijd niet geweken. Maar het werd aangevallen door twee atoommachten met superieure militaire middelen – en ze hebben het overleefd. De bokser staat nog overeind in de ring en is niet knock-out geslagen.”
De Israëliërs hebben wat het Iraanse regime betreft hun oorlogsdoelen niet gehaald, stelt Nasr. De Iraanse staat en het leger zijn niet ingestort – iets waar Israël volgens hem wel op hoopte. Ook kon Iran ruim 400 kilo verrijkt uranium wegsmokkelen naar veiligere locaties, denkt Nasr. Dat laatste lijkt te worden bevestigd door inlichtingen verstrekt aan Europese landen, aldus berichtgeving van de Financial Times.
Ook verwacht Nasr dat Iran nog centrifuges heeft om verder uranium mee te verrijken. „In Washington is er veel gedoe over de vraag in hoeverre de nucleaire installatie bij Fordo nou is vernietigd, maar het Iraanse atoomprogramma is veel groter dan alleen Fordo. We weten gewoonweg niet wat er nog allemaal is.”
President Donald Trump zei dat de VS en Iran volgende week weer gaan praten over het nucleaire programma van Iran. Is dat realistisch?
„Het is niet onwaarschijnlijk. Trump wil absoluut geen oorlog met Iran. Sinds de Amerikaanse bombardementen op Iraanse atoominstallaties zet hij Israël enorm onder druk om samen met de VS nu een andere [niet militaire] weg in te slaan.”
Een reden voor Trump om snel met Iran te willen onderhandelen is volgens Nasr het voornemen van een groep Europese landen om aanvullende sancties tegen Iran in te stellen. Die stap leek al ophanden voordat Israël eerder deze maand zijn aanvallen op Iran begon, aangezien Teheran met zijn nucleaire activiteiten internationale afspraken overtrad. „Extra sancties zouden het sluiten van een deal alleen maar moeilijker maken”, aldus Nasr.
Dus na Iran te hebben gebombardeerd spelen de VS nu juist een hoofdrol bij de de-esclatie?’
„Ik denk het wel. Daarom is de regering Trump ook zo boos over het lekken van het Amerikaanse inlichtingenrapport eerder deze week. Dat suggereerde dat de schade aan de nucleaire installatie bij Fordo beperkt is.
„Lekken zijn nooit helemaal onschuldig. Er zit een politieke agenda achter. Behalve dat je Trump in verlegenheid brengt door te zeggen dat je niets hebt bereikt, is het bredere argument dat de oorlog niet heeft geleid tot de vernietiging van Irans programma. Nu moet je teruggaan en het opnieuw doen. Alleen: het Witte Huis heeft helemaal geen zin in verdere oorlog, vandaar hun heftige reactie.”
Het Witte Huis heeft helemaal geen zin in verdere oorlog
Hoe zit dat met Iran? Willen ze nog steeds een deal met de VS of zetten ze volledig in op de ontwikkeling van kernwapens?
„Beide opties zijn nog mogelijk. Iran bevindt zich in een gigantische strategische crisis. Zonder kernwapens is hun huidige positie onhoudbaar. Ze beschikken nu niet over genoeg afschrikking om zichzelf te kunnen verdedigen.
„Het alternatief is dat Iran besluit compromissen te sluiten met het Westen in ruil voor de-escalatie. Dit zou een nucleaire deal betreffen die de veiligheid van Iran waarborgt, waarbij Israël niet langer in staat is Iran op elk gewenst moment aan te vallen.
„Het onderliggend verhaal in Iran zal in geen van de gevallen veranderen. Het idee dat het Westen er op uit is om de Islamitische Republiek te vernietigen is de afgelopen weken alleen maar versterkt.”
Er zijn analisten die vermoeden dat Khamenei’s radiostilte van de afgelopen dagen ruimte bood voor een interne machtsstrijd aan de top.
„Dat lijkt me onwaarschijnlijk. Iran heeft een behoorlijk verenigd leiderschap, waarbij de Revolutionaire Garde [een elite-eenheid bestaande uit 125.000 leden] het systeem al grotendeels controleert. Er is geen aanleiding voor de garde om formeel de macht over te nemen en daadwerkelijk zelf te gaan regeren.
„De omstandigheden zijn er gewoon niet naar. Er zijn geen protesten, er is geen ineenstorting van het leger en vanuit het Iraanse perspectief is er ook geen sprake van een oorlogsnederlaag.”