N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Voorzitter klimaattop De Verenigde Arabische Emiraten hebben de directeur van het staatsoliebedrijf aangewezen als voorzitter van de volgende klimaattop, tot consternatie van milieugroepen. Volgens anderen is Ahmed al-Jaber „niet een willekeurige oliebaas die fossiele brandstoffen wil verkopen”.
Wie eind 2015, net na de succesvolle klimaatconferentie in Parijs, zou hebben voorspeld dat de directeur van een van de grootste olieconcerns ter wereld de klimaattop in 2023 zou leiden, zou waarschijnlijk voor gek zijn versleten. Toch benoemden de Verenigde Arabische Emiraten begin deze week Sultan Ahmed al-Jaber, die sinds 2016 aan het hoofd staat van het staatsoliebedrijf van Abu Dhabi, tot voorzitter van COP28, zoals de klimaattop in november officieel heet, de 28ste Conference of the Parties.
Milieugroepen spraken er meteen schande van. Tasneem Essop, directeur van het Climate Action Network, vreest dat de keuze voor Al-Jaber neerkomt op „een volledige overname van de VN-klimaatonderhandelingen door een oliestaat”. Volgens Zeina Khalil Hajj, van klimaatorganisatie 350.org, brengt het besluit de vooruitgang in de onderhandelingen van de afgelopen jaren in gevaar. „We zijn uiterst bezorgd dat het de sluisdeuren zal openen voor greenwashing, en voor olie- en gasdeals om fossiele brandstoffen te blijven exploiteren.” Wat nu nodig is, stelt Tracy Carty, expert voor mondiaal klimaatbeleid bij Greenpeace International, is juist „een compromisloze inzet voor een rechtvaardige uitfasering van alle fossiele brandstoffen: steenkool, olie en gas”.
Investeren in olie en gas
Daar hoef je bij Al-Jaber niet mee aan te komen. Afgelopen najaar pleitte hij juist voor meer investeringen in olie en gas. Hij noemde het heel riskant is om „niet langer te investeren in het energiesysteem van vandaag, terwijl het energiesysteem van morgen nog niet klaar is. Dat was volgens hem „het recept voor een ramp”. Een paar maanden legde Al-Jaber uit dat gebrek aan investeringen in de huidige oliewinning, op korte termijn leidt tot een afname van de mondiale olietoevoer met vijf miljoen vaten per dag. „Hierdoor zouden de schokken die we [in 2022] hebben meegemaakt aanvoelen als een bescheiden beving”, zei hij, verwijzend naar de gevolgen van oorlog in Oekraïne. „Als het afgelopen jaar ons iets heeft geleerd, dan is het wel dat energiezekerheid de basis is van alle vooruitgang – economische, sociale en klimaatvooruitgang.”
Lees ook: Waarom de wereld na de klimaattop in Egypte nog steeds op koers ligt naar ‘de klimaathel’
Volgens Al-Jaber telt de planeet in 2050 bijna tien miljard mensen. Tegen die tijd is 30 procent meer energie nodig dan nu, schreef hij in een opiniestuk voor Project Syndicate. Hij wees erop dat nog steeds het overgrote deel van alle energie wordt opgewekt met fossiele brandstoffen, ondanks de snelle groei van duurzame energie. „De wereld heeft alle energieoplossingen nodig: olie, gas, zon, wind, nucleair en waterstof.”
Maandag verdedigde Eurocommissaris Frans Timmermans de keuze voor Al-Jaber. Timmermans is opgetogen over Abu Dhabi’s ambities, en heeft „veel vertrouwen in het vermogen van Al-Jaber om de klimaattop van dit jaar in de goede richting te duwen”. Hij kan olieproducerende landen en bazen van oliemaatschappijen ervan overtuigen dat ze „eindelijk eens moeten investeren in de transitie naar duurzame energie”. En omdat de Emiraten volgens Timmermans behoren bij het mondiale Noorden én het Zuiden, kan op de komende klimaattop „een confrontatie tussen Noord en Zuid” worden vermeden.
Volgens Karim Elgendy, milieu-expert bij de Britse denktank Chatham House, is Al-Jaber „niet een willekeurige oliebaas die fossiele brandstoffen wil verkopen”. Hij was al actief met klimaatbeleid voordat hij de leiding kreeg van het staatoliebedrijf van Abu Dhabi. De 49-jarige Al-Jaber is sinds 2010 klimaatgezant van de Emiraten. Al in 2006 richtte hij Masdar op, uitgegroeid tot een van de grootste bedrijven voor duurzame energie ter wereld. Ook is hij minister van Industrie en Geavanceerde Technologische Ontwikkeling. Met zijn bedrijf Masdar, actief in meer dan veertig landen, wil Al-Jaber in 2030 een van de grootste producenten zijn van waterstof. Nederland heeft recent een samenwerkingsakkoord gesloten met de Verenigde Arabische Emiraten om via de Amsterdamse haven toeleverancier voor waterstof te worden op de Europese markt.
Een voorzitter met twee petten op is echt ‘next level’ belangenverstrengeling
Bas Eickhout Europarlementariër GroenLinks
Europarlementariër Bas Eickhout (GroenLinks), die de klimaatonderhandelingen al jaren van nabij volgt, begrijpt „de genuanceerde geluiden” over Al-Jaber, maar vindt toch dat de Verenigde Naties hier een lijn hadden moeten trekken, zoals ze dat ook met roken hebben gedaan. „De tabaksindustrie is een no-go geworden voor de VN.” De klimaatwetenschap is volgens Eickhout steeds duidelijker. „Alleen met een exit uit fossiel zijn de Parijs-doelen te halen. Als je dat serieus neemt, moet je ook consequenties trekken voor de fossiele industrie. Een voorzitter met twee petten op is echt next level belangenverstrengeling.”
‘COP van de actie’
In zijn eerste speech als voorzitter van COP28, zei Al-Jaber dat hij van de conferentie een ‘COP van de actie’ wil maken. Tijdens deze klimaattop wordt voor het eerst officieel geïnventariseerd hoe de wereld er met het huidige beleid voorstaat. Maar „we hoeven daar niet op te wachten, want we kennen het antwoord”, zei Al-Jaber. „De wereld is nog ver verwijderd van de doelen die in 2015 in Parijs zijn gesteld. […] De harde werkelijkheid is dat de uitstoot tot 2030 met 43 procent moet worden teruggedrongen.”
Lees ook: Is een klimaattop wel de juiste manier om tot mondiale afspraken te komen?
Wat dat betreft hebben de Verenigde Arabische Emiraten zelf ook nog een lange weg te gaan. Climate Action Tracker, een website waar wetenschappers de klimaatbeloftes van landen bijhouden en doorrekenen, noemt de plannen van de Emiraten ‘ruim onvoldoende’. Daar komt bij dat die plannen met het huidige beleid bij lange na niet worden gehaald. Volgens Climate Action Tracker komt de uitstoot van de Emiraten in 2030 met het huidige beleid 30 tot 35 procent hoger uit dan in 2010.
Intussen willen de Emiraten hun olieproductie opschroeven van de huidige 3,5 miljoen vaten per dag naar vijf miljoen vaten in 2027. Het verbaast Karim Elgendy van Chatham House niet. De Emiraten verduurzamen hun eigen energievoorziening in snel tempo, maar vinden dat ze „het morele recht hebben om elk molecuul aan fossiele brandstof te exporteren”. Voor Al-Jaber is dat niet met elkaar in tegenspraak.