Asielminister Marjolein Faber (PVV) laat zich „niet ontmoedigen” door kritische Kamerleden die haar wijzen op de financiële onhaalbaarheid van strengere asielmaatregelen. „Ik diesel gewoon door”, zei ze donderdag op de tweede dag van het debat over de begroting van haar ministerie. Een inhoudelijke gedachtewisseling tussen de Kamer en de minister bleek nauwelijks mogelijk. Faber laveerde tussen een bestuurlijk verhaal (dat ze vanaf een blaadje voorlas) en ideologisch getinte uiteenzettingen en sneren (die ze improviseerde). Kamerleden twijfelden openlijk aan Fabers gebrek aan dossierkennis. „Ik snap heel goed waar het over gaat”, beet ze hen toe.
Grootste twistappel was de betrouwbaarheid van de asielbegroting. Urenlang werd er gesteggeld over grote bezuinigingen in de asielopvang. Het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) kan op dit moment nog rekenen op 4,4 miljard euro. Dit bedrag slinkt vanaf 2027 tot 900 miljoen euro. Prognoses voorspellen dat het aantal mensen in de asielopvang zal groeien van 82.000 in 2024 naar 132.000 in 2027. Het kabinet denkt op zijn beurt dat vanaf 2027 slechts 25.000 asielzoekers in de opvang zullen zitten.
Partijen van links tot rechts wilden donderdag van Faber weten waar deze aanname op is gebaseerd. De minister lijkt vooral te vertrouwen op door het kabinet aangekondigde „instroombeperkende maatregelen” en geplande versoberingen van de asielopvang. „Dit is de ultieme vorm van wensdenken”, hield Diederik van Dijk (SGP) de minister voor. Zo wees hij Faber op een afgesproken buffercapaciteit van 41.000 opvangplekken.
Duurder dan begroot
Al jaren kampt het COA met een schrijnend tekort aan permanente opvangplekken, waardoor er steeds dure crisisnoodopvangplekken moeten worden opgetuigd. Die plekken worden vaak gevonden in hotels en op cruiseschepen, waardoor de opvangkosten vele miljarden hoger uitvallen dan aanvankelijk gepland. In 2023 bleek uit onderzoek van de Algemene Rekenkamer dat de asieluitgaven in de afgelopen 23 jaar maar liefst 21 keer te laag waren begroot.
Een kritische Kamer probeerde Faber voor deze valkuil te behoeden. Zeker zolang er geen duidelijke onderbouwing is voor de aanname dat de aangekondigde ‘asielnoodmaatregelen’ tot veel minder aanvragen zullen leiden. Bovendien is het nog maar de vraag of het de IND lukt om binnen drie jaar alle achterstanden weg te werken. Tot die tijd zullen zeker meer dan 25.000 plekken nodig zijn, hield de Kamer de minister voor.
Bij Faber viel geen greintje twijfel te bespeuren: haar gaat het wel lukken om de asielcijfers naar beneden te krijgen. En dus zijn de voorgestelde bezuinigingen op hun plaats, vindt ze. „De minister kan beter minister van Cruiseschepen en Hotels gaan heten”, riposteerde Don Ceder van de ChristenUnie.
Ik heb nog geen voorstellen van deze minister gezien. Kom in actie!
Vanuit de coalitie kreeg Faber nauwelijks bijval. Queeny Rajkowski van de VVD liep tweemaal naar de interruptiemicrofoon om Faber erop te wijzen dat ze niet is gediend van sneren in de richting van voormalig staatssecretaris van Asiel Eric van der Burg (VVD). Hij kon niet op een Kamermeerderheid rekenen „om maatregelen te nemen op instroom”, zei Rajkowski. Die meerderheid heeft Faber nu wel. „Maar ik heb nog geen voorstellen van deze minister gezien. Kom in actie!”
Aan het begin van het debat kondigde Faber nog aan „zoveel mogelijk met iedereen” te willen samenwerken. „Om te beginnen met de Kamer.” Maar Faber bleek nauwelijks tot dialoog bereid. Ze verweet linkse oppositiepartijen regelmatig dat haar antwoorden de oppositie bij voorbaat niet zinden, wat ze ook zou zeggen. „Wíj hebben hier een meerderheid”, aldus de PVV-minister.
Eerste Kamer
„We hebben toch een beetje diplomatie nodig”, constateerde Joost Eerdmans van JA21. Hij waarschuwde Faber voor de senaat, waar „buikpijn” bestaat over bijvoorbeeld de aangekondigde intrekking van de spreidingswet. „De senaat wordt op haar wenken bediend”, reageerde Faber met enig gevoel voor sarcasme. Faber verwees hiermee naar het coalitiebesluit om af te zien van het staatsnoodrecht, nadat in de Eerste Kamer een motie was aangenomen waarin die route „onwenselijk” werd genoemd.
Faber was ook niet in staat om uit te leggen waarom het kabinet ervoor kiest om minder VN-vluchtelingen te beschermen. Tot nu toe haalt Nederland elk jaar vijfhonderd vluchtelingen uit opvangkampen in Afrika, het Midden-Oosten en andere delen van Azië. Eerder op de dag stelde Faber nog dat het kabinet „de allerzwaksten” wil helpen. SP-Kamerlid Michiel van Nispen vertelde haar dat juist deze vijfhonderd vluchtelingen erg kwetsbaar zijn. De minister kwam niet verder dan dat ze zich alleen wil richten op asielzoekers die zich in Nederland hebben gemeld.
Tot nu toe heeft minister Faber, vier maanden na haar aantreden, geen enkele maatregel aan de Kamer voorgelegd. Donderdag kondigde ze aan dat „in het najaar, voor het Kerstreces” verschillende wetsvoorstellen aan de Raad van State ter advisering zullen worden voorgelegd. Dit zou betekenen dat de Tweede Kamer zich hoogstwaarschijnlijk pas in het nieuwe jaar over de asielnoodmaatregelenwet kan buigen.
Lees ook
Lokale bestuurders wanhopig over asielminister Faber: ‘Is er contact? Ja. Is het inhoudelijk? Nee’