Kabinet wil stap belangenorganisaties naar rechter niet bemoeilijken

Kamermotie Het kabinet voert een motie van SGP, BBB en JA21, gesteund door VVD en CDA, over procesvoering door belangenorganisaties tegen de Staat niet uit.

Directeur Marjan Minnesma van de organisatie Urgenda in december 2019 bij de uitspraak van de Hoge Raad in de zaak waarbij de Staat werd verplicht tot reductie van broeikasgassen.
Directeur Marjan Minnesma van de organisatie Urgenda in december 2019 bij de uitspraak van de Hoge Raad in de zaak waarbij de Staat werd verplicht tot reductie van broeikasgassen. Foto SEM VAN DER WAL/EPA

Het kabinet gaat niet, zoals in een Kamermotie gevraagd, laten onderzoeken of belangenorganisaties die tegen de Staat procederen aan strengere eisen kunnen worden gehouden.

Het verzoek was van het begin af aan omstreden. De Tweede Kamer nam eind februari een motie aan waarin het kabinet wordt opgedragen te onderzoeken of er strengere eisen gesteld kunnen worden aan organisaties die de Staat „met een ideëel doel” voor de rechter willen dagen. Het kabinet heeft besloten de opdracht naast zich neer te leggen, bleek maandag uit een brief van minister Franc Weerwind (Rechtsbescherming, D66). „Toegang tot de rechter is een groot recht”, schrijft hij.

De motie werd door SGP, BBB en JA21 tijdens een klimaatdebat ingediend. Coalitiepartijen VVD en CDA stemden voor, waardoor de minister er wel wat mee moest. Het besluit om het verzoek naast zich neer te leggen, is gelegen aan de Wet afwikkeling massaschade in collectieve actie (Wamca), die begin 2020 van kracht werd.

Deze wet maakt het voor belangenorganisaties mogelijk om bij de rechter om handhaving van eigen wet- en regelgeving te vragen. Daar staan al strenge eisen voor representativiteit, schrijft Weerwind. Overigens hebben de Tweede Kamer en de senaat de Wamca „met unanieme steun” aangenomen, roept hij in herinnering.

Moeilijker toegang

Sindsdien ervaren belangenorganisaties „dat de toegang tot de rechter (…) moeilijker is geworden”. Niet alleen organisaties die om een collectieve schadevergoeding vragen, maar ook organisaties die uit „ideële” overwegingen naar de rechter stappen. Het meest bekende recente voorbeeld is Urgenda. Die heeft in 2015 die met een beroep op het desbetreffende artikel 3:305a BW bij de rechter afgedwongen dat de Nederlandse overheid zich moet houden aan de eigen doelstelling dat in 2020 25 procent minder broeikasgassen moet worden uitgestoten ten opzichte van 1990.

Anniek de Ruijter, directeur van Bureau Clara Wichmann, is niet verbaasd over de kabinetsreactie. Haar organisatie procedeert sinds de jaren 80 voor een betere rechtspositie van vrouwen. De Ruijter kwalificeert de motie als „stemmingmakerij” en stelt dat het voor belangenorganisaties „niet makkelijk” is om een rechtszaak te beginnen. „Zijn de partijen die voor de motie stemden vergeten dat ze voor de Wamca hebben gestemd?”, vraagt ze zich af. SGP-Kamerlid Chris Stoffer, indiener van de motie, was maandag niet bereikbaar voor commentaar.