Kabinet wil Duitse tak van Tennet verkopen, tegen wil van de netbeheerder in

Staatsdeelneming De staat onderhandelt over de verkoop van een deel van stroomnetbeheerder Tennet. Die deal kan vele miljarden opleveren, maar ligt politiek gevoelig. Volgens een vorig jaar verschenen rapport is „een geïntegreerd Tennet van groot strategisch belang” voor Nederland.



Foto Gregor Fischer/dpa

De Nederlandse staat wil de Duitse tak van stroomnetbeheerder Tennet, tegen de zin van de staatsonderneming, verkopen aan Duitsland. De waarde van deze activiteiten bedragen naar schatting 20 tot 25 miljard euro.

Dit voornemen blijkt uit een vertrouwelijk intern document van Tennet dat dateert van deze maand, en waarvan de inhoud wordt bevestigd door Haagse bronnen. De staat is op dit moment enig aandeelhouder van Tennet, dat een cruciale rol speelt als beheerder van het hoogspanningsnetwerk in Nederland en in een deel van Duitsland.

De komende verkoop is een gevolg van de energietransitie die in beide landen grote investeringen vraagt. Om de toenemende elektriciteitsvraag en het meer wisselvallige aanbod van stroom (als gevolg van extra wind- en zonneparken) aan te kunnen, moet het elektriciteitsnetwerk flink op de schop. De overheid wil niet langer jaarlijks miljarden besteden aan uitgaven hiervoor in Duitsland.

Zo’n 60 procent van de jaarlijkse benodigde investeringen kwam de afgelopen jaren ten goede aan het Duitse netwerk. Dit jaar gaat het om zo’n 5 miljard euro (voor zowel het Duitse als het Nederlandse net). Tennet keert zich tegen de verkoop omdat de aanwezigheid in Nederland én Duitsland volgens de netbeheerder grote voordelen voor beide landen oplevert.

Twee scenario’s

Nederland en Duitsland zijn nog in onderhandeling, maar uit het document blijkt dat er nog twee verkoopscenario’s over zijn: een volledige overname door de Duitse staat, of een meerderheidsbelang dat Duitsland meteen (of na enige tijd) verkrijgt. In beide gevallen raakt Tennet ongewenst de controle over het Duitse netwerk kwijt en moet het bedrijf zich, na dertien jaar, weer alleen op Nederland concentreren. Het bedrijf wordt dan geografisch opgesplitst en de Duitse staat krijgt de controle over de Duitse tak, aldus het document. Tennet heeft bijna 11.000 kilometer aan Duitse hoogspanningsleidingen in handen.

Het ministerie van Financiën, verantwoordelijk voor de verkoop, wil gezien het vertrouwelijke karakter van de gesprekken niet ingaan op „de huidige status en de opties die op tafel liggen”. Tennet wil ook geen commentaar geven.

Toen Tennet in 2010 de Duitse hoogspanningsleidingen voor 1,1 miljard euro overnam van energiebedrijf EON, beschikte het bedrijf over ruim 9.000 kilometer aan Nederlandse hoogspanningsnetwerken. Op dat moment waren de stroomprijzen in Nederland hoger dan in Duitsland, waardoor Nederlandse bedrijven een zwakkere concurrentiepositie hadden. Tennet zag naar eigen zeggen in een combinatie van de netwerken mogelijkheden om de kosten in Nederland te verlagen. Bij Tennet werken nu ruim 6.000 mensen.

Toenmalig financieel bestuurder Otto Jager van Tennet sprak in 2021 al de vrees uit dat de netbeheerder in de toekomst minder goed zou kunnen functioneren, wanneer de Duitse activiteiten (deels) een andere eigenaar krijgen. „Je krijgt dan discussies die je niet wilt, denk aan KLM en Air France. Je kunt het bedrijf niet meer als één geheel aansturen.” Ook de huidige omvang noemde Jager destijds als voordeel. „Wij zijn ervoor dat Tennet vanwege de schaalvoordelen als één bedrijf blijft bestaan en niet als twee […] netbeheerders.”

Eerder mikte de Nederlandse staat nog op een minderheidsbelang voor de Duitse overheid, maar de opties waarin Tennet één geheel zou kunnen blijven zijn door toedoen van de Duitse regering van tafel. De bedoeling is dat er in maart een politiek akkoord tussen beide landen wordt bereikt. Dan moet er op hoofdlijnen overeenkomst zijn over de verkoopprijs, de manier van opsplitsing en de termijn waarin dat gebeurt.


Lees ook: Knelpunten in stroomnet kosten Tennet 340 miljoen

Kamer kritisch

De verkoop ligt politiek gevoelig. Tijdens een debat eind vorig jaar over de gang van zaken bij staatsbedrijven toonden verschillende politici zich kritisch over een mogelijke splitsing van Tennet. Tweede Kamerlid Eelco Heinen van coalitiepartij VVD vroeg minister Sigrid Kaag (Financiën, D66) om de voor- en nadelen van zo’n stap uiteen te zetten, want er was „ook een wens om het bedrijf bij elkaar te houden”. Volgens Heinen moest Tennet „een grote speler blijven” die belangrijk is voor „de energietransitie in Nederland, en zelfs in Noordwest-Europa”. Tom van der Lee (GroenLinks) noemde het toen van „strategisch belang dat Tennet één bedrijf blijft”.

Een verkoop levert de staat naar verwachting vele miljarden op, die onder meer kunnen helpen bij het steunen van bedrijven en huishoudens bij de omschakeling naar een duurzamere energievoorziening. De verkoop van de Duitse tak van Tennet zou volgens het interne document „de grootste verkoop” van een staatsdeelneming „ooit” zijn.

Er zou meer geld mee opgehaald kunnen worden dan met de verkoop van ABN Amro. De tijdens de kredietcrisis genationaliseerde bank ging in 2015 terug naar de beurs. De staat heeft inmiddels ongeveer de helft van zijn aandelen verkocht, en dat heeft ruim 8 miljard euro opgebracht.

Er doen verschillende schattingen van de waarde van het Duitse deel van Tennet de ronde. Het bedrijfsonderdeel zou volgens één schatting 20 tot 25 miljard euro waard zijn. De waardevermeerdering is vooral het gevolg van de vele investeringen in de afgelopen jaren.

Internationaal opereren

De top van Tennet is op dit moment intensief bezig met voorbereidingen voor zowel het scenario van volledige overname als dat van een meerderheidsbelang voor de Duitse staat, blijkt uit het interne document. Het liefst wil de staatsonderneming echter één bedrijf blijven, gezien de grote meerwaarde die beide netwerken voor elkaar hebben. Zo kan Tennet windstroom uit de Noordzee probleemloos naar Duitse regio’s transporteren. Die internationale dimensie is ook voor Nederland van belang: de groei van duurzame stroom (zon, wind) maakt het lastiger om tijdelijke tekorten of overschotten op elektriciteitsnetten op te lossen. Juist de (internationale) omvang speelt dan een positieve rol.

Tennet schatte bij een eerdere gelegenheid dat zogeheten ‘synergievoordelen’ als gevolg van de activiteiten in Duitsland in totaal 2 tot 3 miljard euro bedragen. Als er nieuwe infrastructuur moet worden gebouwd, zoals hoogspanningskabels en zogeheten ‘stopcontacten op zee’ ten behoeve van windparken, kan Tennet extra korting bedingen omdat het grotere orders kan plaatsen. Die kortingen kunnen weer bijdragen aan lagere stroomtarieven voor klanten. Tennet kan in Duitsland als gevolg van verschillen in wetgeving bovendien wel winst maken, waar dat in Nederland onmogelijk is. De staat heeft de afgelopen jaren ongeveer 1 miljard aan dividend ontvangen van Tennet dankzij die winsten. Anders dan in Nederland zijn er in Duitsland vier bedrijven die in verschillende regio’s het hoogspanningsnet beheren.

Al in september 2019 maakte toenmalige minister van Financiën Wopke Hoekstra (CDA) bekend dat er met de Duitse overheid over een mogelijke verkoop werd gesproken. Den Haag vond de financiële risico’s, gezien de noodzakelijke investeringen in Duitsland, te groot worden. De onderhandelingen lagen lange tijd stil, maar de gesprekken zijn sinds oktober weer opgepakt, nadat de Duitse regering afgelopen voorjaar al informeel had laten weten opnieuw geïnteresseerd te zijn. Wanneer Duitsland precies heeft aangegeven dat het de Duitse tak wil overnemen, is niet duidelijk. Duitse media meldden eind december dat Berlijn hierop zinspeelde.

Duitsland lijkt sinds de Russische invasie in Oekraïne en de energiecrisis die daaruit volgde zijn zinnen te hebben gezet op het terug verkrijgen van de controle op strategische infrastructuur, zoals het stroomnetwerk. Duitsland is hard geraakt door de weggevallen Russische gasleveranties en energieveiligheid heeft nu hoge prioriteit. Haagse bronnen bevestigen dat een volledige verkoop van de Duitse tak niet op tafel was gekomen als Duitsland daar niet om had gevraagd. Het wordt gezien als een „begrijpelijk” verzoek.

Voorwaarden

Van Nederlandse kant, stelt een Haagse bron die anoniem wil blijven vanwege de gevoeligheid van de zaak, zal dan wel als voorwaarde bij een verkoop worden gesteld dat er goede afspraken met Duitsland komen over „intensieve samenwerking in brede zin”. Op die manier moet worden voorkomen dat de voordelen, in het bijzonder de inkoopvoordelen, verloren gaan die het gecombineerde bedrijf nu oplevert.

Consultancybureau Roland Berger stelt in een vertrouwelijk rapport van april vorig jaar dat „een geïntegreerd Tennet van groot strategisch belang is” voor Nederland. Dat komt met name door het schaalvoordeel van het huidige Nederlands-Duitse stroomnetwerk en ook vanwege de afzetmogelijkheden voor de stroom die windparken in de Noordzee hebben geproduceerd. Opmerkelijk is dat het onderzoek van Berger is verricht op verzoek van het ministerie van Financiën. Dat departement zou volgens sommige betrokkenen als eigenaar van Tennet meer oog hebben voor de financiële consequenties van de verkoop dan het eveneens betrokken ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Dat departement zou meer naar de gevolgen voor de energietransitie kijken.