
Toen ze van NRC een mail ontving voor een gesprek over misinformatie bij jongeren, had ontwikkelingspsycholoog Ili Ma (37) al een opiniestuk voor de krant klaarliggen. Haar onderzoek aan de Universiteit Leiden begint pas in maart, maar ze wil dat er zo snel mogelijk actie wordt ondernomen. „Momenteel wacht ik op de ethische toetsing van mijn onderzoek. Ethische toetsing is natuurlijk onmisbaar, maar intussen neemt een kleine groep mensen in big tech zonder ethisch toezicht beslissingen met grote gevolgen.”
Als voorbeelden noemt ze het recente besluit van Meta om voortaan geen onafhankelijke factcheckers meer te gebruiken op Facebook en Instagram, en ook Elon Musk, de eigenaar van X, die zich sinds kort expliciet met de Europese politiek is gaan bemoeien.
Ma ontving een beurs om te onderzoeken wat jongeren gevoelig maakt voor misinformatie en hoe ze weerbaarder kunnen worden. „We vragen jongeren tussen de 13 en 24 jaar om hun socialemediagegevens te doneren, bijvoorbeeld van hun Tiktok en YouTube-accounts. Daarmee brengen we in kaart hoe hun interesse in bijvoorbeeld politieke onderwerpen verandert met de leeftijd, en welke misinformatie ze tegenkomen.”
Misinformatie is een parapluterm voor onjuiste of misleidende berichten die zowel opzettelijk als onbewust verspreid kunnen worden. „Er is onderzoek naar misinformatie bij volwassenen, maar dit is niet direct te vertalen naar jongeren. Eigenlijk weten we nog niet wat ze allemaal te zien krijgen.”
Wel zijn er genoeg signalen dat jongeren misinformatie tegenkomen. Zo waarschuwde terrorismebestrijder NCTV afgelopen december dat jongeren met rechts-terroristische en jihadistische sympathieën steeds vaker online radicaliseren. Ook komen jongeren veel in aanraking met misinformatie over gezondheid, zoals reclames voor cosmetische ingrepen als botox en fillers, zegt Ma. „Het kan onduidelijk zijn dat het om reclame gaat, en ze geven niet altijd een goed beeld van de risico’s. Steeds meer jongeren staan op de wachtlijst bij klinieken om complicaties te verhelpen.”
Opgroeien als ‘digital native’ betekent niet dat ze goed zijn in het kritisch beoordelen van digitale informatie
Jongeren gebruiken Instagram, Tiktok en Snapchat steeds vaker als nieuwsbron, stelde het Commissariaat voor de Media afgelopen jaar in een onderzoeksrapport. Bijna 80 procent van de jongeren houdt zich op de hoogte van het nieuws via sociale media, waarop betrouwbare nieuwsmedia hen moeilijker bereiken. „Onderzoeken laten zien dat jongeren zo’n 3 tot 9 uur per dag op sociale media zitten. Ze zijn technisch erg vaardig, maar opgroeien als ‘digital native’ betekent niet dat ze goed zijn in het kritisch beoordelen van digitale informatie. Ze zijn juist kwetsbaarder dan volwassenen.”
Vanwaar de kwetsbaarheid?
„Jongeren hebben veel behoefte aan connecties met leeftijdsgenoten en sociale media bieden die. Ze zitten in een ontwikkelingsfase waarin ze hun identiteit vormen, overtuigingen ontdekken en veel meer waarde hechten aan de meningen van hun leeftijdsgenoten en rolmodellen dan volwassenen. Sommige rolmodellen exploiteren dat. Denk bijvoorbeeld aan influencers die een haatcultuur tegen vrouwen promoten, met name onder tienerjongens.
„Hiervoor deed ik onderzoek naar hoe de onzekerheid van kennis bij jongeren invloed heeft op hoe ze informatie verzamelen. Een mooie vondst was dat jongeren in hun zoektocht naar nieuwe informatie relatief openstaan voor nieuwe perspectieven en opvattingen. Maar daardoor worden ze ook sneller beïnvloed bij onderwerpen waar ze nog weinig van weten.”
Ik heb er op zijn minst vertrouwen in dat we een veel betere informatieomgeving kunnen creëren voor jongeren
Zoals politieke en gezondheidsonderwerpen?
„Ja, bijvoorbeeld. Veel jongeren gaan online op zoek naar informatie over hun mentale gezondheid, waarschijnlijk omdat dat laagdrempeliger is dan de websites van medische instanties of het benaderen van medische professionals. Maar vaak klopt deze informatie niet. Zo blijkt uit een Amerikaans onderzoek dat de helft van de online content over ADHD onjuist of misleidend is. Dit zie je terug in de klinische praktijk, waar steeds meer jongeren zich melden met een zelfdiagnose. Voor psychologen kan het moeilijk zijn ze ervan te overtuigen dat ze eigenlijk met iets anders te maken hebben en een andere behandeling nodig hebben dan wat ze online hebben gevonden. Gelukkig zijn er ook steeds meer artsen en andere zorgverleners met socialemedia-accounts die op een laagdrempelige manier betrouwbare informatie aanbieden.”
De Europese Commissie onderzoekt of Meta en X genoeg doen om desinformatie tegen te gaan. Heb je hier vertrouwen in?
„Ik heb er op zijn minst vertrouwen in dat we een veel betere informatieomgeving kunnen creëren voor jongeren dan wat ze nu hebben. Beter in de zin van dat ze correcte informatie krijgen, en informatie krijgen waar ze gelukkiger van worden omdat het bijvoorbeeld niet hun zelfbeeld aantast. Wetten zoals de Digital Services Act [de Europese Verordening digitale diensten] kunnen daar iets aan doen, bijvoorbeeld door verslavende algoritmen aan te pakken.
„Ook zou het gericht adverteren op jongeren aangepakt mogen worden. Iemand die veel problemen met zijn of haar zelfbeeld heeft, wordt immers niet geholpen wanneer er allemaal cosmeticaproducten in diens feed gepusht worden. Daarnaast lijkt het mij ook nuttig om te kijken naar het bouwen van een Europees platform, zodat we niet zo afhankelijk zijn van hoe de wind waait in Amerika.”
Het is niet alsof ze na een bepaald levensjaar ineens wel opgewassen zijn tegen misinformatie
In Australië komt een wet die sociale media verbiedt voor kinderen tot zestien jaar. Nederlandse Kamerleden pleitten in december voor een vergelijkbaar verbod. Kan dit helpen tegen misinformatie?
„Nee, jongeren vinden toch wel manieren om erop te raken. Het wordt dan nog veel lastiger om platforms te reguleren, en moeilijker voor wetenschappers als ik om hun gedrag en misinformatie te onderzoeken. Daarnaast gaat het eraan voorbij dat het jongeren ook heel veel moois kan brengen. Zo zijn er op TikTok bijvoorbeeld ontzettend veel kanalen met boekentips die jongeren aan het lezen zetten. Sociale media zijn creatieve outlets die jongeren verbinden. Ze delen dagelijkse ervaringen, wisselen hobby’s uit of starten als beginnende entrepreneurs een eigen bedrijfje.
„Maar het allerbelangrijkste is dat een verbod ze juist kwetsbaar maakt. Het is niet alsof ze na een bepaald levensjaar ineens wel opgewassen zijn tegen misinformatie. We moeten het juist zien als een onderdeel van het opgroeien en de opvoeding, en ze de handvatten geven om goed met sociale media en misinformatie om te gaan.”
Hoe zou dat eruit moeten zien?
„Eigenlijk moeten scholen digitale geletterdheid en kritisch denken standaard in hun curriculum opnemen, waarbij we jongeren leren hoe ze feiten kunnen controleren en onbetrouwbare bronnen kunnen herkennen. Je moet ze de middelen geven om zelf online informatie te beoordelen, anders blijf je achter de feiten aanlopen. Dus welke processen zorgen ervoor dat we bijvoorbeeld kwaliteitskranten wél betrouwbaar vinden? In mijn onderzoek geven jongeren trouwens ook zelf aan dat dit soort onderwijs er moet komen. Het is bovendien belangrijk om ze een stem te geven in dit onderwijs, zodat het aansluit bij hun online ervaringen en interesses.
Bestaan dit soort lesprogramma’s niet al?
„Ja, maar die zijn nog niet gebaseerd op wetenschappelijke inzichten. Daarom wil ik met mijn onderzoek beter in beeld brengen waar jongeren naar kijken en wat hun specifieke kwetsbaarheden zijn. Zo wil ik bijvoorbeeld testen in hoeverre een bericht geloofwaardig overkomt als er een beroep op emoties wordt gedaan, zoals angst of juist humor. Ook onderzoeken we de effectiviteit van verschillende retorische technieken. Hiermee willen we zicht krijgen op de unieke psychologische en sociale eigenschappen van jongeren die hen vatbaar maken voor misinformatie, en kunnen we vervolgens het onderwijs hierop afstellen.”
