N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Scheikundige John B. Goodenough, een van de belangrijkste wetenschappers in de ontwikkeling van de lithium-ionbatterij, is zondag op honderdjarige leeftijd overleden. Dat werd bekendgemaakt door de Universiteit van Texas, waar hij sinds de jaren tachtig werkzaam was. De universiteit rouwt om het heengaan van „een briljante, maar bescheiden uitvinder”. De lithium-ionbatterij wordt tegenwoordig gebruikt in onder meer mobiele telefoons, elektrische auto’s, laptops, tablets en defibrillators.
Goodenough kreeg in 2019 als 97-jarige de Nobelprijs voor Scheikunde. Hij werd onderscheiden samen met collega-chemici M. Stanley Whittingham en Akira Yoshino. De drie wetenschappers bouwden bij de ontwikkeling van de lithium-ionbatterij voort op elkaars werk. Goodenough wist met name het vermogen van de accu te verbeteren, waardoor de lithium-ionbatterij uiteindelijk een massaproduct werd en bruikbaar voor verschillende apparaten.
Studiebeurs voor veteranen
John B. Goodenough werd in 1922 in het Duitse Jena geboren, maar verhuisde al op jonge leeftijd naar de Verenigde Staten, waar zijn vader, die theoloog was, een leerstoel kreeg aangeboden. Tijdens de Tweede Wereldoorlog diende Goodenough in het Amerikaanse leger als weerkundige, waarna hij dankzij een veteranenbeurs kon afstuderen als natuurkundige.
Hij begon zijn wetenschappelijke carrière in het Lincoln Laboratory van het Massachusetts Institute of Technology (MIT). Eind jaren zeventig trok hij naar de Universiteit van Oxford, in het Verenigd Koninkrijk, waar hij een laboratorium beheerde, les gaf en zijn onderzoek naar batterijen begon. Aan de muur van zijn lab in Austin, Texas, had hij een wandtapijt hangen met daarop afgebeeld de bijbelse scène van het laatste avondmaal. De apostelen in gesprek herinnerden hem aan wetenschappers die een theorie betwisten, zo zei hij volgens The New York Times.
Lees ook dit stuk n.a.v. de Nobelprijs in 2019: Zonder deze batterij geen mobiele telefoons