Je moet geen slaaf zijn van je eigen geschiedenis

Postkaart van Kórsou Voor toeristen is het een zwemparadijs. Op bezoek bij haar oma ziet Curaçao door de ogen van de bewoners. Deze keer: de wildernis. (Slot)


Illustratie Rik van Schagen

Gebukt onder de opkomende zon, passeer ik onderweg naar Kokomo een meer besprenkeld met hier en daar wat groepjes knalroze – en pasgeboren, grijze flamingo’s. Op de parkeerplaats staat Carel de Haseth, de vader van Danny, met wie ik tijdens mijn studententijd in een café werkte. Naast de vader van Danny was Carel in de jaren negentig en begin jaren nul Gevolmachtigd minister van de Nederlandse Antillen, vanaf 2006 was hij Raadsadviseur. Toen dat land op 10-10-10 ophield te bestaan en Curaçao autonoom land werd binnen het koninkrijk, hield dat werk op. Dat wil niet zeggen dat hij niets meer te doen heeft.

Camouflage-outfit

Carel is een echte Curaçaoënaar, sinds ongeveer 1750 is zijn familie op het eiland. Hij is van oorsprong apotheker, maar ook politicus, schrijver, dichter en: natuurvorser. En daarom heb ik hier met hem afgesproken, om met hem te wandelen.

Hij blijkt gehuld in een complete camouflage-outfit. Aan alles is gedacht, inclusief zijn spiegelreflexcamera en kleine glazen potjes, voor de insecten die we onderweg tegenkomen. „Die neem ik mee voor onderzoekers”, zegt hij.

Hij weet ontzettend veel over de wonderschone natuur van Curaçao. Terwijl we naar het Lago disparsé en de grote dam bij Malpais lopen, vertelt hij over zijn onderzoek naar libellen. Hij vond op het eiland wel 22 verschillende soorten. „En weet je hoe sommigen van deze libellen paren? Soms vormen ze met zijn tweeën een hart.”

Carel vond de speech van Rutte ‘fenomenaal’

De mondi oftewel het struikgewas wordt steeds dichter. Als we aankomen bij Hòfi Malpais zit ik onder de muggenbulten. Terwijl we aan een grote picknicktafel even rust nemen praten we over de spijtbetuiging van premier Rutte voor de slavernij. Carel vond de speech ‘fenomenaal’.

Hij is gevraagd voor een commissie om na te denken over hoe nu verder.

Zelf verantwoordelijk

Hij is het oneens met mensen die zeggen dat Curaçao zijn toekomst door de ogen van de nationale held, Tula moet bekijken. En dat de moeder van Tula, Esperanza, rolmodel moet zijn voor vrouwen. „We weten niets over hoe Tula de toekomst zag.” Carel bedoelt dat mensen concreet moeten zijn en rationeel. Dat ontbreekt volgens hem. „Er is veel frustratie, haat en onwetendheid. Je kunt ook samenwerken. Wat is daar op tegen als je dezelfde doelen nastreeft.”

Carel stelt dat men zelf verantwoordelijkheid zou moeten dragen en bouwen aan een eigen toekomst. „Je kunt blijven zeggen: jullie hebben ons onderdrukt, jullie hebben ons vermoord, maar wat koop je daarvoor? Erken het slavernijverleden, maar laat het achter je en bouw je eigen wereld.” Hij verwijst naar een gedicht dat hij ooit schreef – Mi no ke ta katibu di historia, ik wil geen slaaf zijn van de geschiedenis. „Dat zijn heel veel mensen hier.”

Als we teruglopen, kraakt de grond onder onze voeten. „Curaçao is een moeras”, zegt Carel, „maar als je hier hebt leren overleven, kun je de rest van de wereld makkelijk aan.”