Is er een rode lijn voor Israël in Rafah? Beeld van onthoofd kind gaat velen te ver

Te midden van brandende tenten en verkoolde lijken, het geluid van een autoalarm en schreeuwende mensen kijkt een man verwilderd om zich heen. In zijn handen het lichaam van wat lijkt op een peuter, de ledematen hangen er slap naast, het heeft geen hoofd. Hij tilt het lichaam in de lucht, draait om zich heen, schreeuwt.

Deze zestien seconden durende video ging direct viraal nadat Israël in de nacht van zondag op maandag het vluchtelingenkamp Tel al-Sultan, even ten noorden van de stad Rafah, had gebombardeerd. Minstens 45 mensen zijn hierbij gedood. Al snel volgden nog tientallen video’s die de gevolgen van het bombardement in alle hevigheid lieten zien.

NRC heeft geverifieerd dat de videobeelden daadwerkelijk uit het kamp komen door ze te vergelijken met eerdere beelden van persfotografen of hulporganisaties die van dezelfde plek afkomstig zijn.

Het Israëlische bombardement op het kamp was niet de dodelijkste gebeurtenis van de Gaza-oorlog. Toch leidde het tot wereldwijde verontwaardiging; ook felle aanhangers van het Israëlische recht op zelfverdediging na de terreuraanval van Hamas, op 7 oktober vorig jaar, vonden dít bombardement te ver gaan.

Schrijnend beeld

Vaak wordt de ontzetting over een gebeurtenis mede bepaald door heftige beelden die er al dan niet van beschikbaar zijn. Denk aan het beeld van het tweejarige Syrische jongetje Alan Kurdi, dat in 2015 levenloos op een Turks strand lag: er overleden wel meer kinderen op hun tocht naar Europa, maar dat ene schrijnende beeld maakte van Alan het symbool van de vluchtelingencrisis. Van dode kinderen is het moeilijk wegkijken – zo ook nu.

Wat ook meespeelde in de verontwaardiging, is dat de dodelijke luchtaanval twee dagen volgde nadat het Internationaal Gerechtshof, in Den Haag, Israël bindend had opgedragen om het offensief in Rafah „onmiddellijk” te stoppen. Verschillende landen, zoals de Verenigde Staten en ook Nederland, hadden eerder al gesuggereerd dat een offensief bij Rafah voor hen een rode lijn is – al helemaal als er veel burgerdoden bij zouden vallen. Het bombardement maakte bij uitstek duidelijk dat Israël zich er niks van aantrekt.

Ontheemde Palestijnen nemen dinsdag ten westen van Rafah de schade op aan hun tenten, die zijn verwoest bij een Israëlisch bombardement.
Foto Jehad Alshrafi/AP

Humanitair gebied

Sinds het begin van de oorlog zochten ruim een miljoen mensen hun toevlucht in Rafah. Dit gebeurde op dringend advies van Israël, dat van noord naar zuid de controle over de Gazastrook overnam met invasies en bombardementen. Velen trokken na de Israëlische grondinvasie, die deze maand begon, weer weg.

De overgebleven ontheemden schuilen er in tenten. Er is een groot gebrek aan water, voedsel en medicijnen. Volgens de Palestijnse Rode Halve Maan was het kamp dat Israël bombardeerde aangewezen als ‘humanitair gebied’ en hadden de ontheemden in dit specifieke gebied geen evacuatiebevel gekregen.

Veel mensen overleden doordat de tenten waar ze in sliepen in rap tempo in brand vlogen. In een video is te zien hoe een verkoold, smeulend lichaam uit een brand wordt getrokken. Drie mannen pakken het lichaam met handdoeken vast en tillen het op een zeil, om het vervolgens weg te slepen.

Wereldwijd wordt woedend gereageerd op de beelden. In Israël trok de aanval meer aandacht dan gebruikelijk in de Hebreeuwstalige media, die niet elk bombardement uitgebreid verslaan. De hoogste militaire aanklager Yifat Tomer-Yerushalmi noemde het incident „zeer ernstig”.


Lees ook
Hoe Israëlische soldaten met hun selfies de tegenstander niet meer als mens zien

Hoe Israëlische soldaten met hun selfies de tegenstander niet meer als mens zien

Maar sommige Israëlische rechtse journalisten en rapper Yoav Eliasi prezen de aanval. En in enkele pro-Israëlische Telegramkanalen wordt het leed juist gevierd. In het kanaal genaamd ‘terroristen vanuit een andere hoek’ wordt een screenshot gedeeld van de man die zijn onthoofde kind vasthoudt. In een reclame-achtige opmaak staat daarboven de tekst: „verse kip, één sjekel per kilo”. In een ander kanaal, ‘The Big Bad Shadow’, worden de verbrande lichamen vergeleken met kebab.

Tekort aan brandstof

Palestijnen die bij het bombardement gewond raakten hadden weinig plekken om naartoe te gaan. De twee belangrijkste ziekenhuizen in Rafah zijn geëvacueerd. Een van de weinige opties voor slachtoffers was het Al-Aqsa-ziekenhuis, in Midden-Gaza. Maar dat ziekenhuis kampt met een flink tekort aan brandstof, waardoor artsen nauwelijks hun werk kunnen doen.

Palestijnen bekijken maandag de verwoesting na een Israëlische luchtaanval op een lokatie waar ontheemden verblijven in Rafah.
Foto Jehad Alshrafi/AP

Volgens het Israëlische leger was de luchtaanval op het kamp noodzakelijk, omdat daar twee hoge Hamas-commandanten zouden schuilen. Israël zei maandag dat de aanval „in overeenstemming met het internationaal recht” was, maar niet veel later noemde premier Benjamin Netanyahu het hoge aantal burgerdoden een „tragische fout”.

Dinsdagmiddag verklaarde het Israëlische leger dat uit een eerste onderzoek naar de aanval is gebleken dat de brand werd veroorzaakt door een secundaire explosie. Het leger zou twee bommen van zeventien kilo hebben afgevuurd, die gericht waren op twee hooggeplaatste Hamas-militanten. Dit was volgens Israël niet voldoende om op eigen kracht een brand te ontsteken.

Het Israëlische leger onderzoekt de mogelijkheid dat er wapens in het gebied waren opgeslagen. De brand zou ook brandstof, kookgasflessen of andere materialen kunnen hebben aangestoken in het dichtbevolkte kamp.

Centraal knooppunt

Intussen is het Israëlische leger verder gegaan met de inname van Rafah. Dinsdag meldden ooggetuigen en lokale journalisten dat op afstand bestuurde en onbemande Israëlische tanks onder begeleiding van hevig artillerievuur de controle hebben overgenomen over het centrale Al-Awda-verkeersknooppunt, waar banken, bedrijven en winkels gevestigd zijn. Het knooppunt ligt op een halve kilometer van de grens met Egypte. Een ooggetuige zegt tegen de BBC dat Israëlische soldaten zichzelf boven op een gebouw met uitzicht op het plein positioneerden en schoten op alles wat bewoog.

Bij nieuwe aanvallen op het vluchtelingenkamp Tel al-Sultan heeft Israël in de nacht van maandag op dinsdag zestien Palestijnen gedood. „Het was een nacht vol horror”, zegt Abdel-Rahman Abu Ismail, een Palestijn uit Gaza-Stad die sinds december onderdak heeft gevonden in Tel al-Sultan, tegen persbureau AP. Hij zegt dat hij „constante geluiden” hoorde van explosies, waarbij straaljagers en drones over het gebied vlogen. Dit deed hem denken aan de Israëlische invasie van zijn wijk Shijaiyah in Gaza-Stad, die Israël hevig bombardeerde voordat het eind 2023 grondtroepen stuurde.


Lees ook
Na het bombardement op Rafah is ook voor vrienden van Israël de maat vol: ‘Zo kan het niet blijven doorgaan’

In een mortuarium in Rafah rouwen Palestijnen om de slachtoffers van een Israëlische luchtaanval.

Veel gezinnen zijn gedwongen om hun huizen en schuilplaatsen te ontvluchten. De meesten van hen zijn op weg naar het drukke Al-Mawasi-gebied, waar gigantische tentenkampen zijn opgezet langs de kust, of naar Khan Younis, een zuidelijke stad die tijdens maandenlange gevechten zware schade opliep. Maar ook Al-Mawasi wordt gebombardeerd: dinsdag doodde Israël daar met een luchtaanval 21 Palestijnen.

Noodhulpcoördinator Martin Griffiths van de Verenigde Naties zei dinsdag opnieuw dat geen enkele plaats veilig is in Gaza. „Geen schuilplaatsen. Geen ziekenhuizen. Niet de zogenaamde humanitaire zones. De aanval ‘een vergissing’ noemen is een boodschap die niets betekent voor de doden, de rouwenden en degenen die levens proberen te redden.”