Is de consument in Nederland slachtoffer van graaiflatie?

Bedrijfswinsten Nu de prijzen toch al hoog zijn, kunnen bedrijven gemakkelijk wat extra winst maken – zeker als de vraag van consumenten hoog is. ‘Graaiflatie’ bestaat.

Een bezoeker van een Britse supermarkt. In het Verenigd Koninkrijk bestonden dit jaar tekorten aan verschillende fruit- en groentesoorten.
Een bezoeker van een Britse supermarkt. In het Verenigd Koninkrijk bestonden dit jaar tekorten aan verschillende fruit- en groentesoorten.

Foto Toby Melville/Reuters

Wie zijn de winnaars en wie zijn de verliezers van de hoge inflatie die nu al langer dan een jaar duurt? De verliezers zijn al langer duidelijk: consumenten die in de supermarkt en door hun energieleverancier op kosten worden gejaagd. Hun lonen stijgen onvoldoende mee, en met vertraging.

Winnaars zijn er ook. En die zitten, zo wordt steeds duidelijker, in het bedrijfsleven. Weliswaar voelt iederéén in de economie de prijsstijgingen – ook de ondernemer met een torenhoge energierekening, die kampt met hoge inkoopprijzen. Maar er zijn ook bedrijven die hun prijzen meer verhogen dan noodzakelijk is vanwege de hogere kosten. Dat betekent: hogere winsten voor het bedrijf en extra inflatie voor de consument.

Internationaal is de term greedflation opgedoken, inmiddels vertaald als ‘graaiflatie’. De Rabobank keek wat dit fenomeen voor de Nederlandse consument betekent.

1 Waar komt die graaiflatie plotseling vandaan?

Bedrijven kunnen hun prijzen gemakkelijker verhogen als de inflatie toch al hoog is. Prijzen stijgen al door duurder personeel en hogere energiekosten en dan merkt de klant het niet zo snel als de winstmarge extra stijgt. In de lange periode dat Nederland een inflatie van 1 tot 2 procent kende, was dat anders. In die situatie leidde een prijsverhoging er zomaar toe dat klanten massaal voor andere, goedkopere chocopasta of wasmiddel kozen.

De term graaiflatie is nieuw, maar het fenomeen om van crisistijd te profiteren is allerminst van deze tijd. Al in de Eerste Wereldoorlog werden kolenhandelaren betrapt op het opjagen van de prijzen, hetgeen toen de term price gouging – prijsopdrijving – meekreeg. In het Rabo-rapport worden ook mondkapjes en handgel genoemd, die tijdens corona een prijsexplosie doormaakten.

Toch is er een verschil met de tijd van nu. Bij de prijsopdrijving in oorlogstijd en tijdens pandemieën is het misbruik veel duidelijker dan in de huidige inflatieperiode. Nu zijn prijsstijgingen logischer en misbruik is moeilijker te ontdekken.

2 Heeft Rabobank veel misbruik ontdekt?

De bankeconomen moesten diep in de cijfers duiken om de graaiflatie te ontdekken. Met resultaat. Zij concluderen dat de extra prijsstijging – die dus niet het gevolg is van duurder aardgas of personeel – een serieuze omvang kent. Vorig jaar bedroeg de inflatie 11,8 procent en maar liefst een vijfde daarvan – 2,2 procentpunt – betreft de extra winstmarge.

Zeker niet verwaarloosbaar, concludeert de Rabobank. Maar denk niet dat de prijzen 2,2 procent lager zouden liggen als bedrijven niet wat extra slagroom op hun taart hadden gedaan. Bij lagere prijzen was de vraag nog hoger geweest en die hogere vraag zou vanzelf weer tot hogere prijzen hebben geleid. Vooral ook omdat de economie in 2022 toch al oververhit was.

De vraag in welke sectoren graaiflatie het meest voorkomt, kunnen de Rabo-economen door gebrek aan gegevens niet beantwoorden. De meeste Nederlanders zullen op de kassabon van de supermarkt wijzen, maar dat ligt door de grote concurrentie in die branche niet voor de hand. Prijsonderhandelingen tussen leveranciers en supermarkten zijn scherp en veel voedingsproducenten – vooral de bedrijven die huismerken produceren – voelden volgens de Rabobank juist een hogere druk op hun marges.

3 Hoe past dit in het internationale beeld?

De Europese Centrale Bank kent de vermeerdering van winsten inmiddels een belangrijke rol toe in de inflatie. Uit onderzoek van ECB-economen blijkt dat de winsten in de eurozone sinds begin 2022 sneller groeiden dan de loonkosten. In het vierde kwartaal van 2022 lag per „eenheid product” (een maatstaf van de productie) het aandeel van de bedrijfswinst 9,4 procent hoger dan een jaar eerder, de loonkosten slechts 4,7 procent hoger.

De stijging van de winst was daarmee goed voor de helft van de inflatie die binnen de eurozone zelf werd gegenereerd. De rest van de inflatie kwam vanuit het buitenland, met name via geïmporteerde energie. Blijkbaar, schrijven de onderzoekers, konden bedrijven hun prijzen verhogen „zonder een flink verlies van marktaandeel”.

De ECB-economen wijten dit deels aan de hoge inhaalvraag van de consument na de pandemie, die het aanbod overtrof. En ook, schrijven ze, maakt een „omgeving van hoge inflatie” (vooral van grondstoffen) het voor bedrijven „makkelijker” om winsten te verhogen. Dan is onduidelijk waardoor de consument precies meer moet betalen. ECB-bestuurslid Fabio Panetta sprak in een speech in Frankfurt van „opportunistisch gedrag van bedrijven”.


Lees ook: Is er sprake van ‘graaiflatie’ bij beursgenoteerde bedrijven? Dat lijkt mee te vallen

In Amerikaans onderzoek ligt de nadruk op de marktmacht van bedrijven. De inflatie in de VS na de pandemie, zeggen economen van de universiteit van Massachusetts Amherst, is „vooral verkopersinflatie” – inflatie veroorzaakt door bedrijven die hun producten aan de man brengen. Toen de inflatie in de VS in 2021 begon op te veren, haalden bedrijven de hoogste winstmarges sinds 1947, staat in de studie. „Bedrijven gaan alleen de prijzen verhogen als ze verwachten dat hun concurrenten dat ook doen”, staat in de studie, wat suggereert dat concurrentie in veel gevallen te wensen overlaat.

4 Welke problemen levert graaiflatie op?

Het fenomeen rakelt de discussie op over groeiende ongelijkheid. Die was al gaande voor de pandemie, in Nederland en elders in de westerse wereld. In het inflatietijdperk van na de pandemie wordt ze nog eens op scherp gezet. Het Centraal Planbureau stelde vorig jaar juli dat Nederland in 2021 „collectief armer” was geworden, vooral doordat geïmporteerde producten extra duur waren geworden. Alleen: het bedrijfsleven had hier weinig last van. Het CPB zag „toenemende winsten”; de pijn kwam vooral bij huishoudens terecht.

Royale winsten komen niet zelden terecht bij aandeelhouders, via dividend of via terugkoop van eigen aandelen door grote bedrijven, een methode om de aandelenkoers op te stuwen. Recent gebeurde dit bij onder meer Shell en Ahold Delhaize.

Voor centrale banken is de door bedrijfswinsten gevoede inflatie extra lastig, vooral omdat daar hogere looneisen uit kunnen ontstaan. Hogere lonen leiden vervolgens weer tot hogere prijzen. President Christine Lagarde van de ECB waarschuwde donderdag in haar persconferentie voor „vergeldingsinflatie”, waarbij zowel werkgevers als werknemers telkens hogere inkomsten najagen, en zo de inflatie verder voeden. Het frustreert de taak voor de ECB om de inflatie de kop in te drukken. Pas als consumenten weigeren de hogere prijzen te betalen, of deze niet meer kunnen betalen, wordt de spiraal doorbroken.

5 En hoe zit het met de ‘eiflatie’?

Wie aan extreme prijsstijgingen denkt, ziet een doosje eieren voor zich. In vergelijking met een jaar geleden zijn eieren bijna twee derde duurder geworden. Voor die ‘eiflatie’ zijn genoeg oorzaken te vinden. Kippenvoer is flink duurder geworden en zorgt bij kippenboeren voor meer dan de helft van de kosten. Ook hebben zij flink moeten investeren om het welzijn van de dieren wat te verbeteren. Daarnaast moet de consument ook naar zichzelf kijken: door de hogere prijzen zijn veel mensen minder vlees gaan eten en juist meer eieren, om toch hun dierlijke eiwitten en vitamines binnen te krijgen. En die hogere vraag leidt weer tot hogere prijzen.

Is er bij eieren dan helemaal geen sprake van extra marge? Toch wel, denkt de Rabobank. Door de toegenomen schaarste, waarin ook uitbraken van vogelgriep een rol spelen, is de winstmarge wel degelijk gestegen. Maar dat is tijdelijk. Traditie in de eierbranche is dat bij hogere prijzen het aantal leghennen stijgt. Daardoor gaat de prijs na één of twee jaar weer dalen.