Inspecties na dodelijke incidenten: ‘Jeugdinrichting Den Hey-Acker was onvoldoende alert op veiligheidsrisico’s’

Jeugddetentie Hoge werkdruk, onervaren medewerkers en een ‘gebrek aan penitentiaire scherpte’ lagen volgens onderzoek ten grondslag aan twee dodelijke incidenten met jonge gedetineerden in de jeugdinrchting Den Hey-Acker.

Justitiële jeugdinrichting Den Hey-Acker in Breda.
Justitiële jeugdinrichting Den Hey-Acker in Breda. Foto Erald van der Aa/ANP

Bij twee incidenten met dodelijke afloop is de justitiële jeugdinrichting Den Hey-Acker in Breda tekort geschoten. De instelling was „onvoldoende alert” op veiligheidsrisico’s bij de betrokken jongeren. Een deel van het personeel was „onvoldoende ervaren” en bovendien droeg „een hoge werkdruk door personeelstekort” aan dat gebrek aan alertheid bij.

Dat concluderen de Inspectie Justitie en Veiligheid, de Inspectie Gezondheidzorg en Jeugd, de Nederlandse Arbeidsinspectie en de Inspectie van het Onderwijs in onderzoeken die zij hebben verricht naar de calamiteiten die vorig jaar plaatsvonden. Er is in beide gevallen sprake geweest van „een tekort aan penitentiaire en forensische scherpte”.

De eerste calamiteit betrof de gijzeling van twee medewerkers door een jongere en diens daaropvolgende dood in januari vorig jaar. De jongere verbleef al enkele jaren, sinds 2017, in de inrichting. De 21-jarige mocht gedurende het half jaar voor het incident onbegeleid op verlof en werkte vier dagen per week buiten Den Hey-Acker. Toen de jongere op 12 januari 2022 drie uur lang niet op het werk was verschenen, haalden twee medewerkers van Den Hey-Acker hem op. In de auto trok de jongere een vuurwapen en dwong hen naar België te rijden. Daar liet hij hen vrij. De gealarmeerde Belgische politie schoot de jongen vervolgens tijdens de aanhouding dood.

Lees ook: Vijf kleine jeugdgevangenissen zijn begonnen als experiment en staan nu nagenoeg leeg

Niet gefouilleerd

De inrichting had in de aanloop naar en tijdens de gijzeling „te weinig zicht op de jongere om zijn veiligheid, de veiligheid van de medewerkers die hem ophaalden en de veiligheid van de maatschappij te kunnen waarborgen”, aldus de onderzoekers. Onvoldoende duidelijk was onder meer „hoe de jongere zich voelde en hoe hij zijn geld uitgaf”. Voordat de jongere de auto instapte waarin hij werd opgehaald, was hij niet gefouilleerd, constateren de onderzoekers.

De tweede calamiteit deed zich enkele maanden later voor, halverwege 2022, binnen de muren van de instelling. Een jongere die ruim een jaar in de inrichting verbleef, vroeg in de huiskamer van een ‘leefgroep’ een mes om te koken en stak vervolgens een groepsgenoot dood, verwondde een andere jongere en bedreigde er twee groepsleiders mee. Een van leiders praatte op de jongere in, waarna hij het mes liet vallen. De jongere werd onlangs veroordeeld tot acht jaar cel en TBS. „Deze jongere kon met enige regelmaat opeens zeer agressief worden”, stellen de onderzoekers. De inrichting was bezig de risico’s op agressie van de jongere beter in beeld te krijgen. „In de tussentijd woog ze echter onvoldoende af hoe ze met zijn plotselinge agressie om moest gaan.”

Twee jaar eerder, in 2020, kwam Den Hey-Acker ook al in het nieuws, toen personeel van de inrichting door enkele jongeren werd gegijzeld en mishandeld. De inspectie spreekt in het onderzoek overigens waardering uit voor de „tomeloze inzet, enorme betrokkenheid bij de doelgroep en een sterke behoefte om de kans dat zoiets nog een keer gebeurt te verkleinen”.

Populatie is veranderd

De inspecties hebben eerder, onder meer eind vorig jaar, gewezen op de veranderde populatie in de jeugdinrichtingen. De gedetineerden zijn gemiddeld genomen „zwaarder” en „ouder” geworden. Eind vorig jaar constateerden de inspecties dat de opdracht van de jeugdinrichtingen „onuitvoerbaar” is, door onder meer gebrek aan capaciteit en personeel.

Nederland heeft één Rijks Justitiële Jeugdinrichting die bestaat uit vier locaties, twee particuliere jeugdinrichtingen en vijf Kleinschalige Voorzieningen Justitiële Jeugd. Er verblijven samen dagelijks ongeveer 450 jeugdigen, aldus cijfers van de Dienst Justitiële Inrichtingen. De verblijfduur varieert van één dag tot circa 6 jaar, maar gemiddeld is die zo’n 92 dagen.

Dit bericht wordt nog aangevuld