Inspectie: Inez Weski werd onrechtmatig gedetineerd na haar arrestatie

Voormalig strafadvocaat Inez Weski is twee jaar geleden na haar arrestatie opgesloten op „een geheime locatie van de Dienst Justitiële Inrichtingen die niet in overeenstemming was met de wet”. Dit concludeert de Inspectie Justitie en Veiligheid na een eigen onderzoek naar de detentie van Weski.

Twee jaar geleden werd ze gearresteerd op verdenking van deelname aan een criminele organisatie die bezig is met internationale drugshandel en witwassen. De advocaat zou volgens het Openbaar Ministerie berichten hebben doorgespeeld van en naar haar cliënt Ridouan Taghi, die sinds zijn arrestatie in Dubai in 2019 vastzit in de Extra Beveiligde Inrichting in Vught.

Weski werd de eerste dagen van haar detentie ondergebracht in een atoombunker op luchtmachtbasis Soesterberg

De inspectie maakte maandag bekend dat Weski na haar arrestatie is afgevoerd naar een niet erkende en gecontroleerde plaats. „Haar verblijf daar was in strijd met de Penitentiaire beginselenwet en het Internationaal verdrag inzake bescherming van alle personen tegen gedwongen verdwijning (ICPPED)”, zo schrijft hoofdinspecteur Hans Faber aan de staatssecretaris van Justitie.

Tegenover NRC zegt Weski dat deze bevindingen mogelijk de niet-ontvankelijkheid van het OM in haar zaak tot gevolg hebben.

‘Hallucinant’

De Inspectie Justitie en Veiligheid besloot tot een onderzoek naar Weski’s detentie naar aanleiding van het boek dat ze vorig jaar over deze zaak publiceerde: Het geluid van de stilte. Zij beschrijft daarin dat ze van 24 april 2023 tot en met 2 mei 2023 vastzat op een geheime detentielocatie. Weski opent het boek met hoe ze „begraven wordt” in een gevangeniscel die in „een verbouwde bunker” is aangelegd. „Diep onder de grond. Het was hallucinant”.

Weski schrijft in haar boek te hebben gevreesd dat het OM haar om het leven wilde brengen. In een interview met NRC, in april vorig jaar, verklaarde Weski dat ze „met een enorme macht [werd] aangehouden en in een cel gestopt met deuren en ramen zo dik, dat er geen enkel geluid doordrong. Ik moest communiceren via een intercom die vaak niet werkte. Terwijl bekend was dat men een geval van nood zou kunnen meemaken waarin ik hulp nodig zou hebben. Dan speelt het wel door je hoofd; dat het voor justitie een aardige bijvangst zou zijn geweest als ik in de cel was overleden. Dan is er ook geen weerwoord meer van mij”.

De wellicht ijdele hoop is uiteraard dat het Openbaar Ministerie tot inkeer komt

Inez Weski
voormalig advocaat

Weski werd de eerste dagen van haar detentie ondergebracht in een atoombunker op luchtmachtbasis Soesterberg. Dat gebeurde volgens justitiële bronnen om haar juist goed te kunnen beschermen tegen mogelijke acties vanuit de onderwereld.

Op de locatie werd volgens de Inspectie geen toezicht gehouden. Dat is strijdig met de Penitentiaire beginselenwet en het ICPPED-verdrag. „Dit verdrag stelt dat niemand in geheime detentie mag worden gehouden en dat de Nederlandse staat dient te waarborgen dat eenieder wiens vrijheid is ontnomen uitsluitend op daartoe officieel erkende en gecontroleerde plaatsen mag worden gedetineerd.”

De Inspectie stelt ook dat er geen „transparantie” was over de gevangenschap van Weski. „Daarmee is zij […] deels buiten bescherming van de Penitentiaire beginselenwet geplaatst. Er was bijvoorbeeld geen Commissie van Toezicht ingesteld waarbij Weski terechtkon met klachten terwijl de wet dat wel voorschrijft. Haar is evenmin meegedeeld wie de verantwoordelijk directeur was van de locatie en bij wie ze dus een klacht over haar verblijf kon indienen.”


Lees ook

Een zeldzame blik in de spiegel van een zelfbewuste strafadvocaat

Advocaat Inez Weski op weg naar de zitting voor het Marengo-proces.

‘Quatsch’

Inez Weski is blij met het oordeel van de Inspectie. „Na twee jaar aan vruchteloze pogingen om onderzoek tot stand te brengen over die ondergrondse atoombunker waar ik levend werd begraven, is de komst van dit inspectierapport eindelijk een bevestiging van wat daar in strijd met de wet en internationale verdragen heeft plaatsgevonden.”

De baas van het Openbaar Ministerie Rinus Otte zei vorig jaar nog in het televisieprograma WNL op Zondag dat de beschuldigingen van Weski over haar onrechtmatige detentie „totale onzin” en „quatsch” waren. Tegenover NRC herhaalde Otte dit later. „Ik denk dat we een uitermate hoge kwaliteit in het detentiewezen kennen. De rechter toetst alles. Denkt u dat een rechter bij een voorgeleiding zo’n illegale, martelsituatie zou hebben gelegitimeerd? Dan zouden we wel een hele corrupte rechtsstaat zijn, denkt u niet?”

Otte was maandag niet bereikbaar voor commentaar.

Strafzaak

Weski prijst de inspectie voor „de moed om dit onderzoek uit te voeren. Helaas lijkt mijn proces zich te ontrafelen als een reeks van fundamentele schendingen. De wellicht in dat licht ijdele hoop is uiteraard, dat het Openbaar Ministerie nog tot inkeer komt. De rechtbank zou als laatste oordeel het Openbaar Ministerie nog hun recht tot vervolging kunnen ontnemen.” Een woordvoerder van het landelijk parket van het OM laat weten niet te willen reageren.

Donderdag dient de tweede openbare procesdag in de strafzaak tegen Weski. De rechtbank in Rotterdam bespreekt dan de nadere onderzoekswensen van de verdediging.


Lees ook

Het Openbaar Ministerie ziet volop bewijs tegen Inez Weski

De advocaten Geert-Jan en Carry Knoops op de voorgrond, in de rechtbank voor aanvang van de eerste openbare zitting in de zaak tegen hun cliënte Inez Weski.