De Amsterdamse Mikael (12 jaar) mag niet in Nederland blijven. Dat heeft de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) opnieuw deze week besloten, meldt Trouw donderdagochtend. De advocaat van Mikael was nog niet bereikbaar voor commentaar aan NRC.
De in Nederland geboren Mikael is nog nooit in Armenië geweest en gaat naar de middelbare school in Nederland, maar heeft geen verblijfsvergunning. Na jaren van lopende procedures en rechterlijke uitspraken besloot de Raad van State in juli dat Mikael en zijn moeder toch moeten worden uitgezet naar Armenië. De IND beschouwt Armenië niet als een onveilig land.
In augustus deed het gezin opnieuw een aanvraag bij de IND. Die aanvraag om in Nederland te mogen blijven werd ingediend op basis van de opvoedrelatie die Mikael heeft met zijn Armeense vader. Zijn vader heeft een gezin met een Nederlandse vrouw en heeft daardoor heeft recht op verblijf in Nederland. Trouw schrijft dat de IND de aanvraag afgewezen heeft omdat het zwaartepunt van de opvoeding bij Mikaels moeder zou liggen. De advocaten en familie beraden zich op eventuele vervolgstappen.
Geen uitzondering
Afgelopen jaren was er veel aandacht voor de situatie van de Mikael. Vorig jaar deed de Amsterdamse burgemeester Femke Halsema een oproep aan asielminister Marjolein Faber (PVV) om Mikael alsnog een verblijfsvergunning te geven. Minister Faber hield dat af en zei destijds geen uitzonderingen te willen maken.
In Amsterdam-Zuidoost hielden honderden buurtgenoten en klasgenoten in augustus een solidariteitsmars voor Mikael. Daar zei Mikael tegen stadszender At5: “De IND kan me net zo goed naar Ghana sturen, dat land ken ik even slecht.”
De dalende trend van het aantal Nederlanders dat zegt religieus te zijn stagneert. Sterker nog, het aantal Nederlanders dat in 2024 bij een kerkelijke stroming hoort is voor het eerst sinds 2013 licht gestegen ten opzichte van het voorgaande jaar. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) vrijdag. Waar in 2023 zo’n 42 procent van de Nederlanders zich tot een religieuze groep rekende, lag dit aantal in 2024 op 44 procent. In 2010 zei nog 55 procent van de Nederlanders religieus te zijn.
Het aantal Nederlanders dat zegt katholiek of moslim te zijn, is gelijk gebleven. De toename zit vooral in een kleine stijging van het aantal mensen dat zegt lid te zijn van de protestantse kerk of dat een andere religie aanhangt. Het CBS specifieert niet welke religies hieronder vallen.
Over het algemeen geldt: hoe ouder, hoe religieuzer. Zo zegt de meerderheid van de 65-plussers religieus te zijn. Wel opvallend: 15- tot 18-jarigen zijn een stuk religieuzer (41 procent) dan jongeren tussen 18 en 25 (32,4 procent).
Het aantal Nederlanders dat minimaal een keer per maand een religieuze dienst bezocht, is de afgelopen jaren stabiel gebleven, rond de 13 procent. Wel is er een flink verschil te zien tussen de religieuze groepen. Zo bezocht 12 procent van de katholieken in 2024 regelmatig de kerk terwijl bij protestanten iets meer dan de helft regelmatig op kerkbezoek ging. De helft van de moslims ging minimaal een keer per maand naar de moskee.
God in Nederland
De VU en Radboud Universiteit hebben onlangs vergelijkbaar onderzoek gedaan, genaamd ‘God in Nederland’. Uit dat onderzoek, waarvoor zo’n 2.000 Nederlanders zijn ondervraagd, bleek dat het aantal Nederlandse kerkleden de afgelopen tien jaar is gedaald. Ook lijkt generatie Z, geboren tussen 1997 en 2012, religieuzer dan oudere generaties. Zo beschouwde 27 procent van de ondervraagde gen Z’ers zich als religieus, tegenover 22 procent van de generatie daarvoor. Het onderzoek van 2024 is de zesde editie van ‘God in Nederland’, dat sinds 1966 meerdere keren is uitgevoerd. De volledige resultaten zullen 25 april worden gepubliceerd.
Lees ook
Kerken zien meer jongeren komen. ‘Wij denken dat de heilige geest aan het waaien is’
De rust leek even teruggekeerd nadat misstanden tijdens ontgroeningen hard waren aangepakt. Nu blijkt het wangedrag van de Utrechtse corpsleden te zijn verplaatst naar de studentenhuizen. Redacteur Merijn Rengers ontdekte wat voor tirannie er heerst achter de voordeur van die huizen en waarom daar nauwelijks iets tegen gedaan wordt.
Geschokt loopt buurtbewoner Marlon Gemerts donderdagmiddag langs de smeulende resten van vijf enorme panden die tot vandaag nog statig naast elkaar stonden. Hoestend vanwege de prikkelende rook die uren na de brand nog altijd in de lucht hangt, keert hij zich hoofdschuddend om. „Dit is de zoveelste brand. Vorig jaar was het raak aan bij Nassylaan. We hebben laatst ook aan de Heerenstraat een brand gehad. En steeds zijn het verlaten en lege panden hier in de oude binnenstad’’, zucht hij.
De schok in Paramaribo is groot. De brand die donderdagochtend om tien uur lokale tijd uitbrak, legde vijf panden in as in de historische binnenstad. Er vielen geen gewonden. Maar de schade is groot. Een gapend gat, midden in het centrum, toont na de enorme vuurzee, het trieste eindresultaat.
Een vrouw houdt een zakdoek voor haar mond en kijkt met grote ogen naar de enorme ravage. Een groepje brandweermannen zit uitgeput op de grond terwijl verderop een bulldozer met volle kracht de resten afbreekt van wat ooit het dak was van het ministerie van Sociale Zaken.
Kwetsbaar erfgoed
Het is niet de eerste keer is dat er brand in de binnenstad van de Surinaamse hoofdstad uitbreekt. De wit geschilderde achttiende-eeuwse panden uit de koloniale tijd zijn de trots van Paramaribo. Ze staan op de werelderfgoedlijst van Unesco, maar zijn kwetsbaar. En dit keer is de schade wel heel groot. Mede door een hevige wind, problemen die de uitgerukte brandweer ondervond zoals een kapotte dompelpomp en te weinig water en middelen kon de brand snel om zich heen slaan.
Hoewel brandweer commandant Mario Vismale niet vooruit wil lopen en het onderzoek wil afwachten, heeft hij wel sterke vermoedens in welke richting de oorzaak van de brand gezocht moet worden. „Veel panden zijn verlaten en trekken zwervers en drugsverslaafden aan, en dat brengt grote risico’s met zich mee. Brandgevaar ligt dan als snel op de loer’’, zegt hij. Tussen de rokende panden vat een deel van een ingestort pand in de middag opnieuw vlam. Vismale roept zijn mannen op om onmiddellijk de plek te besproeien. ,,We hebben met een verraderlijke rukwind te maken met veel kracht’’, zegt hij even later.
President Chan Santokhi bezocht na de brand samen met een aantal ministers de plek en sprak zijn steun en medeleven uit aan de winkeliers die hun panden zijn kwijtgeraakt. Ook beloofde hij een grondig onderzoek naar de brand en naar de omstandigheden waarin de brandweer moest werken. „Ons land en ons volk is veerkrachtig. Ook deze uitdaging zullen we overbruggen. We zullen deze plek samen herbouwen en herstellen’’, aldus Santokhi. Er zou de afgelopen jaren juist geïnvesteerd zijn in de capaciteit van het Korps Brandweer Suriname volgens Santokhi.
‘Onherstelbaar verlies’
Een eigenaar van een van de verwoeste panden reageert boos op sociale media. „We waarschuwen de overheid al tijden over de gevaren van de leegstaande gebouwen. We vragen al langere tijd dat er steun komt voor deze monumentale panden. Dit had voorkomen kunnen worden’’, zegt hij. De Stichting Gebouwd Erfgoed (SGES) schrijft in een persbericht dat ze verslagen zijn door de brand. „Dit vormt een onherstelbaar verlies van waardevolle elementen uit ons gebouwd erfgoed. Erfgoed dat generaties lang symbool heeft gestaan voor onze geschiedenis en culturele rijkdom’’, schrijft de stichting.
Later op de middag maakt de politie bekend dat er twee zwervers zijn aangehouden die verdacht worden van brandstichting. Marlon Gemerts die een straat verderop woont en dagelijks langs de koloniale panden liep, is niet verbaasd. „Er moet betere opvang voor zwervers komen. En verlaten historische panden in de binnenstad moeten een bestemming krijgen. Paramaribo heeft een uniek centrum, niet voor niets heeft het een beschermende status’’, zegt hij.