N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
‘Er bestaat geen neutraliteit in deze oorlog”, rapt de Iraanse Toomaj Salehi in zijn recente nummer ‘Muizenhol’. Daarin haalt de rapper, die inmiddels gearresteerd is, uit naar iedereen die in zijn ogen medeplichtig is aan het regime waartegen Iraniërs al zeven weken in opstand komen. Niet alleen functionarissen, maar ook journalisten, artiesten en hervormingsgezinden doen er volgens Salehi goed aan „hun dollars bijeen te rapen” en in een „muizenhol” te kruipen. „Jullie zijn bloedzuigers, jullie zijn niet van het volk”, rapt hij.
Of de opstand in Iran al een revolutie te noemen is of niet, mag nog een vraag zijn – online staat de guillotine al klaar. Met name in de diaspora, waar vrijer gesproken kan worden dan in Iran zelf, voelen Iraniërs elkaar aan de tand: ben jij wel revolutionair genoeg? Het leidt tot scheldpartijen en verdachtmakingen die de al zo verdeelde Iraanse oppositie nog verder uit elkaar drijft – tot genoegen van het regime.
Neem de dreigementen tegen Negar Mortazavi, een Amerikaans-Iraanse journalist die de protesten steunt, maar in 2015 stralend op de foto ging met de destijds ook in Iran zeer populaire Iraanse minister van Buitenlandse Zaken Javad Zarif. Dat zijn de Twitter-revolutionairen niet vergeten. „We zullen je bloed binnenkort doen vloeien”, schreef een anoniempje onder één van Mortazavi’s tweets. Vorige maand moest de journalist haar deelname aan een bijeenkomst aan de Universiteit van Chicago afzeggen vanwege een bommelding.
Mortazavi was betrokken bij de National Iranian American Council (NIAC). Deze belangenvereniging van Iraniërs, die in de VS onder meer lobbyde voor een nucleair akkoord tussen Iran en het Westen, is een fel tegenstander van Amerikaanse sancties tegen Iran. En hoewel de voorzitter van de NIAC zich op Twitter nadrukkelijk uitsprak voor regime-change, geloven veel Iraniërs daar niets van; voor hen is de NIAC een spionnennest van het regime. Iedereen in de buurt ervan is verdacht.
Lees ook: Hoelang het regime standhoudt, hangt mede af van de Revolutionaire Garde
‘Spreekbuis van de mollahs’
Ook journalisten van BBC Persian moeten het ontgelden. Terwijl hun familieleden in Iran worden opgepakt vanwege hun kritische verslaggeving over het regime, beschuldigen sommige Iraniërs in de diaspora hen er juist van een ‘spreekbuis van de mollahs’ te zijn. Zo eisten Iraanse betogers in Toronto van BBC-journalist Bahman Kalbasi dat hij ‘Dood aan de Islamitische Republiek’ zou zeggen om te bewijzen aan welke kant hij staat. Toen Kalbasi antwoordde dat dit niet zijn taak is als journalist, zagen ze hun gelijk bevestigd.
Eén van de meest agressieve spelers in de Iraanse Twittersfeer is de Mujahideen-e Khalq (MEK). Deze beweging voerde in de jaren 80 een ondergrondse strijd tegen de Islamitische Republiek Iran en lobbyt nu in ballingschap voor Amerikaanse militaire interventie in Iran. De MEK is uitgegroeid tot een geheimzinnige cult en is impopulair onder de Iraanse bevolking, maar investeerde grootscheeps in Twitter-bots die alle tegenstanders binnen de Iraanse oppositie neerzetten als regime-apologeten.
Ook Iraanse royalisten hebben daar een handje van. Wie niet zoals zij terug wil naar het bewind van de sjah (een zelfverklaard troonopvolger woont in de VS), is in hun ogen al snel verdacht.
Dat bleek wel toen op Twitter een manifest opdook dat pleitte voor een seculiere staat, vrouwenrechten en vrije verkiezingen – maar ook stelde dat Iran een republiek moet blijven. Accounts met duidelijke royalistische sympathieën vielen het manifest aan als een fabricatie van het regime en, daar hebben we ’m weer, de NIAC.
Het regime kan in zijn handjes knijpen. Wil de opstand in Iran slagen, dan is er dringend eenheid en organisatie nodig. Maar hoe meer de Iraanse oppositie elkaar de tent uitvecht over de vraag wie het meest revolutionair is, hoe langer een echte revolutie op zich zal laten wachten.
Toomaj Salehi in zijn recente nummer ‘Muizenhol’: