In iedere vader schuilt een prima moeder

Over mensenmannen is veel positiefs te zeggen. Een van hun belangrijkste positieve kenmerken – vergeleken met andere mannetjes in de natuur – valt zelfs niet eens op: mensenmannen zijn totaal niet geneigd om kinderen van een ander te doden.

Bij veel primaten en andere zoogdieren is infanticide door mannetjes juist schering en inslag. Want hoe stuitend ook in mensenogen, infanticide kan evolutionair een goede strategie zijn omdat het doden van de kinderen een zoogdiervrouw weer beschikbaar maakt voor nieuwe bevruchting door de kindermoordenaar. Het is een belangrijke doodsoorzaak voor kleintjes van veel diersoorten. En met grote invloed: veel sociale en seksuele systemen bij primaten zijn ingericht om precies die dreiging van infanticide te voorkomen. Dáárom hebben chimpvrouwen seks met zoveel mogelijk mannen in de groep, zo blijft onduidelijk welke man de vader is. Mogelijk vaderschap dempt de neiging tot infanticide. Daarom ook, in een ander sociaal arrangement, accepteert de vrouwenharem van een gorillaman zijn heerschappij: omdat hij de kinderen beschermt tegen andere gorillamannen. Maar altijd dreigt het gevaar van de kindermoord.

Bij mensen verdween in de evolutie infanticide als nuttige mannelijke strategie. Waarom eigenlijk? En waarin onderscheidt de mensenman zich verder nog van zijn primatenbroeders? Antropoloog Sarah Blaffer Hrdy (77) brak in de jaren zeventig door met onderzoek naar de evolutionaire achtergrond van infanticide. Daarna schreef ze beroemde bestsellers over moederschap en de gedeelde kinderzorg bij mensen: ‘Mother Nature: A history of mothers, infants, and natural selection’ (2000) en ‘Mothers and Others. The Evolutionary Origins of Mutual Understanding’ (2009). En nu, allang met emeritaat als hoogleraar antropologie (University of California, Davis) heeft ze vorige maand wéér een nieuwe grote studie gepubliceerd naar de verrassend uitgebreide babyzorg door mensenvaders die de laatste decennia zo normaal lijkt te zijn geworden: ‘Father Time. A Natural History of Men and Babies’.

Mannentransformatie

In een video-interview vertelt Hrdy vanuit Californië hoe verrast ze was over deze bijzondere en veel recentere mannentransformatie „Dit nieuwe boek ‘Father Time’ ontstond omdat ik gewoon niet geloofde wat ik zag, toen ik mijn schoonzoon en ook veel andere jonge mannen zo langdurig en intens bezig zag met hun pasgeboren kinderen. Ik groeide op in het extreem patriarchiale Texas, daar heb ik nóóit een man een baby zien verschonen. Hoe kan een primatenman zó toegewijd en zachtmoedig reageren op alle behoeften van een baby? Bij de primaten doen alleen sommige klauwaapsoorten dat, aapjes die evolutionair vrij ver van ons af staan. Andere primatenmannetjes kunnen best tolerant zijn voor hun eigen kinderen, kijk maar hoe kleine gorilla’s op en neer springen op zo’n enorme zilverrug! Maar baby’s verzorgen doen primatenmannen vrijwel niet.”

In Father Time beschrijft Hrdy hoe de zorg voor het nageslacht ooit begon als een taak voor mannen, bij vissen en kikkers 400 miljoen jaar geleden. Vissenmannetjes bewaken bevruchte eitjes streng, kikkers nemen eitjes en jongen mee op de rug of in hun bek. Pas bij vanaf 200 miljoen jaar geleden werd zoogdieren babyzorg een vrouwentaak, vooral door het belang van de moedermelk. En infanticidedreiging dwong de zoogdiervrouw ook vaak haar kind dichtbij te houden. Ergens een of twee miljoen jaar geleden konden menselijke voorouders veel meer kinderen dan andere mensapen krijgen door de zorg voor de kinderen gemeenschappelijk te maken. Door die gemeenschappelijkheid werden mensen hypersociaal en gevoelig voor elkaars emoties. Op die basis kan nu bij de moderne man een bijna volledig moederschap aanslaan.

Maar hoe raakte de mensenman ooit zijn primatenneiging tot infanticide kwijt?

Sarah Hrdy: „Goede vraag! Ik denk dat niemand dat precies weet. Mijn beste gok is dat de evolutionaire ‘winst’ van die infanticide ging dalen toen de kans groter werd dat die te doden kinderen zijn eigen kinderen konden zijn. Onzekerheid over vaderschap is een krachtig wapen tegen infanticide, dat ook bij andere primatensoorten wordt ingezet. Voor een mensenman werden ook de risico’s van infanticide hoger omdat de groep vaker ging ingrijpen. Als veel mensen in een groep helpen bij de opvoeding van een kind, dan hebben die allemaal ook belang bij de overleving van dat kind. Kort gezegd: de regels van het spel veranderden. Ik beschrijf dat in mijn boek Mother Nature.

„Toevallig is er net een onderzoek bij een papegaaisoort verschenen, waarbij sommige mannetjes wel aan infanticide doen en anderen juist de andere kinderen van een papegaaienvrouw accepteren. Het blijkt dat de niet-dodende man évenveel nageslacht krijgt als de kinderdoder, waarschijnlijk omdat hij meer toegang krijgt tot dat vrouwtje.”

Speelt paarvorming nog een rol? Het oude idee was altijd dat man en vrouw ergens in de menselijke evolutie een unieke paarband aangingen; in ruil voor ruime voedselvoorziening uit zijn jachtactiviteit kon de man er zeker van zijn dat de kinderen van hem waren, met minder concurrentie met andere mannen.

„Ja dat is een mooie hypothese, maar allang weerlegd. Mannen op jacht blijken vrijwel nooit genoeg wild te vangen om hun familie goed te kunnen voeden, die voedselbron is veel te onzeker. ‘Man the hunter’ is dood, maar iedere keer duikt het idee weer op. Trouwens, de bittere werkelijkheid is dat we sowieso weinig weten van paarvorming bij jagers-verzamelaars. We weten niet hoe sterk die banden zijn of hoe lang ze blijven bestaan. We weten niets over onderlinge trouw.

„Het enige dat ik weet is dat het kerngezin vooral belangrijk werd in de westerse samenleving na de middeleeuwen, toen de uitgebreide familiesystemen in verval raakten. Maar kijk nu eens. Nu er steeds meer vrouwen economisch zelfstandig zijn, kiezen veel vrouwen helemaal niet voor het huwelijk en zoeken het in polyamorie, met meerdere geliefden.

„Het is wel ironisch dat iemand zoals ik die al meer dan vijftig jaar gelukkig en monogaam getrouwd is met mijn Dan, een soort woordvoerder wordt voor dit soort ideeën over vrouwen met meer mannen. Ik wil wel de mogelijke fans waarschuwen dat in de primatenwereld polyamorie voor vrouwen echt een zaak is van hard werken en doorzetten, veel meer dan ‘eenvoudig’ overspel.”

Intense zorg voor een baby geeft een man dezelfde veranderingen in het brein als een moeder

Terug naar de moderne vader. Die kan zelfs in hormoonhuishouding en hersenactiviteit op een ‘gewone moeder’ gaan lijken. In ieder geval in de westerse samenleving is er een toenemend aantal vaders dat zo intensief voor hun kinderen zorgt dat precies de systemen actief worden in hun hormoonhuishouding die altijd werden gezien als typisch vrouwelijk: testosteron gaat omlaag, zorghormonen prolactine en oxytocine gaan omhoog.

Als mannen de volledige zorg van een baby op zich nemen, meestal als lid van een homo-echtpaar, zijn de diepe breinveranderingen bij hen zelfs precies hetzelfde als die bij moeders standaard zijn: vergroting van de amygdala en de hypothalamus, tot stand gebracht door het intensieve contact met hun hulpbehoevende baby. Dit werd in 2019 ontdekt door een Israëlisch-Amerikaans team.

Hrdy toont zich nog stééds verbluft over die hersenverandering bij zorgende vaders. Het speelt een prominente rol in haar nieuwe boek. „Dat die homovaders gewoon een soort vrouwenhersenen kunnen ontwikkelen toont de grote flexibiliteit van het menselijke brein! Dit zijn oeroude hersengebieden die al tweehonderd miljoen jaar geleden hyperoplettende zoogdiermoeders hielpen om hun jongen veilig te houden. En nu blijken die dus ook gewoon beschikbaar voor mensenmannen in een volkomen nieuwe situatie. Nog nooit in 200 miljoen jaar van zoogdierevolutie hebben vaders zonder tussenkomst van een moeder een kind opgevoed!”

Foto Getty Images, bewerking NRC

Het is precies het soort interactie tussen omgeving en genetica die Hrdy als ouderwetse sociobioloog fascineert. „De schrijfster George Eliot zei het al: ‘onze daden bepalen ons veel meer dan dat wijzelf onze daden bepalen’. Biologen noemen dat nu epigenetica: de omgeving bepaalt welke genen en welke biologische systemen actief worden”, zegt Hrdy.

Onder de juiste omstandigheden kan ineens een ander soort man ontstaan. Er zijn gradaties. Bij vaders die niet de hoofdzorg hebben, maar samen met de moeder voor hun kleine kind zorgen, zijn die diepe hersengebieden minder actief dan bij de moeder. Bij die vaders zie je juist wel weer de hogere gebieden in de hersenschors voor cognitieve empathie en inlevingsvermogen actief worden. Net als gebeurt bij moeders en andere verzorgers in contact met kleine kinderen.

Hrdy kan het eigenlijk nog steeds niet geloven: „Mijn boek is nu af, maar ik lig nog steeds ’s nachts wakker en vraag me af: is het echt waar, dat er vierhonderd miljoen jaar geleden neurale systemen zijn ontstaan die er nu voor zorgen dat jonge mannen gefascineerd zijn door baby’s? De redenering is aannemelijk als je de evolutie ervan punt voor punt langs gaat, maar het blijft ongelooflijk.”

Gezien al die oude ideeën over het moederinstinct is het ook best verrassend dat de zorg voor nageslacht niet begon bij vrouwen, maar bij kikkermannen en mannelijke zeepaardjes!

Hrdy: „Je kan best zeggen dat de moederlijke zorg een geschenk is geweest van de mannen. En nu blijken dus de mensenmannen het nog steeds te beheersen. Bij die vissen en kikkers gaat het natuurlijk niet om de emotionele en liefdevolle zorg zoals bij mensen. Maar onze zorgcircuits in het brein, met bijbehorende ‘zorg-hormonen’ als oxytocine, hebben daar wel hun wortels. Die vermogens liggen sindsdien voor het grijpen in de ladenkast van Moeder Natuur.

„Ze duiken ook op bij andere zoogdieren. Onder bepaalde omstandigheden adopteert een chimpanseeman een verweesd kind. Muizenmannetjes doden in principe een babymuis als je die voor hen neerzet, máár als je dat maar lang genoeg volhoudt gaat hij na die lange reeks van kindermoorden ineens wel voor zo’n pup zorgen. Door langdurige blootstelling aan hulpbehoevende kinderen of andere prikkels kan er bij mannen een knop omgaan in het brein. Darwin verbaasde zich al over een gecastreerde haan die een verlaten nest eieren ging bebroeden.”

Voor het eerst in de geschiedenis van de mensheid besteedt een flink aantal mannen veel tijd aan baby’s

Sarah Hrdy
antropoloog

Wat heeft er voor gezorgd dat na 200 miljoen jaar evolutie juist deze nieuwe generatie mannen zo baby-minnend en verzorgend is geworden?

„De eenentwintigste eeuw kent een unieke samenloop van mannen en baby’s. Voor het eerst in de geschiedenis van de mensheid besteedt een flink aantal mannen veel tijd aan baby’s en soms zijn de mannen zelfs de belangrijkste verzorgers en doen ze dat ook direct vanaf de geboorte. Het is een samenvloeiing van historische, sociale en culturele trends: de vrouwenemancipatie in de twintigste eeuw, waardoor veel meer vrouwen buitenshuis gingen werken in steeds betere banen. Dat inkomen is belangrijk geworden, en dat zien de mannen natuurlijk ook. En er is veel technologische vernieuwing. Rubber spenen op baby-flesjes had je al in de negentiende eeuw, maar de flesvoeding zelf is nu veel veiliger geworden. En dan de geboortecontrole! Kinderen zijn in het westen nu bijna altijd gewenste kinderen. En zelfs kunnen twee homo-mannen nu samen kinderen krijgen en verzorgen, via een draagmoeder of adoptie.

„Er was in de twintigste eeuw al een trend dat vaders zich nauwer met de opvoeding betrokken gingen voelen maar dat ging dan meer om kinderen van boven de vier, niet om kleine baby’s. Het gaat mij om het contact met kleine kinderen, tot duizend dagen oud.

„De vraag is wel hoe lang deze fragiele situatie stand houdt. Er is al een felle reactie gaande. Als je ziet wat ze in de VS doen om vrouwen de controle over hun voortplanting af te nemen! In de uitspraak van het hooggerechtshof tegen abortus citeren de rechters zeventiende-eeuwse Britse precedenten als gezaghebbend! Toen werden er ook nog heksen verbrand… Als vrouwen niet meer buitenshuis kunnen werken en slechter worden opgeleid is het verhaal van de mannen en hun baby’s ook zo weer afgelopen vrees ik.”

Als om de een of andere reden mannen niet lange tijd worden blootgesteld aan baby’s zal het weer ophouden?

„Als mannen kikkers zouden zijn, hadden ze voor die activatie van de babyzorg een troep kikkervisjes op hun rug nodig. Sommige muizen moeten eerst ejaculeren voordat ze gunstig gaan reageren op baby-muisjes. Voor mensen gaat het waarschijnlijk om een sensorische combinatie van de reuk, de aanraking en de warmte van baby’s. Vermoedelijk gaat het óók bewustzijn van wat ze geacht worden te doen. Wij mensen hebben in ons brein die enorme frontale cortex die mensenmannen – en ook vrouwen – voortdurend bewust maakt van de verwachtingspatronen van mensen om hen heen. Dat is de culturele invloed en dat is een groot verschil met andere primaten.

„De meeste andere apenmannen kan het niet zo veel schelen wat anderen vinden. Mensenmannen wel, en als het culturele klimaat voorschrijft dat het oké is om als man bij baby’s te zijn kan, kan de oxytocine- en prolactine-pomp aanslaan en ook de testosteron omlaag gaan. Als er maar voldoende intieme nabijheid van baby’s is. Uiteindelijk verandert ook de amygdala, voor de typische moederlijke waakzaamheid! Ik heb wel eens gedacht om een spray te maken met babygeur. In die typisch geur zit een specifiek molecuul, hexadecanaal of HEX, dat mannen zachtmoediger maakt.”

Bij mannen slaan die zorgsystemen allemaal wat moeilijker aan dan bij vrouwen?

„Ja, door zwangerschap, geboorte en vooral borstvoeding wordt bij vrouwen het zorgsysteem makkelijker geactiveerd. Maar ook mannen zijn zeker in staat tot die activatie, als de omstandigheden goed zijn. Mannen hebben ook dat ‘moederlijke’ substraat in hun hersenen, zowel het hormonale gedeelte als het aanslaan van de frontale cortex. Mannen en vrouwen hebben vrijwel dezelfde genen, er zijn veel mogelijkheden voor rolveranderingen.

„Het belang van de frontale cortex vind ik extra interessant, want mijn hypothese is dat dat typisch menselijke hersengedeelte ontwikkeld is in de periode van onze evolutie dat de moeders de zorg voor hun kinderen gingen delen met anderen. Daarover schreef ik in 2009 mijn boek ‘Mothers and others’. Door de gedeelde zorg werd het voor mensenbaby’s belangrijk om niet alleen hun moeder maar ook ánderen in de gaten te houden. Zo konden ze zien of die hen goed gezind waren. Bij andere primaten heeft een baby heeft alleen te maken met zijn of haar eigen moeder en maakt zich echt geen zorgen over wat anderen denken. Maar in het menselijke systeem van gezamenlijke kinderzorg kwam er een veel betere kans op overleving voor mensenbaby’s die juist wel geïnteresseerd waren in wat anderen deden, dachten en voelden en probeerden om het die anderen naar de zin maken. Die baby’s kregen meer aandacht. En dan krijg je klassieke Darwiniaanse selectie op die eigenschap. Er zijn allerlei onderzoeken waaruit blijkt dat die frontale cortext daarom al vroeg bij baby’s actief is, veel vroeger dan vaak gedacht wordt.

„Het gevolg is dat wij mensen extreem gevoelig zijn voor wat anderen denken. Mijn promotor, bioloog Edward O. Wilson, zei ooit dat mensen zo extreem gemakkelijk zijn te indoctrineren omdat zij dat zelf graag willen! Dat geldt misschien nog wel sterker voor mannen. Mannen willen nuttig zijn, ze willen bewonderd worden als lid van de groep. Het is afhankelijk van de omstandigheden welk gedrag dan belangrijk wordt. De ene keer is het voor een man normaal om krijger te worden, de andere keer gaat hij juist graag baby’s verzorgen.”