‘In het lab werken dingen in het klein. Pas in het groot maakt iets verschil’

Jong geleerd Chenyue Zhang werkt aan groene chemie. „Vrouwelijke ingenieurs moeten ook op de voorgrond durven treden.”


Foto’s Dieuwertje Bravenboer

‘Van nature ben ik niet zo’n haantje de voorste. Maar tijdens mijn studie was zo’n 30 procent van de studenten vrouw, de rest was man en die spreken zich vaak makkelijker uit. Als vrouwelijke ingenieur is het van belang dit ook te leren”, zegt Chenyue Zhang (1992), chemisch ingenieur en postdoc-onderzoeker aan de Universiteit Utrecht. Na een bachelor in China deed ze een master in Duitsland. Daar las ze over een promotieplek in hetzelfde vakgebied, in Eindhoven. Zo kwam ze in Nederland terecht. Voorlopig wil ze hier wel blijven, maar ze gaat waar de wetenschap haar brengt.

Tijdens de coronalockdowns leerde ze zichzelf video’s bewerken. „Voor op YouTube, ik verveelde me. Het ging over mijn leven en mijn werk, niets bijzonders, maar ondertussen groeide mijn zelfvertrouwen om op de voorgrond te treden wel, en dat heeft me in mijn wetenschappelijke werk echt geholpen.”

Zo besloot ze dit jaar mee te dingen naar de Marina van Damme-prijs. Van Damme, gepensioneerd chemisch technoloog met een indrukwekkende carrière in de wetenschap en industrie achter zich, is naamgever van een prijs die talentvolle vrouwelijke alumni van technische universiteiten wil stimuleren. De winnaars vormen ook een netwerk van vrouwen uit de wetenschap en industrie, die idealiter een brug slaan tussen die twee.

Begin oktober kreeg Zhang als een van de twee winnaars van de universiteit van Eindhoven 2.500 euro prijzengeld uitgereikt van Marina van Damme. „En kijk wat het me nu al brengt. Jij las over de prijs, en nu mag ik in de krant vertellen over mijn onderzoek.”

Groene chemie

Zhang werkt aan ‘groene chemie’, een verzamelnaam voor chemie met een duurzame basis. Daarbij is bijvoorbeeld geen extreme verhitting nodig, of er wordt gewerkt met biologische katalysatoren in plaats van zwaardere chemicaliën.

Duurzaamheid is in Zhangs werk de gemene deler, maar de onderwerpen waar ze tot nu toe aan werkte lopen enorm uiteen. Haar promotieonderzoek (TU Eindhoven) ging over duurzame geneesmiddelenfabricage, in haar eerste postdocpositie, ook in Eindhoven, werkte ze aan het verwijderen van microplastics, en in augustus is ze begonnen aan een nieuw postdocproject aan de Universiteit Utrecht, waarbij ze zoekt naar goede manieren om afgevangen CO2 om te zetten in hoogwaardige chemische componenten. „Heel verschillend ja, maar ik wil nu vooral veel leren en mijn kennis toepassen in zo veel mogelijk vakgebieden.”

Gisteren was ze nog op bezoek bij een energiecentrale in Duitsland waar bruinkool wordt verstookt. De energiecentrale zoekt naar manieren om minder vervuilend te zijn en zij ging er kijken hoe de verbrandingsunit precies werkt. De excursie was een leuke afwisseling, ze werkt meestal achter de computer. Vondsten in een lab werken doorgaans op kleine schaal. Zij buigt zich over de vraag of het ook in het groot kan. „Ik werk aan procesoptimalisatie, ik combineer experimenten met modellen. Heel nuttig werk hoor, want pas als iets op grote schaal werkt kan het verschil maken in de maatschappij.”

Neem bijvoorbeeld plasticetende enzymen, waarover wetenschappelijke tijdschriften met enige regelmaat publiceren. „Leuk, van die enzymen, maar je moet meestal heel delicaat met ze omgaan. Hoe zorgen we ervoor dat die enzymen ook hun werk doen in het groot? Daar is nog heel veel te doen voor ingenieurs.”

Het type onderzoek dat Zhang doet kan niet zonder fundamenteel wetenschappelijk onderzoek, maar verbinding met het bedrijfsleven is minstens zo belangrijk. „We werken nu bijvoorbeeld samen met een grote industriële partner, Avantium. Zij hebben een manier ontwikkeld om CO2 om te zetten in hoogwaardige chemicaliën, wij kijken nu of het milieutechnisch echt een vooruitgang is. Zelf heeft zo’n fabrikant daar minder ervaring mee, maar ze willen wel zeker weten dat ze goed zitten voor ze het kostbare proces van opschaling ingaan.”

We moeten ons afval opruimen

De waarde van de industrie is in het bereiken van duurzame doelen niet te onderschatten, vindt Zheng. Toch ziet ze zichzelf ook in de toekomst eerder in de wetenschap dan in de industrie haar onderzoek doen. Al was het maar omdat ze de wetenschappelijke gemeenschap als enorm stimulerend en ondersteunend ervaart. „Een eigen onderzoeksgroep lijkt me wel wat. Ik zou graag werken aan circulariteit van plastics. We have to pick up the waste. We moeten ons afval opruimen en de cirkel voor plastic sluiten. Door te zorgen dat we de polymeren waaruit plastic is opgebouwd weer uit elkaar kunnen halen bijvoorbeeld, op een manier dat de bouwblokken opnieuw gebruikt kunnen worden.”

Is ze hoopvol dat het sluiten van de plasticcirkel gaat lukken? „Met mijn vorige onderzoeksgroep organiseerden we een klein congres hierover. Een heleboel bedrijven sloten aan. De definitieve oplossing was er nog niet, maar er waren zoveel verschillende perspectieven om het probleem aan te pakken. Het bewustzijn is er zeker, en de wil om samen naar een oplossing te zoeken ook.”