Wat een saai en technisch debat over tijdelijke wetgeving over de opvang van Oekraïners in Nederland had kunnen worden, liep dinsdagmiddag uit op een nieuwe test van de Regierungsfähigkeit van de partij van Geert Wilders. En het was juist de beoogde coalitiepartner VVD die de vinger op de zere plek legde, toen PVV-woordvoerder Gidi Markuszower zei dat er „te veel” Oekraïners in Nederland waren. Was het dan niet zaak om Oekraïne militair en financieel te blijven steunen, opperde VVD-woordvoerder Ruben Brekelmans, om te voorkomen dat Rusland de overhand krijgt en er nóg meer Oekraïners op drift raken?
Markuszower dook handig onder de vraag door met de constatering dat hij niet, zoals Brekelmans, Buitenlandse Zaken in zijn portefeuille had en daarom geen antwoord kon geven. „Ik ben een simpele migratiewoordvoerder.”
Maar daarmee was de onduidelijkheid over het Oekraïne-standpunt van de PVV bepaald niet de wereld uit. Sinds het uitbreken van de oorlog, nu twee jaar geleden, heeft de PVV zich voortdurend tegen wapenleveranties aan Oekraïne gekeerd. Het afgelopen weekend nog wond partijleider Geert Wilders zich op over het ‘Veiligheidsakkoord’ voor een periode van 10 jaar dat het demissionaire kabinet met Oekraïne wil sluiten. Maar Wilders twitterde óók dat de PVV Oekraïne wel degelijk „steunt” en bereid is „om over iedere vorm van hulp” te praten.
Het was een majeure draai, bedoeld om mogelijke coalitiepartners als VVD, NSC en (in mindere mate) BBB – voor wie de steun aan Oekraïne niet onderhandelbaar is – te apaiseren. „Wij willen vaart maken dus wij bewegen ook”, zei Wilders er maandag over. Nog geen dag later stemde de PVV-fractie in de Eerste Kamer tégen de Nederlandse bijdrage aan het EU-steunfonds voor Oekraïne.
Oekraïense vluchtelingen
Dus hoe zit het nu? De vraag kwam aan de orde in een plenair debat over een tijdelijke wet die vastlegt dat de gemeenten (en niet het COA) verantwoordelijk zijn voor de opvang van Oekraïense vluchtelingen in Nederland – inmiddels zijn dat er zo’n 110.000. Nu doen de gemeenten dat nog op basis van noodwetgeving.
In de aanloop van de behandeling van een nogal technische wetgevingskwestie was er enige ophef ontstaan nadat De Telegraaf meldde dat veel Oekraïners worden aangetrokken door de gratis huisvesting, zorg en banen. Wilders maakte zich er boos over en noemde Nederland de „dorpsgek van Europa”. BBB-Kamerlid Mona Keijzer kondigde aan dat ze niet met de tijdelijke wet zou kunnen instemmen als deze niet zou worden aangepast en de voorzieningen voor Oekraïners niet zouden worden versoberd.
In een amendement op de wet stelde de BBB voor dat Oekraïners die inmiddels werk hebben gevonden (een aanzienlijk deel van de vluchtelingenpopulatie) zélf moet gaan betalen voor wonen, gas en licht, en medische zorg. Ook NSC-woordvoerder Caspar Veldkamp diende een amendement van die strekking in. Tijdens het debat in de Kamer bleek dat er een brede meerderheid kon instemmen met een eigen bijdrage voor werkende Oekraïners, al waren er vragen over de uitvoerbaarheid.
Demissionair staatssecretaris Eric van der Burg (Asiel, VVD) trok daarna de angel uit het debat door te verklaren dat hij al bezig is met een ministeriële regeling voor een eigen bijdrage. De amendementen waren niet nodig, zo zei Van der Burg, want ze vroegen iets wat hij „sowieso al van plan was om te doen.”
Lees ook
De Russen moeten in de pan gehakt worden, maar reken niet op ons
‘Ons land is té vol’
Het opvallendste moment was daarom de inbreng van PVV-woordvoerder Markuszower, die midden in zijn betoog besloot om delen van zijn tekst over te slaan, en daarop hakkelend de draad kwijtraakte. Waarna woordvoerder Kati Piri (GroenLinks-PvdA) het maar eens op de man af vroeg: als de PVV in de regering zou komen, zou de partij dan bereid zijn om nieuwe vluchtelingen uit Oekraïne op te vangen? Markuszower schoof de zwarte piet terug: partijen als PvdA hadden de afgelopen jaren de grenzen opengezet: „Nu is ons land vol, té vol. Nu is elke vluchteling, of ze nu uit Oekraïne komen of ergens anders, er één te veel.”
Zo kwam de aap uit de mouw, concludeerde Piri. „Alle praatjes van Wilders” ten spijt, zei ze: „Deze partij is niet bereid om regeringsverantwoordelijkheid te nemen.”
„Onzin”, vond Markuszower. „Als het moet, zullen wij ons aan alle wetten en verplichtingen houden.”