In de geest van grondlegger Piet zegt de volgende generatie Steenkamp: ‘Het CDA is niet verloren’

Zoon Thomas Steenkamp sr. en de kleinzonen Joris Steenkamp en Thomas Steenkamp jr. voor het portret van CDA-oprichter Piet Steenkamp.

Foto Daniel Niessen

Interview

Familie Steenkamp Bijna 50 jaar geleden legde Piet Steenkamp het fundament voor het CDA. Nu heeft die partij het moeilijk. Hoe zien de zoon en kleinzoons van Piet, trouwe CDA’ers, zijn erfenis en de toekomst?

Piet Steenkamp leest krantenkoppen voor, het is 1975. „De KVP jaagt schimmen na. De papieren tijgers van het CDA. Afscheid van de CDA-lijst. CDA-droom. Noodsprong. Geen CDA. Eindeloos. Herfst vol afscheid. Stuntwerk. Operette. Pre-requiem.” Hij kijkt een verslaggever aan. „Dat is zo het oordeel van een groot aandeel dagbladen over het CDA.” Het is 1975, en de fusiepartij die volgens hem nodig is om de toekomst van de confessionele partijen veilig te stellen, dreigt te mislukken. De partijvoorzitters van KVP, CHU en ARP worden het maar niet eens over de grondslagen van de nieuwe partij. Preciezer: wat de betekenis van het evangelie voor de politiek en politici zou moeten zijn.

Steenkamp – hij was voorzitter van het CDA in oprichting, tussen 1973 en 1980 – wordt gezien als geestelijk vader van de partij. Bijna duizend spreekbeurten hield hij, in zaaltjes groot en klein door het hele land. Alles om de katholieken, gereformeerden en hervormden deelgenoot te maken van wat hij zag als een noodzaak voor de confessionele partijen: één christen-democratische partij, het CDA. Het was volgens hem de enige manier nog een rol te blijven spelen naast de andere grote politieke machtsblokken: de liberalen en de sociaal-democraten.

Op beelden uit die tijd is te zien hoe een verslaggever na Steenkamps opsomming van krantenkoppen zegt: „Dat lijkt me niet erg opwekkend.” Hij antwoordt opgewekt, met een glimlach. „We gaan toch door. Het wordt moeilijk, maar we gaan toch door.” Uiteindelijk lukt het.

Verkiezingsposter van Thomas Steenkamp jr.
Foto Daniel Niessen

Derde verlies op rij voor Hoekstra

Bijna vijftig jaar later is het weer moeilijk voor het CDA. De partij halveerde in aantal stemmen bij de Statenverkiezingen en lijkt in mei vier van de negen zetels te verliezen in de senaat. Het is het derde verlies op rij onder Wopke Hoekstra. Maar in een woonkamer in het Gelderse dorp Beneden-Leeuwen vertonen Thomas Steenkamp senior (67), Joris Steenkamp (31) en Thomas Steenkamp junior (22) dezelfde montere houding als Piet Steenkamp, voor wiens portret ze poseren. Als de fotograaf ze vraagt iets serieuzer te kijken, grapt Joris Steenkamp: „Er heerst hier geen rouwstemming hoor.”

Piet Steenkamp (1925-2016) is de vader van Thomas Steenkamp senior en de grootvader van Joris en Thomas junior, alle drie actief binnen het CDA. NRC spreekt ze twee keer: eenmaal voor de verkiezingen en eenmaal erna. Hoe denken zij over wat er over is van de erfenis van hun vader en grootvader? Een gesprek over verlies, BBB en de weg omhoog.

Traditie van peilingen verslaan

Senior: „Zo’n verlies had ik toch niet verwacht. Als partijen op verlies staan zeggen ze graag dat die peilingen geen échte verkiezingen zijn. In dit geval gaven ze wel de trend aan.”

Joris: „Binnen het CDA hadden we toch de traditie peilingen te verslaan. Daar hield iedereen zich aan vast. Van misschien toch zeven zetels in de senaat. Daarna: misschien zes. En dan krijg je die deksel op de neus. Dat is teleurstellend.”

We moeten ons niet te veel in de hoek laten drukken. Het CDA is er wel heel erg goed in zich te presenteren als verliezer

Joris Steenkamp

Joris treedt in de voetsporen van zijn grootvader die 34 jaar lang senator was. Hij staat op nummer acht voor het CDA in de senaat. Al voor de verkiezingen denkt hij niet in de senaat te komen. Ook Thomas junior stond op de kieslijst, in Gelderland. „Op nummer twaalf, een onverkiesbare plek. Ik had er zelf om gevraagd. Het is belangrijk dat er ook jongeren op de lijst staan, maar ik ben nog met mijn studie bezig.” Het CDA verloor er drie van de zeven zetels. Een dag later, op de fiets „met Guus Meeuwis op de achtergrond”, had hij zich vermand. „Ik dacht: nu moeten we strijdbaar zijn.”

Joris: „Het CDA moet zich niet te veel in de hoek van de verliezer laten drukken. Als je de uitslag vergelijkt met de Tweede Kamerverkiezingen verloor D66 veel meer. Het CDA is er wel heel erg goed in zich te presenteren als verliezer.”

Waarom heeft het CDA verloren?

Junior: „Toch puur door landelijk. Het komt niet door Peter Drenth, de lijsttrekker in Gelderland, of de campagneleider of de kandidaten.”

Waar heeft het wel aan gelegen?

Junior: „Bij de Kamerverkiezingen speelde de Toeslagenaffaire geen rol, nu wel. Dat geldt ook voor de gaswinning in Groningen. Veel mensen vragen zich af: is de overheid er wel voor ons? Ik had het met een medestudent over postmaterialisme en de rol ervan. Vroeger was je al blij als je gewoon te eten had, onderdak, onderwijs zorg. Met de gestegen welvaart zijn theoretisch opgeleiden andere thema’s ook belangrijk gaan vinden. Klimaat, slavernijverleden, minderheden. Terwijl de oude, witte hetero man, zwart-wit gezegd, nog steeds het probleem heeft hoe hij moet rondkomen. Die wil zijn ding blijven doen, die zag dat Zwarte Piet ook al niet meer mocht. De verkiezingsuitslag is het resultaat ervan. Er wordt vaak gesproken over stad/platteland, maar er is meer een tegenstelling woke/niet woke. En het CDA was vroeger wat meer voor die minder woke mensen.”

Joris: „Ja, wat conservatiever.”

Senior: „Deconfessionalisering speelt een blijvende rol. Vroeger stemden de katholieken KVP, hervormden CHU, gereformeerden ARP. Mensen op leeftijd waren allen gelovig. Ik vroeg mijn vader in de oprichtingsjaren nog: pa, kun je niet beter van het CDA Conservatief Democratisch Appèl maken? Hij vond van niet, christen van huis. Maar ook omdat hij de ARP dan nooit mee zou krijgen.”

In pyjama bidden

Zijn ouders waren diepgelovig. In zijn jeugd, zegt Thomas Steenkamp senior, deed het gezin nog mee aan de vastentijd en werd „’s avonds in onze pyjamaatjes gebeden voor ons bed. Onze lieve Heer, help de Amerikanen in Vietnam.” Elke zondag zaten ze in de kerk, hij was misdienaar. Zijn eigen vijf kinderen zijn gedoopt, deden communie. Bidden ze ook nog in pyjama? „Neeeeee”, klinkt in koor. Ook de kerk bezoeken ze zelden. Maar de C hoeft niet voor iets anders te staan.

Joris: „Die C staat voor het christen-democratische gedachtegoed.”

Junior: „Het staat dus niet voor christen of voor democratie. Anders hadden we bij de CU of D66 kunnen gaan.”

Joris: „Het is een transparant idee, dat je in je naam hebt staan waar je voor staat. Misschien heb je wel wat meer uit te leggen, te vertellen, om ook niet-christenen aan te spreken. Ik denk dat het christen-democratisch verhaal nu minder aanslaat, omdat mensen in deze tijd veel meer gericht zijn op het eigenbelang.”

Junior: „Vroeger luisterde je naar de kerk, of naar een bestuurder. Nu denken mensen: ik weet het wel beter. De elite, waartegen wordt geageerd, heeft gefaald door zich bezig te houden met thema’s waar mensen van denken: ik heb andere zorgen. Kijk daar eens naar.”

Joris: „Het landelijk bestuur, of regionaal, moet zeggen: u vindt het belangrijk dat u morgen kunt eten, het is mijn taak erover na te denken hoe we over tien jaar nog in een land leven waarin iedereen kan leven. Het is de taak van een bestuurderspartij daar iedereen in mee te nemen. Zodat mensen begrijpen waarom.”

Junior: „Mensen zijn echt over te halen voor een genuanceerd verhaal, maar het moet wel een begrijpelijk verhaal zijn.”

BBB en CDA

Joris: „Er zitten christen-democratische elementen in het verhaal van BBB, zoals solidariteit tussen stad en platteland. BBB roept heel hard dat de buslijnen niet mogen verdwijnen uit de regio. Wij zeggen: je moet openbaar vervoer niet afrekenen op economisch rendement, je moet kijken naar maatschappelijk welzijn.”

Junior: „Het lukt ons niet altijd een duidelijk verhaal te vertellen. Bij de NOS legde iemand eens uit dat zij nieuws maken op een niveau waarop ze de wetenschapper niet beledigen en de vrachtwagenchauffeur het ook begrijpt. Ik denk: Caroline [van der Plas] beledigt wel de wetenschapper. En Sigrid Kaag [D66-leider], zorgt ervoor dat de vrachtwagenchauffeur het niet begrijpt. Dat werkt ook niet.”

Senior: „Caroline zit in de oppositie, die kan wel makkelijk een duidelijk verhaal vertellen en de nuances weglaten. Als je zelf bestuurt, hou je altijd rekening met wat de tegenstander vindt. Ik moet het nog maar zien, als ze straks het compromis moet zoeken. Vader was heel sterk van het compromismodel. Het is nooit helemaal wit, nooit helemaal zwart.

„Toen ik burgemeester was, gingen mensen als raadslid tekeer tegen alles. Als wethouder gedroegen dezelfde mensen zich poeslief. Dan blijkt wat ze willen niet te kunnen, omdat er geen geld is, geen ambtelijke capaciteit. Of de buurt maakt bezwaar.”

Joris en Thomas Steenkamp (jr.).
Foto Daniel Niessen

De weg omhoog vinden

Junior: „Ik heb er een hekel aan als mensen roepen wat er allemaal anders moet en vervolgens zelf niks doen.”

Joris: „Ik ben terughoudend in kritisch zijn, omdat er genoeg CDA’ers zijn die het niet schuwen kritiek te leveren, bij voorkeur in de krant. Dat vind ik ongepast. We zijn één partij.” Hij houdt een krantenartikel omhoog, een interview met zijn grootvader uit 2012. De kop: ‘Verdeeldheid maakt de partij kapot’.

Junior: „We staan er heel slecht voor, klopt. We hebben eerder ook de weg omhoog weten te vinden na verlies. Met Lubbers, met Balkenende.”

Senior: „Toen zag het er ook slecht uit. De paarse kabinetten werden gezien als de toekomst. Weg met die ouderwetse christen-democraten! Maar na de moord op Pim Fortuyn kwam de revival van het CDA onder Balkenende.”

Joris: „De relativering van het verlies moet je niet verwarren met arrogantie, helemaal niet. Het is optimisme, we blijven erin geloven. Stel nou dat wij zouden denken: doek de boel maar op.”

Lees ook hoe oud-minister Cees Veerman de verkiezingsavond beleefde: ‘Zeg alsjeblieft dat het heel teleurstellend is’

De kleinzoons van Steenkamp hebben niet alleen zijn montere houding geërfd. Thomas junior is bezig met zijn bachelor-onderzoek voor zijn opleiding politicologie. Thema? „Of een fusie tussen ChristenUnie en CDA mogelijk kan zijn.”

Joris, lachend: „Wel een beetje een makkelijk onderwerp, Thomas, voor jou.”

Junior: „Mijn docent zei dat ik in het interviewverzoek aan het CDA maar niet in de onderwerpregel moest zetten dat ik onderzoek doe naar een fusie. Anders worden die mensen bang.”

Hij is pas begonnen. Het is nog te vroeg, zegt hij, voor conclusies.