In Iran werden vorig jaar 853 mensen geëxecuteerd. Dat blijkt uit een donderdag gepubliceerd onderzoek van Amnesty International. Dit was het hoogste aantal sinds 2015, toen waren het er 977. Meer dan de helft van de executies vond plaats vanwege drugsgerelateerde misdrijven: 418 mensen kregen de doodstraf.
Volgens Diana Eltahawy van Amnesty International wordt de doodstraf niet alleen ingezet voor misdrijven. De twee na grootste groep (292) die de doodstraf kreeg is beschuldigd van een moordmisdrijf. Voor verkrachting kregen mensen minder vaak de doodstraf (22) dan voor bijvoorbeeld afvalligheid (38). Zo werden het afgelopen jaar onder andere socialemediagebruikers, demonstranten en personen die de profeet zouden hebben beledigd geëxecuteerd. Ook werden vorig jaar vier minderjarige jongens tussen vermoedelijk 16 en 17 jaar geëxecuteerd. De reden van hun executie is onbekend.
Volgens Amnesty International zitten tussen de geëxecuteerden ook vaak arme mensen en onderdrukte etnische minderheden in Iran, zoals de Beloetsjen en Koerden. Deze executies gebeurden vaak in het geheim, zonder dat familieleden of advocaten van te voren waren ingelicht. „Het dodelijke anti-drugsbeleid van Iran draagt bij aan een cyclus van armoede en systematisch onrecht, en verergert discriminatie van gemarginaliseerde gemeenschappen”, zegt Eltahawy.
De doodstraf zou voornamelijk gebruikt worden om de kritische stemmen van de Iraanse bevolking het zwijgen op te leggen. Amnesty vreest dat het aantal executies de aankomende jaren blijf toenemen. In Iran wordt namelijk momenteel gewerkt aan een nog strengere drugswetgeving.
In 2024 werden er ook al doodstraffen uitgevoerd in Iran. Tot 20 maart zouden al ten minste 95 mensen geëxecuteerd zijn. De Iraanse autoriteiten weigeren vooralsnog informatie rondom doodvonnissen en executies te verstrekken. Amnesty International gelooft dus dat het aantal werkelijk geëxecuteerde personen nog hoger ligt.