
Ze zullen bij de afdeling klinische psychologie van de Erasmus Universiteit Rotterdam verrast opgekeken hebben toen econoom Henrico Stam (53) er zeven jaar geleden op eigen houtje aanklopte. Of hij promotieonderzoek mocht komen doen. Stam wilde uitpluizen wat de neurofysiologische component van een rookverslaving is. Niet omdat het zijn carrière ten goede zou komen, of omdat hij zichzelf nog iets te bewijzen had, maar ‘gewoon’ omdat het onderwerp hem al jaren bezighield. En zo stond de zakenman met een passie voor financiën, logistiek en productie een paar jaar later als buitenpromovendus hersenfilmpjes af te nemen bij zijn proefpersonen.
„Daar heb je weer van die dingen.” Stam trekt een vies gezicht als twee tieners, op het terras waar hij aan zijn jus d’orange nipt, een damppluim van een vape zijn kant op blazen. Hij verloor meerdere familieleden door roken, allemaal tussen de vijftig en zestig jaar. Tijdens het interview herhaalt hij meermaals dezelfde statistiek in andere woorden: jaarlijks wereldwijd acht miljoen doden door roken, 20 procent van de wereldbevolking rookt. „Er zijn veel studies gedaan naar de risico’s van roken op hart- en vaatziekten en kanker, maar de effecten van nicotine op de werking van het brein zijn onderbelicht gebleven.” Stam zag van dichtbij hoe moeilijk afkicken is. „Dat je al ziek bent en van alle kanten hoort dat je moet stoppen, en het je tóch niet lukt. Ik wilde begrijpen hoe dat kan.”
Leren van fouten
De econoom nam een spoedcursus neurofysiologie en dook het laboratorium in. Daar ontdekte hij dat rokers minder goed leren van fouten dan niet-rokers; hun zogenoemde foutrespons is verminderd. Dat onderzocht hij door proefpersonen te onderwerpen aan computertaakjes die ze goed of fout konden uitvoeren, terwijl hun hersenactiviteit gemeten werd met een EEG. Via elektroden die op de hoofdhuid worden geplakt, meet een EEG de elektrische activiteit van zenuwcellen in de cortex. Zo wordt in kaart gebracht welke hersengebieden reageren op een taak, en in welke mate.
Visualiseer je een foutrespons van de hersenen, dan ziet dat eruit als een soort sinusbeweging – een golfje boven de x-as, en daarna een omgekeerd golfje onder de x-as. „Als iemand een fout maakt, ontstaat eerst negatief geladen hersenactiviteit in de frontale kwab, de error related negativity (ERN)”, zegt Stam. „Als reactie op die ERN worden waarschuwingssignalen naar andere hersengebieden gestuurd, waardoor positief geladen hersenactiviteit ontstaat die voor het tweede, omgekeerde golfje zorgt, de error positivity.”
Bij rokers vond Stam een meer afgevlakte golfbeweging dan bij niet-rokers. „Dat geldt al bij minder dan tien sigaretten per dag.” Hij vermoedt dat de neurotransmitter dopamine een rol speelt. „We weten dat dopamine belangrijk is bij het maken van fouten: een goed uitgevoerde taak levert een dopaminepiek op, maar een fout juist een daling.” Die daling geeft een signaal af naar je hersenen om gedrag in de toekomst bij te sturen. „Van nicotine is, net als van andere verslavende middelen, bekend dat het gebruikers een dopaminepiek geeft. We vermoeden dat bij rokers al meer dopamine aanwezig is dan bij niet-rokers.” Fouten maken dan minder indruk.
Is die verminderde respons oorzaak of gevolg van een rookverslaving? Allebei, denkt Stam. „Er zijn aanwijzingen voor een genetische component, dat je geboren wordt met een verminderde foutrespons en je daardoor verslavingsgevoeliger bent. Maar mijn onderzoek toont ook aan dat roken de foutrespons verder vermindert. Als je door de nicotine steeds minder onder de indruk bent van je eigen schadelijke gedrag, wordt de kans een stuk kleiner dat je zomaar kunt stoppen.”
En Stam vond nóg iets interessants, gestoeld op hypotheses dat verslaving hand in hand gaat met impulsief gedrag. „We lieten impulsieve en niet-impulsieve mensen een langetermijnkeuze maken die tegen hun eigen voorkeur inging, en zagen in beide groepen een hevige foutrespons.” Niet-impulsieve mensen corrigeren zichzelf dus mogelijk automatisch na het eten van een tweede stuk taart, bijvoorbeeld, of het opsteken van een sigaret. „Maar andersom geven de hersenen van impulsieve mensen een foutrespons als ze voor een verstandige langetermijnkeuze gaan. Dat maakt afkicken erg ingewikkeld.”
Voorportaal voor andere middelen
Stam maakt zich zorgen om het grote aantal kinderen, „van soms nog maar 12 jaar”, die met één vape al de hoeveelheid nicotine van een pakje sigaretten binnenkrijgen terwijl hun hersenen nog in ontwikkeling zijn. „We weten uit studies dat sigaretten ‘gateway drugs’ kunnen zijn, een voorportaal voor het gebruik van andere verslavende middelen. „Zo’n tweederde van de vapers rookt ook gewone sigaretten.” Vapende jongeren hebben een grotere kans om op latere leeftijd bijvoorbeeld cannabis te gaan gebruiken of zwaar te gaan drinken
Een grote disclaimer bij de resultaten van zijn studie is volgens Stam op zijn plaats. „Dit is extreem fundamenteel onderzoek”, zegt hij. „De verminderde foutrespons die we vonden bij rokers zien we bijvoorbeeld niet terug in gedrag: de rokers uit onze testgroep maakten niet méér fouten dan niet-rokers.” Hoe dat kan is nog een groot vraagteken. Wél denkt Stam dat zijn resultaten een startpunt kunnen zijn voor verder onderzoek. „Nu we weten dat het leren van fouten verstoord is in rokers, kun je bijvoorbeeld denken aan nieuwe vormen van hersenstimulatie als ondersteuning van andere behandelingen om te stoppen met roken.”
