Human Rights Watch (HRW) waarschuwt voor mensenrechtenschendingen als Donald Trump opnieuw president is van de Verenigde Staten. „Trumps terugkeer in het Witte Huis bedreigt niet alleen rechten binnen de VS maar ook, door te handelen en door het gebrek daaraan, het respect voor mensenrechten wereldwijd”, zegt HRW-directeur Tirana Hassan in het jaarlijkse rapport van de mensenrechtenorganisatie dat donderdag verscheen.
HRW is bezorgd dat Trump in zijn tweede termijn de „serieuze rechtenschendingen” van zijn eerste termijn zal herhalen, of zelfs uitvergroten. De regering-Trump heeft eerder laten zien dat het op nationaal niveau de rechten van „migranten, vrouwen en lhbti’ers” aanvalt, „maar de gevolgen voor het buitenlands beleid kunnen ook zeer ernstig zijn”, benadrukt Hassan.
Rapport van 500 pagina’s
Volgens de mensenrechtenorganisatie stonden afgelopen jaar over de hele wereld democratieën onder druk: veel verkiezingen werden gedreven door „racisme, haat en discriminatie”. De wereld was in 2024 getuige van de „meest extreme schendingen”, zegt Hassan.
In het jaarlijkse, meer dan 500 pagina’s tellende rapport gaat HRW in op de mensenrechtensituatie in meer dan honderd landen. Veel aandacht gaat uit naar de toegenomen repressie in landen als Rusland, India en Venezuela, en naar de voortzetting van oorlogen in Gaza, Soedan en Oekraïne.
Ook maakt HRW melding van jihadistische groeperingen en nationale legers in West-Afrika die afgelopen jaar „volledig straffeloos” burgers hebben gedood. Het gaat dan vooral over Burkina Faso en Mali, landen geregeerd door militaire regimes.
Eerder beschuldigde de in New York gevestigde organisatie Israël al van oorlogsmisdaden in Gaza en ‘daden van genocide’, dat laatste door het blokkeren van de watertoevoer in de Gazastrook. HRW hekelt ook de huidige Amerikaanse president Joe Biden, die „de wapenoverdrachten naar Israël hebben voortgezet terwijl het bewijsmateriaal zich opstapelt over het gebruik van Amerikaanse wapens om burgers te doden in Gaza”, aldus Hassan tegen persbureau AFP.
Lichtpuntjes
Ondanks het sombere beeld van de mensenrechtensituatie op de wereld, is niet alleen maar sprake geweest van zwarte scenario’s volgens HRW: massale demonstraties in onder andere Georgië, Venezuela en Zuid-Korea getuigen van de „collectieve kracht die overheden dwingt basisrechten te handhaven”. Ook put de mensenrechtenorganisatie hoop uit de val van het Syrische regime van Bashar al-Assad afgelopen jaar.
„Het is te vroeg om te kunnen zeggen hoe de toekomst van Syrië eruit zal zien”, zegt Hassan. Maar volgens HRW tonen de ontwikkelingen in Syrië de grenzen van de macht van autocratieën, en biedt de machtswisseling een kans om een overheid te installeren die mensenrechten respecteert. HRW roept de huidige leiders van het land op om de rechten van alle Syriërs te beschermen in een nieuwe grondwet.
Weken van speculatie gingen eraan vooraf. Zou tijdens de internationale VN-oceanenconferentie in Nice, van 9 tot en met 13 juni, eindelijk de zo belangrijke High Seas Treaty worden geratificeerd? Zestig landen waren er minimaal nodig om het verdrag over de bescherming van internationale wateren formeel te bekrachtigen; bij aanvang van de top stond de teller op 31. President Emmanuel Macron was hoopvol: volgens hem hadden voldoende landen hun steun al toegezegd. Ursula von der Leyen, voorzitter van de Europese Commissie, zei dat de wereld nog maar „een paar inch” verwijderd was van ratificatie.
Toch eindigde de UNOC-3-top vrijdagavond met slechts vijftig handtekeningen op de teller – onder andere van Nederland bleef bekrachtiging uit. Dat gebrek aan daadkracht lijkt tekenend voor de conferentie. In de marge werden knopen doorgehakt – Peru belooft een vaarroute te verleggen ten gunste van bultruggen, Frans-Polynesië komt met een ongekend omvangrijk zeereservaat – maar écht grote beslissingen werden niet genomen.
Veel natuur- en milieuorganisaties reageren kritisch. Greenpeace spreekt in een verklaring van „holle vooruitgang”. Stichting De Noordzee schrijft op de eigen website over „een gemiste kans” en „pijnlijke afwezigheid” van de Nederlandse politiek.
Kirsten Schuijt, internationaal directeur bij WWF, zegt dat het congres zorgde voor „wind in de zeilen”, maar onderstreept ook dat het tijd wordt voor actie. „Het doel van de High Seas Treaty is dat 30 procent van de oceanen in 2030 beschermd is. Daar zijn we nog lang niet. We zeilen kortom over stormachtige zeeën en moeten goed blijven navigeren om ons einddoel te bereiken.”
Lees ook
Lees ook De mens heeft veel aan de oceaan te danken, maar wat kan de mens voor de oceaan doen?
Summier over klimaat
Han Dolman, die als directeur van het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) in Nice aanwezig was bij de wetenschappelijke besprekingen voorafgaand aan UNOC-3, vond de top „niet heel veel opleveren”. „Ja, in abstracte termen is er een hoop onderstreept en toegezegd, en op sommige deelonderwerpen zijn successen behaald. Zo zijn er plannen voor een groot plasticverdrag en is er een coalitie opgericht voor de bescherming van haaien en roggen. Maar over ándere belangrijke onderwerpen, zoals onderzoek naar de gevolgen van mariene CO2-opslag en een potentieel verbod op bodemberoerende visserij, bleef het pijnlijk stil.”
Ook wordt in de slotverklaring slechts heel summier over de gevolgen van klimaatverandering gesproken. Dolman: „In een eerdere conceptversie stond een hele alinea over het belang van het Akkoord van Parijs en het streven naar CO2-reductie. Dat is allemaal geschrapt. Daaraan zie je de politieke inmenging terug.” Schuijt: „We blijven streven naar een gezonde, veerkrachtige oceaan, maar daarvoor is wel meer samenwerking nodig.”
Onderwatermetalen
Heet hangijzer op de conferentie was de diepzeemijnbouw, extra actueel nu het Amerikaanse bedrijf The Metals Company aanstalten maakt om mangaanknollen te oogsten van de oceaanbodem. Fabrikanten van elektrische auto’s staan te springen om die onderwatermetalen: daarmee kunnen ze meer en grotere accu’s maken. Maar wetenschappers waarschuwen al tijden dat de gevolgen voor oceaanecosystemen nog onvoldoende bekend zijn. Op dat vlak bracht de UNOC-3 gematigd goed nieuws voor de natuur: 37 landen hebben in Nice opgeroepen tot een tijdelijk uitstel, totdat meer over de precieze gevolgen bekend is.
„De grootste winst van de conferentie is de toegenomen aandacht voor de oceanen”, zegt Dolman. „Dat zie je ook bij de diepzeemijnbouw. Afgelopen week kwamen NSC, D66 en GroenLinks-PvdA met een motie om in gesprek te gaan met Allseas, een deels Nederlands bedrijf dat banden heeft met The Metals Company. Minister Hermans heeft dat inmiddels toegezegd, dat is een lichtpuntje.”
Over het uitblijven van het High Seas Treaty-succes is hij minder te spreken. „Wat die tien laatste handtekeningen betreft maak ik me niet al te veel zorgen, die zullen later dit jaar nog wel volgen. Maar ik schaam me gewoon dat Nederland niet meedoet. Twee jaar geleden waren de ambities nog torenhoog, en nu… Met een bevlogen kabinet was dit nooit gebeurd.”
Zelfs als het oceanenverdrag snel wordt geratificeerd, betekent dat overigens nog niet dat de oceanen daarmee direct zijn beschermd: pas na 120 dagen wordt het verdrag internationaal rechtsgeldig. Vanaf dan zullen beslissingen worden genomen via de zogeheten Conference of the Parties, een terugkerende top zoals die er bijvoorbeeld ook al is voor klimaat en biodiversiteit.
Pakweg een jaar geleden, op een hotelkamer van een luxueus trainingscomplex op Lanzarote, maakte judoka Sanne van Dijke (29) het grootste fysieke dieptepunt van haar carrière door. Het is „onwerkelijk” hoe dat is gegaan, zegt ze terugkijkend.
Ze wil er niet zielig over doen. En ze wil al helemáál niet overkomen alsof ze zich aan het indekken is, als het deze dinsdag niet gaat zoals ze wil op de wereldkampioenschappen judo in Boedapest. „Als ik nu verlies, dan ligt het aan mezelf”, zegt ze in een gesprek voorafgaand aan de WK. „En niet zo van: ja, maar ik heb zo’n slechte rug.” Want daar zat het hem dus in: die rug.
Rond de jaarwisseling van 2024 stond ze er nog zo goed voor. Van Dijke – tweemaal Europees Kampioen, winnaar van WK-medailles en olympisch brons in 2021 – was eerste op de wereldranglijst. Ze had net het prestigieuze grand slam van Tokio gewonnen. Geen garantie, zegt ze nu, maar in Parijs had ze een behoorlijke kans op een tweede olympische medaille.
Totdat ze in januari een hernia kreeg. Aanvankelijk herstelde ze, maar een paar weken daarna zat het opnieuw niet goed. Wat er precies aan de hand was wist ze toen nog niet. In april ging het echt flink mis: na een techniektraining moest ze noodgedwongen tien dagen op bed blijven. Uit chagrijn, omdat ze zich had moeten afmelden voor de WK van ’24, besloot Van Dijke daarna dan maar naar dat complex op Lanzarote te gaan, om aan haar conditie te werken. Tegen beter weten in, eigenlijk.
Slepend naar het zwembad
Eenmaal op Lanzarote is het opnieuw „geëscaleerd”, zegt ze nu. ’s Ochtends was ze wezen fietsen. Daarna ging het een stuk slechter en moest ze even gaan liggen. „Toen was de lunch en wilde ik uit bed komen. Maar dat lukte niet.” Te veel pijn. Avondeten: zelfde verhaal. „Toen dacht ik: morgen kijk ik wel even.” Maar de volgende dag lukte het óók niet: geen lunch, geen diner. Met alleen een flesje water lag ze bijna twee dagen op haar kamer. Hulp van haar vriendin, die aanbood om personeel van het hotel te charteren, sloeg ze af. Ze voelde zich kwetsbaar, zegt ze. Ze had aanvankelijk gedoucht en was niet aangekleed.
Omdat Van Dijke de dag daarna zou vliegen, moest er iets gebeuren. „Toen dacht ik: in het water gaat het wel beter. Ik moet gewoon in dat zwembad komen.” Liggend op de grond wurmde ze zich in haar bikini. Vervolgens kroop ze naar het zwembad, om zich „als een walvis” in het water te laten vallen. Met haar kleren aan is ze daarna gaan slapen, de volgende dag sleepte ze zichzelf naar het vliegveld. „Toen ik thuis kwam zei mijn vriendin: dit gaan we niet meer doen.”
Het bleek dat Van Dijkes oorspronkelijke hernia verder was ‘uitgestulpt’. Het was dermate ernstig dat na thuiskomst met spoed geopereerd werd. Zes weken voor de Spelen, precies wat ze níét wilde: voor herstel staat normaal zo’n zes tot negen maanden. Maar ze had zoveel pijn, ze kon niet anders.
Toch schreef haar chirurg Van Dijke niet meteen af. „Hij zei: als jij met deze hernia kracht- en conditietraining hebt gedaan, zelfs nog op de mat hebt gestaan, dan ben je mentaal wel ver.” Als ze zóveel kon dragen, dacht hij, dan had ze ook best kans op ‘Parijs’.
Terecht, zo bleek, want wonder boven wonder haalde Van Dijke de Spelen wel. Na die operatie, nadat eindelijk die beknelde zenuw bevrijd was, voelde ze zich meteen al zoveel beter dat ze in een klap stopte met de Oxycodon (morfinepijnstillers) die ze al twee maanden slikte. „De naweeën van de operatie waren véél minder erg dan die hernia zelf.” Met behulp van haar fysio en krachttrainer stoomde ze zichzelf in zes weken klaar voor de Spelen.
Net naast een medaille
In Parijs greep ze zelfs maar net naast een medaille: ze verloor haar partij om het brons. In tranen stond ze daarna de pers te woord. Opnieuw schiet Van Dijke vol als ze aan dat moment denkt. „Het was gewoon… voor het eerst was ik echt trots op mezelf. En ik heb er ook van kunnen genieten. Normaal ben ik daar veel te zenuwachtig voor, te gestrest, dan lukt het pas achteraf. Maar toen had echt wel een besef: ik sta hier toch maar weer.”
Hoe bijzonder dat moment ook was: was het eigenlijk wel verantwoord? Heeft ze daar achteraf nog weleens bij stilgestaan? Van Dijke laat een korte pauze vallen. „Haha. Nou, goed, ik heb goedkeuring gehad van een arts, laten we dat vooropstellen. Achteraf is het mooi wonen. Had ik nu in een rolstoel gezeten, dan niet. Maar ja, het is gebleken dat het verantwoord was.”
Nog zo’n vraag: had iemand haar moeten behoeden voor haar grenzeloze ambitie? Zodat ze bijvoorbeeld niet met een zware hernia naar Lanzarote was vertrokken? Ze vindt van niet. „Misschien hadden we wel eerder een mri moeten laten maken. Maar door de morfine die ik kreeg dacht ik ook: het gaat wel weer. Laat mij maar doorgaan.”
Veel heeft ze – toen en sindsdien – niet over die hernia verteld. Inmiddels ligt het ook wel achter haar, zegt ze. Maar dat duurde nog een flinke tijd. Na de Spelen heeft Van Dijke nog maandenlang gerevalideerd: haar rug ontzien, netjes oefeningen gedaan.
Sinds januari weer op de mat
Pas sinds januari staat ze weer op de mat. Het was wennen. „De eerste maanden had ik echt even het gevoel: hoe doe ik dit ook al weer? Ik was vooral heel traag. Moest overal over nadenken. Nou, daar heb je geen tijd voor. Nu ben ik pas weer een beetje aan het bouwen.”
Waar ze sportief staat weet ze niet precies. Ze heeft amper toernooien gejudood. Bij de EK in april verloor ze meteen haar eerste ronde. Ze trof er de sterke Szofi Özbas die later Europees kampioen zou worden. Op het grand slam van Tblisi won ze zilver (ze verloor er van dezelfde Özbas).
Haar rug speelt in het judo in ieder geval nog maar weinig mee, zegt Van Dijke. „Bij trainingen denk ik er niet over na. Alleen met sommige bewegingen.” Maar pijntjes zijn spannend. „Ik kan een beetje paniekerig zijn als ik iets voel. Rugklachten zijn niet nieuw, voor geen enkele judoka. Je vraagt veel van je lijf.” Toch is lang zitten uiteindelijk slechter en pijnlijker dan trainen, zegt ze. „Mijn chirurg maakt zich meer zorgen over het feit dat ik iedere dag naar Papendal rij.”
Mentaal heeft het haar wel veranderd. „Ik heb wel geleerd dat er grenzen zijn die ik niet wil overschrijden. Vroeger zei ik altijd: als ik naar de Olympische Spelen kan, maar ze moeten daarna wel mijn been amputeren, dan is dat maar zo. Zoiets zul je van mij nu niet meer horen. Sport is leuk, het is mijn passie. Maar iedere dag zoveel pijn, dat je niet weet hoe je de volgende ochtend wakker wordt, dat is het me niet waard. Ik wil me nooit meer zo voelen als vorig jaar. Als dat onvermijdelijk zou worden, dan stop ik gisteren.”
De lijsttrekkersverkiezing van Nieuw Sociaal Contract (NSC) tussen Eddy van Hijum en Diederik Boomsma heeft alle ingrediënten in zich om de partij ten diepste te verdelen. Hoewel het partijbestuur probeert enige grip op het proces te bewaken, dreigt een scenario als dat van de VVD in 2006. Toen won Mark Rutte de lijsttrekkersverkiezing na een felle strijd nipt van Rita Verdonk. Maar over die verkiezing praten VVD’ers nog altijd met afgrijzen.
De strijd legde destijds bloot dat de VVD uit kampen bestond: een bestuurlijk kamp en een meer populistisch kamp. De machtsstrijd werd pas in het voordeel van Rutte beslist toen hij Verdonk in 2007 uit de fractie zette. Het kostte jaren voordat de VVD hier weer bovenop was.
NSC, een partij zonder echte leider, moet een lijsttrekker voor de Tweede Kamerverkiezingen aanwijzen. Oprichter Pieter Omtzigt vertrok in april. Zijn opvolger Nicolien van Vroonhoven maakte zaterdag na lang aarzelen bekend zich niet te kandideren. Twee prominente NSC’ers maakten voor de deadline van zaterdagavond bekend zich wel te kandideren: demissionair vicepremier en minister Eddy van Hijum (Sociale Zaken) en Tweede Kamerlid Diederik Boomsma.
Nu moet eerst het partijbestuur, onder leiding van voorzitter Kilian Wawoe, een voordracht doen. Dat gebeurt dinsdag. Maar: een andere kandidaat mag zich ook daarna nog verkiesbaar stellen, en dan beslissen de leden. Het kan dus zomaar zijn dat de ene kandidaat de steun van het partijbestuur krijgt, terwijl de ander juist populairder is onder leden. Op 30 juni sluit de stemming onder leden, waarna er een lijsttrekker moet zijn.
Twee vleugels
Met deze twee kandidaten heeft NSC, toch al een partij in grote nood, de verdeeldheid onbedoeld georganiseerd. Beide NSC’ers staan voor twee totaal verschillende vleugels. Daarbij zijn ze, allebei op hun eigen manier, controversieel in hun partij.
Eddy van Hijum.
Foto Laurens van Putten/ANP
Eddy van Hijum (53) is, om het met de VVD in 2006 te vergelijken, de Mark Rutte van deze verkiezing. Hij is populair bij de partij-elite, maakte naam als medeonderhandelaar van Pieter Omtzigt tijdens de kabinetsformatie en heeft een ruime ervaring als politicus en bestuurder.
In een brief op LinkedIn keerde Van Hijum zich dit weekend tegen „politici die polariseren tot kunst verheffen en onvrede voeden”. Hij werd in 2003 Kamerlid namens het CDA, en was onder meer gedeputeerde in Overijssel.
Maar Van Hijum heeft zich bij een deel van de partij recent niet geliefd gemaakt. Hij verzette zich als minister tegen een amendement van Tweede Kamerlid en partijgenoot Agnes Joseph. Zij wilde inspraak regelen bij de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel. Volgens Van Hijum was dat onwerkbaar. Het leidde tot een zelden vertoonde botsing tussen partijgenoten in het Kamerdebat hierover. Agnes Joseph zei dat Van Hijum „de bevolking voor de gek houdt”.
Het amendement redde het net niet, tot grote teleurstelling van Joseph. Maar veel NSC’ers waren trots op haar, op het partijcongres van vorige maand werd ze uitbundig toegeklapt. (Ook door Eddy van Hijum, die op de eerste rij zat.) NSC’ers vertelden na afloop dat ze in haar vechtlust iets van Pieter Omtzigt herkenden. Dat hadden ze gemist in de maanden dat NSC ongelukkig zat te zijn in de coalitie met PVV, VVD en BBB.
Meest rechtse NSC’er
Diederik Boomsma zou, opnieuw in analogie met 2006, te vergelijken zijn met Rita Verdonk. Rechts, mediageniek en niet bang zijn mening te geven. Net als Van Hijum heeft Boomsma een verleden in het CDA. Hij was jarenlang gemeenteraadslid in de links georiënteerde raad van Amsterdam.
Diederik Boomsma.
Foto Dirk Hol/ANP
Boomsma (46) is nog geen jaar Kamerlid, maar viel op in debatten over asiel en migratie. Hij staat in de fractie bekend als rechts, misschien wel de meest rechtse NSC’er die ze hebben. In Trouwnoemde Van Vroonhoven hem deel van de „uiterst rechtse flank” van de partij. In asieldebatten pleitte hij vaak voor een veel strenger asielbeleid, en voor een „veel lagere bovengrens” aan het aantal mensen dat zich blijvend in Nederland mag vestigen.
Binnen de top van NSC bestaat de vrees dat de fractie zal scheuren als Boomsma lijsttrekker wordt
Binnen de top van NSC bestaat de vrees dat als Boomsma lijsttrekker wordt, de fractie van twintig Kamerleden zal scheuren. Voor sommige fractieleden is hij simpelweg te rechts. Aan de andere kant weten ze dat de partij een aansprekende leider nodig heeft om uit het enorme electorale dal te klimmen waar de partij al maanden in zit. Peilingen geven NSC al lange tijd tussen de nul en drie zetels.
Ontmoedigen
Dat Nicolien van Vroonhoven besloot niet door te willen als lijsttrekker, is voor velen in de partijtop een opluchting. Van Vroonhovens kracht was dat ze Omtzigt steunde, de rust in de fractie bewaarde. NSC’ers noemen haar een ‘moeder’ voor fractieleden. Maar ze zagen ook dat debatteren en het politieke handwerk haar veel minder goed afgaan.
Binnen de top van NSC bestaat de vrees dat de fractie zal scheuren als Boomsma lijsttrekker wordt
De vacaturetekst van het partijbestuur voor een nieuwe lijsttrekker leek volgens NSC’ers geschreven om Van Vroonhoven te ontmoedigen. Er wordt gezocht naar iemand die „charismatisch en inspirerend” is, iemand met een „verhaal”, en een „duidelijke en coherente visie op de toekomst van Nederland”.
Van Vroonhoven schreef zaterdag dat ze „de meest rechtse elementen in deze coalitie” heeft weten „in te kapselen”, maar dat ze de volledige inzet voor een campagne nu niet kan geven. Opvallend: ze zei hardop wat veel NSC’ers alleen achter de schermen durven te zeggen: „Een wat lager zetelaantal had ik misschien als een verademing gezien.”
Van Vroonhoven is in feite weg als leider, en NSC moet op zoek naar een nieuwe. Wie het bestuur ook voordraagt, wie het uiteindelijk ook wordt, nog meer verdeeldheid ligt op de loer.