N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Commerciële huisartsenketens Nieuwe commerciële huisartsenketens zijn voortdurend in opspraak vanwege slechte zorg. Toezichthouders lijken niet bij machte in te grijpen. En zorgverzekeraars blijven de omstreden ketens betalen.
Amsterdam. Bart Bruijn (63) stopt ermee. De huisarts uit het Zuid-Hollandse Streefkerk zoekt geschikte kandidaten om zijn praktijk over te nemen. „Maar geen commerciële zorggelduitvreters”, tikt zijn echtgenoot dinsdag op X (voorheen Twitter). „Wij willen onze patiënten niet in de steek laten.”
Bruijn runde bijna 25 jaar lang een eigen praktijk in het Groene Hart, vlak bij de Lek. Hij is een bekende in de Nederlandse zorgbranche door zijn strijd tegen allerlei misstanden in de medische wereld. De activistische dokter is zelf ook patiënt en hoopt zijn praktijk nu veilig onder te brengen. „Maar het is uitgesloten dat onze praktijk naar een of andere keten gaat”, licht hij telefonisch toe. „Ben je besodemieterd.”
Zijn aversie tegen in zijn ogen alleen op winst gerichte huisartspraktijken heeft een goede reden. Steeds frequenter zijn zulke formules in opspraak. Quin Dokters zorgde twee jaar geleden voor de eerste onrust onder patiënten toen de ‘digitale aanpak’ niet werkte en resulteerde in een klachtenregen. De keten Centric Health kreeg in april van dit jaar van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) een uitbrander vanwege „ernstige tekortkomingen” die leidden tot „een groot risico voor de patiëntveiligheid” .
Snel groeiend Co-Med
De laatste maanden is het snelgroeiende Co-Med (9,4 miljoen omzet, 1,2 miljoen winst) regelmatig in opspraak.
Patiënten stonden op de gekste momenten voor dichte deuren. Begin mei sloot een praktijk van Co-Med in het Brabantse Reusel plots. Wegens omstandigheden, meldde een briefje aan het toegangshek. Permanent dicht, bleek later. Patiënten kregen het advies een telefoonnummer te bellen dat slecht bereikbaar bleek.
In Waalwijk waarschuwde Co-Med dat zijn net gekochte praktijk met 3.000 patiënten „in verband met vakantie beperkter beschikbaar” zou zijn. Dat bleek tijdelijke sluiting in te houden. Ook in Enschede is onvrede ontstaan over de vakantiebezetting van een praktijk met zo’n 9.000 patiënten.
Artsen zijn eveneens boos op Co-Med. Vorige week besloten de huisartsen die in Zwolle, Flevoland en Hardenberg samen de spoedzorg organiseren de Zwolse praktijk van Co-Med uit de huisartsenpost te zetten. Het verwijt: de praktijk verzaakt zijn plicht dienstenroosters te draaien die patiënten ook buiten kantoortijden van spoedzorg verzekeren. Doordat Co-Med geen handjes levert, moeten andere artsen inspringen. Co-Med zegt dat hier duidelijk sprake is van tegenwerking en daarover te hebben geklaagd bij de toezichthouders.
Patiënten uit de regio Zwolle blijven voor spoedzorg terecht kunnen bij de centrale huisartsenposten van de regionale organisatie, maar Co-Med zal daarvoor een rekening van de regionale organisatie krijgen.
De Patiëntenfederatie vindt het „te gek voor woorden”. Voorzitter Dianda Veldman waarschuwde eerder deze week dat de inspectie pas kan ingrijpen als er kwaliteitsproblemen zijn. Maar zelfs dat blijkt nu de vraag.
Uitspraak van de rechter
De inspectie probeert Co-Med al langer aan te pakken, maar slaagt er niet in, blijkt uit een uitspraak van de rechter die vorige week openbaar werd. De inspectie sprak de keten al in september 2021 aan op slechte bereikbaarheid. De IGJ stelde de instelling in februari 2023 onder verscherpt toezicht en waarschuwde Co-Med op 2 juni dat zij het voornemen had in te grijpen. Dat gebeurde op 23 juni. De inspectie concludeerde dat „op meerdere locaties op meerdere dagen” fysiek geen huisarts aanwezig was. Patiënten lopen „een groot veiligheidsrisico”, de zorg kampt met „ernstige tekortkomingen”, liet zij aan Co-Med weten.
Zij verordonneerde Co-Med binnen een week de problemen op te lossen, anders zouden financiële sancties volgen.
Co-Med stapte naar de voorzieningenrechter. Hierdoor was de inspectie verplicht haar conclusies nog niet publiek te maken en patiënten te informeren. En de rechter besloot de zitting achter gesloten deuren te behandelen – uitzonderlijk.
Co-Med verzocht de rechter het besluit van de inspectie te schorsen „zodat publicatie hiervan voorkomen wordt”. Publicatie zou namelijk niet alleen resulteren in onrust onder patiënten, maar ook in onzekerheid bij het personeel van Co-Med over hun baan.
„Anders gezegd, hier speelt het gevaar van self-fulfilling prophecy”, zegt gezondheidseconoom Xander Koolman van de VU. Het openbaar maken van de ingreep door de IGJ kan meteen het einde van de organisatie inhouden. „De stevige wijze waarop de inspectie Co-Med wilde aanpakken zou direct tot een faillissement kunnen leiden.”
Volgens de rechter zijn de normen voor bereikbaarheid van zorg niet zo hard als de inspectie meent. Zo hebben de huisartsen zelf onlangs in hun landelijke beroepsvereniging besloten dat praktijken wel een dagdeel per week dicht mogen zijn en verslechteren daarmee zelf de toegang tot zorg. En de rechter vindt een termijn van één week die Co-Med kreeg om de boel op orde te krijgen onredelijk. Die noemt het besluit van de inspectie zelfs „onzorgvuldig en mogelijk zelfs onverantwoord” als rekening wordt gehouden met de complexe problematiek waarmee de huisartsenzorg in Nederland kampt. Er zijn veel meer praktijken die met bezettingsproblemen worstelen. En Co-Med zegt te worden tegengewerkt door traditionele huisartsen bij de afstemming van zorg buiten de kantooruren. De rechter wijst erop dat de eindverantwoordelijkheid voor samenwerking bij regionale traumacentra ligt – gespecialiseerde ziekenhuizen – en niet bij een individuele praktijk als Co-Med.
Rechter stelt bedrijfsbelang van Co-Med boven dat van de patiënten en ingehuurd personeel
Xander Koolman gezondheidseconoom
Dus Co-Med haalde zijn gelijk, en het besluit van de inspectie om de keten aan te pakken werd geschorst. „In feite stelt de rechter het bedrijfsbelang van Co-Med boven dat van de patiënten en ingehuurd personeel”, concludeert gezondheidseconoom Koolman.
Zorgautoriteit keurt overnames goed
De Nederlandse Zorgautoriteit, een andere toezichthouder, keurt ondertussen de ene na de andere overname goed. Zij toetst vooral of de overnames procedureel kloppen. De toezichthouder doet wel onderzoek naar Co-Med, maar dat is pas naar verwachting eind van dit jaar klaar.
De aanvliegroute van Co-Med ziet er weldoordacht uit. De keten wil artsen ontzorgen, ontdoen van de sterk gegroeide bureaucratische last. Dat houdt in: de administratie, ict en andere kantoorwerkzaamheden centreren op het hoofdkantoor in Maastricht. Co-Med gebruikt meer digitale technieken als consulten op afstand om de werkdruk van huisartsen te verlichten, de toegang voor patiënten te vergroten en kosten te besparen.
Artsen kampen met verouderde wetgeving, daar lijkt iedereen het over eens. Als ‘praktijkhouder’ val je onder een strenge wet die allerlei verplichtingen geeft voor bereikbaarheid en achtervang van spoedzorg. Veel jonge artsen willen liever waarnemer zijn: gewoon invallen, veelal parttime, bij een praktijk zonder alle zware eisen van permanente beschikbaarheid. De tuchtrechtelijke risico’s concentreren zich ook bij de praktijkhouders.
Het komt dikwijls voor dat huisartsen geen opvolger kunnen vinden voor hun praktijk. Verzekeraars zijn in dat opzicht wel blij met een nieuwe partij als Co-Med. „Er is geen tekort aan huisartsen, maar een tekort aan huisartsen die praktijkhouder willen zijn. Co-Med stapt in dat gat”, zegt Gaby Prins-Siemons van zorgverzekeraar CZ.
Er is een tekort aan huisartsen die praktijkhouder willen zijn. Co-Med stapt in dat gat
Gaby Prins-Siemons zorgverzekeraar CZ
Het verdienmodel van commerciële ketens is overzichtelijk. Artsen worden vooral tijdelijk ingehuurd. Die kan je net als andere leveranciers na een paar maanden betalen. Tegelijkertijd krijgt iedere praktijk per kwartaal van de verzekeraar een vast bedrag voor zijn patiënten. Die tarieven zijn landelijk vastgesteld en afhankelijk van leeftijd en locatie waar de patiënt woont. De arts krijgt een hoger ‘inschrijftarief’ voor oudere mensen en voor mensen uit een achterstandswijk. Een doorsnee praktijk heeft 3.000 patiënten die een vaste geldstroom van 60.000 tot 150.000 euro per kwartaal genereren. „Als je het niet zo nauw neemt met de bereikbaarheid dan is het gemakkelijk om hier miljoenen aan winst uit te trekken”, zegt Koolman.
Perverse prikkel
De vrees bestaat dat ketens als Co-Med een perverse prikkel hebben praktijken te ‘kopen’ om aan geld te komen. De verzekeraars betalen deze abonnementsgelden. Zij zijn de meest voor de hand liggende partijen om wat te doen tegen eventuele misstanden. Maar volgens Gaby Prins-Siemons van CZ is dat te makkelijk gezegd.
De juristen van de zorgverzekeraar zochten uit of ze declaraties konden weigeren. Maar wat valt precies onder het inschrijftarief? „In Reusel ging de praktijk dicht, maar kon je wel een nummer bellen, digitale zorg. Daar kun je kwalitatief wat van vinden, maar je komt wel in een discussie terecht of je daarvoor een rekening mag indienen. Dat is een grijs gebied.”
DSW is de enige verzekeraar die expliciet ervoor koos een praktijk in Pijnacker van de keten Centric Health niet te gaan betalen en zelfs geld terug te vorderen. De grote verzekeraars zijn minder confronterend. „Als je dat al zou doen, wat los je er dan mee op”, vraagt Prins-Siemons zich af. Verzekeraars als VGZ en CZ kiezen voor gesprekken. CZ voert meerdere keren per week gesprekken met Co-Med en andere artsen in de regio om de huidige problemen op te lossen. „Ons grootste belang is dat onze patiënten huisartszorg krijgen. Als een partij als Co-Med failliet zou gaan, zitten direct 50.000 patiënten zonder huisarts.”
Co-Med zegt te worden geconfronteerde met „vaak suggestieve vragen die wij niet kunnen plaatsen maar wel vaak leiden tot negatieve berichtgeving in de media.” Er gaat „heel veel goed, maar helaas niet alles” – een gevolg van de snelle groei. Daarom heeft Co-Med besloten de rest van dit jaar geen overnames te plegen om de organisatie op orde te brengen.
Huisarts Bart Bruijn zegt altijd voor dit soort excessen te hebben gewaarschuwd. „Je zag het tien jaar geleden voor het eerst toen artsen in Oost-Groningen geen waarnemers en opvolgers konden vinden. Daarna kwam Zeeland en nu zie je het in het hele land.”
Koolman benadrukt de cruciale rol die huisartsen hebben en dat zij steeds meer chronische zorg van ziekenhuizen overnemen. De huisartsen zijn de poortwachter en doorverwijzers in het stelsel. „Als doorverwijzers zijn zij verantwoordelijk voor een groot deel van onnodige vervolgkosten die gemaakt worden in ziekenhuizen. Als huisartsen zich aan de afspraken binnen de beroepsgroep hielden, en zich niet meer lieten uitkopen door commerciële ketens, dan was dit probleem met ketens klein gebleven. Nu zorgen deze huisartsen voor een uitverkoop van de eerstelijnszorg. Als dit proces niet gekeerd wordt, dan gaan we hier nog jarenlang spijt van krijgen”.