Het klonk hoopvol afgelopen zondag. Israël liet verrassend weten dat het de meeste van zijn troepen had teruggetrokken uit het zuidelijke deel van de Gazastrook. Slechts één brigade – enkele duizenden militairen – is achtergebleven in het centrum van de Gazastrook. Dit nieuws volgde op een andere veelbelovende toezegging: Israël zou meer grensposten openen zodat er eindelijk meer humanitaire hulp kon vloeien naar de hongerende Gazanen.
Vormde dit – precies een half jaar na het uitbreken van de Gaza-oorlog – dan toch het begin van betere tijden voor de zwaar beproefde inwoners? Die hoop is voorbarig, bleek in de daaropvolgende dagen. Weliswaar zijn de gevechten, vooral in het zuiden, duidelijk geluwd, maar daarmee is de oorlog nog allerminst voorbij. Zowel Israëls legerleider Herzl Halevi als premier Benjamin Netanyahu hamerde daarop zondag direct. De militairen krijgen tijd op adem te komen maar daarna worden ze opnieuw ingezet.
Netanyahu ging maandag nog een stap verder en verklaarde dat er inmiddels een datum is vastgesteld voor het inzetten van een offensief bij de zuidelijke grensplaats Rafah, het laatste grote bolwerk van Hamas. Wanneer dat precies zal beginnen, onthulde hij niet. Evenmin is duidelijk of dat een grootscheeps grondoffensief zal zijn of kleinschalige maar gerichte aanvallen, bijvoorbeeld op de militaire leiders van Hamas.
Met die aankondiging lijkt Netanyahu de zware buitenlandse druk, vooral van de Verenigde Staten, om van zo’n offensief af te zien te negeren. President Joe Biden heeft zo’n aanval „een rode lijn” genoemd, zolang Israël geen adequate voorzieningen treft voor de evacuatie van ongeveer 1,3 miljoen ontheemden bij Rafah. Veel heeft Israël daarvoor nog niet geregeld, al werd dinsdag bekend dat het 40.000 tenten wil kopen om ontheemden vanuit Rafah elders onder te brengen.
Grootschalig offensief
Tegelijkertijd staat Netanyahu uit andere hoek onder druk. Zijn extreemrechtse coalitiepartner, Itamar Ben-Gvir, schreef maandag dreigend op X, het vroegere Twitter, dat Netanyahu wat hem betreft niet als premier kan aanblijven als hij afziet van een grootschalig offensief in Rafah. Zonder Ben-Gvirs steun zou de regering vallen en zouden er verkiezingen volgen, die voor Netanyahu’s Likud volgens opiniepeilingen desastreus kunnen uitpakken. Netanyahu, wiens populariteit sterk is gedaald, zou zijn immuniteit verliezen en zich alsnog voor de rechter moeten verantwoorden in enige corruptiezaken.
Na het vertrek van de Israëlische troepen uit Khan Younis, de tweede stad van de Gazastrook, konden de gevluchte inwoners daar voor het eerst een kijkje nemen. Lopend of per ezelskar trokken ze vanuit Rafah naar het ongeveer tien kilometer verderop gelegen Khan Younis.
Voor velen werd het een ontnuchterende ervaring omdat grote delen van de stad na vier maanden van hevige gevechten zwaar gehavend zijn. „Ik kon mijn huis niet eens vinden wegens alle verwoestingen”, verklaarde Magdy Abu Sahrour tegenover het persbureau Associated Press. „Waar is mijn plek, waar is mijn huis? Het is een tragische toestand.” Een ander ontdekte het overschot van een achtergebleven familielid onder het puin.
Geen leven meer mogelijk
Niet alleen de huizen, ook de straten zijn vaak volledig opgebroken en vernield. Veel inwoners beseften dat er voorlopig geen sprake van kan zijn dat ze terug naar huis kunnen. „Op veel plaatsen, vooral in het centrum, valt niet langer te leven”, concludeerde een van hen. Een illusie armer reisden ze daarop weer naar Rafah.
Ook rond de door Israël beloofde grotere soepelheid bij het toelaten van humanitaire hulp bestaan twijfels. Volgens Israëlische informatie werden er zondag 322 vrachtwagens met hulpgoederen geïnspecteerd en doorgelaten naar de Gazastrook, waarvan 70 procent bestond uit voedsel. Maar UNRWA, de VN-organisatie voor hulp aan Palestijnse vluchtelingen, sprak dit tegen. Die zei dat er slechts 103 vrachtauto’s met hulp waren gearriveerd.
Voor de oorlog kwamen er dagelijks zo’n vijfhonderd vrachtwagens met hulp naar de Gazastrook. De VS, die al weken druk uitoefenen op Israël om in dit opzicht coöperatiever te zijn, zeiden maandag ervan uit te gaan dat het aantal vrachtwagens met hulp later deze week tot 350 per dag zal stijgen.
De hulpverlening zou ook aanzienlijk vergemakkelijkt worden door een staakt-het-vuren. Of dat er komt blijft onzeker. Na nieuwe onderhandelingen in Caïro gingen de delegaties naar huis met een nieuw voorstel, dat volgens ingewijden ditmaal vooral uit Amerikaanse koker kwam. Of dit tot een doorbraak kan leiden, blijft onzeker. De verwachtingen hierover liepen uiteen.
Het voornaamste obstakel voor een akkoord is het feit dat Hamas geen tijdelijk bestand wil maar een definitief staakt-het-vuren. Israël daarentegen wil de oorlog na verloop van tijd kunnen voortzetten, zodat het zijn voornaamste doel – vernietiging van Hamas – alsnog kan proberen te verwezenlijken. Ook zijn ze het nog altijd oneens over de vrijlating van de resterende 129 Israëlische gijzelaars, voor zover nog in leven, in ruil voor honderden Palestijnen in Israëlische gevangenissen.
Op een waakvlam
Alles bij elkaar opgeteld lijkt de Gazastrook een periode van gespannen relatieve rust tegemoet te gaan, waarbij de oorlog op een waakvlam is gezet. Israël houdt daarbij de mogelijkheid open om op termijn nog steeds zijn offensief bij Rafah te beginnen maar dankzij enig uitstel kan het de VS – veruit zijn voornaamste bondgenoot – te vriend houden. Hamas kan de tijd benutten om zich enigszins te hergroeperen na de keiharde klappen die het de afgelopen maanden heeft opgelopen.
Deze impasse kan nog maanden duren. Geen aantrekkelijk vooruitzicht voor de Gazaanse burgerbevolking, die op zijn best wat meer voedsel tegemoet kan zien. Maar niet ongunstig voor Netanyahu, die zo zijn premierschap weer langer kan rekken, en ook zijn aartsvijand Hamas kan er vermoedelijk wel mee leven.
Lees ook
Oud-adviseur Biden: ‘Hij zal Netanyahu niet veranderen, maar kan wel zorgen dat de VS niet medeplichtig zijn’